100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Begrippenlijst Hersenen & Gedrag €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Begrippenlijst Hersenen & Gedrag

1 beoordeling
 33 keer bekeken  3 keer verkocht

Begrippenlijst voor het vak hersenen & gedrag, inclusief zoveel mogelijk literatuur en begrippen uit het boek 'Het puberende brein'.

Voorbeeld 4 van de 47  pagina's

  • 14 december 2020
  • 47
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (28)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: tesselvanbueren • 1 jaar geleden

avatar-seller
tamaraj99-
BEGRIPPEN HERSENEN&GEDRAG

Onderdeel 1: Cellen en informatieoverdracht
College 1
Begrip Definitie
Hersenen Hersenen + ruggenmerg
Doel van het brein Communicatie: het reageren op onze omgeving

Hersencellen (twee Neuronen en gliacellen
typen)
Neuronen Zenuwcel
Gliacel Steuncel
Onderdelen van een Celmembraan, celkern, mitochondriën, ribosomen,
neuron endoplasmatisch reticulum
Celmembraan Kanalen/ poriën à oppervlak van een cel en samengesteld uit
twee lagen vetmoleculen
Celkern Genetisch materiaal DNA (bevat chromosomen)
Mitochondriën Energievoorziening à hebben brandstof
Ribosomen Maken eiwitten uit info DSN (eiwitten komen via bloed bij de cellen)
Endoplasmatisch Netwerk van dunne buizen die nieuwe gesynthetiseerde eiwitten
reticulum naar andere locaties transporteren
Waarom zijn neuronen Eén axon + veel dendrieten; ze zenden impulsen van de ene
speciaal? locatie naar de ander
- Ze kunnen hun vertakkingspatroon veranderen als een
functie van ervaring, leeftijd en chemische invloeden
Actiepotentiaal De elektrische potentiaal over het membraan van de neuron dat
wordt veroorzaakt door de plotselinge stroom van natriumionen in
het neuron en wordt gevolgd door een stroom van kaliumionen.
Hoe stroomt informatie Dendrieten à soma/ cellichaam à axonen à presynaptische
door cellen? terminal
Dendrieten Ontvangen informatie van andere neuronen, veel dendrieten per
cel (input)
Som/cellichaam Integreert informatie (putput)
Axonen Vervoeren zenuwimpulsen, 1 per cel – kunnen heel lang of heel
kort zijn- (throughput)
Presynaptische Geeft informatie af aan dendrieten volgende cel (output)
terminal
Wat doen gliacellen? - Ondersteunen de functies van neuronen
- Zijn de helft van het hersenvolume
- Beïnvloeden de communicatie/informatie verwerking
Functies van de - Rol in afweer tegen virussen en schimmels
gliacellen (7 x) - Letterlijk steun bieden: fysiek
- Aan en afvoer van stoffen
- Voeding en herstel
- Productie hersenvloeistof
- Maken van myeline à ligt om de axonen heen (= vettige
substantie die de axon beschermd)
- Rol bij ontwikkeling van de hersenen
Soorten glia - Astrocytes
- Microglia

, - Oligodendrocytes (in hersenen en ruggenmerg) &
schwanncellen
- Radial glia
Astrocytes Verwijderen afvalmateriaal, regelen de hoeveelheid bloed die naar
elk hersengebied stroomt
Microglia Verwijderen ook afvalmateriaal + virussen, schimmels en andere
micro-organismen (onderdeel immuunsysteem)
Oligodendrocytes en Myeline- omhulsels opbouwen die bepaalde gewervelde axonen
schwanncellen omgeven en isoleren

Radial glia Begeleiden de migratie van neuronen en hun axonen en
dendrieten tijdens de embryonale ontwikkeling

Informatieverwerking
Informatieverwerking Van zintuigen à centraal zenuwstelsel à van ene naar de andere
plek in het CZS à spieren
Afferent Voert informatie aan
Intrinsiek Informatie in dezelfde structuur
Efferent Voert informatie af
Sensorische neuron
afferent (CZS)




Motorische neuron
efferent (CZS)




Bloed- Beschermen de hersenen; voedingsstoffen toelaten
hersenbarrière
Waarom? à Hersencellen vervangen zichzelf niet en je moet het
doen met de hersencellen die je hebt
Bloed- hersenbarrière: Mechanismen persen in de cel virusdeeltjes door het membraan
het mechanisme dat zodat het immuunsysteem ze kan vinden. Wanneer cellen van het
de meeste chemicaliën immuunsysteem een virus detecteren doden ze het + de cel die
uit de hersenen haalt; het bevat.
Hoe?
Taken bloed- - Beschermd de hersenen
hersenbarrière - Gevormd door een wand van bloedvaten
- Houdt schadelijke stoffen buiten
Wat komt er wel en niet - Wel: kleine moleculen, vet-oplosbare stoffen, ongeladen
doorheen? stoffen (Co2, zuurstof, sommige vitaminen)
1. Via speciale kanalen: water

, 2. Via actief transport: glucose, aminozuren, sommige
vitaminen, ijzer (actief transport kost energie)
- Niet: schadelijke stoffen, virussen, medicijnen
Glucose Neuronen zijn sterk afhankelijk van flucose, glucose is praktische
de enige voedingsstof die de blloed- hersenbarrière bij
volwassenen passeert
- Ze hebben thiamine (vitaminen B1) nodig om glucose te
gebruiken
Bloed- hersenbarrière Hersenvliesontsteking
die stuk is
Het leven van je brein
Begin van het brein 3 weken na de bevruchting
- Veel hersencellen worden geproduceerd
- Tijdens de snelle groei is het brein heel gevoelig voor
tekorten aan noodzakelijke stoffen en voor blootstelling
aan schadelijke stoffen
Kindertijd - Grootste deel van de hersencellen liggen op hun plek à ze
gaan zich sterk vertakken
- Er is sprake van overproductie: eerst worden veel te veel
verbindingen gemaakt en later wordt een deel
weggesnoeid
Puberteit - Tweede groeispurt in het aantal synapsen
- De bekabeling in de frontaalkwab wordt beter geïsoleerd
- Prestatiedip: prestatie gaat eerst achteruit (gevolg
overproductie)
- Vanaf 13 jaar nemen prestaties weer toe
Volwassenen - Brein bereikt de maximale gewicht ronde het 20ste
levensjaar
- Topprestatie: 22-27 jaar
- Tussen 30e en 90e verlies je 15% van je hersenschors en
15% van je witte massa
- Vanaf 25 jaar gaat geheugen, ruimtelijk inzicht,
redeneervermogen en reactiesnelheid achteruit
- Mannen takelen tussen hun 20e en 65e levensjaar sneller
af dan vrouwen
Ouderen - Brein gaat achteruit à afhankelijk van opleiding die je hebt
gevolgd en van de mate waarin je actief bent
- Lichamelijke inspanning leidt tot ontwikkeling van nieuwe
haarvaatjes in de hersenen (bloedvaatjes die
verantwoordelijk zijn voor de toevoer van voedingsstoffen
en BDNF) à effect groter bij vrouwen
- Het oude brein wordt steeds beter in het vergeten van
negatieven zaken
BDNF Een stof dat zenuwcellen helpt te groeien en te overleven
Centraal zenuwstelsel Hersenen en ruggenmerg
Perifeer zenuwstelsel Vormt de verbindingen vanuit het CZS van en naar de organen en
weefsels

, College 2
Communicatie in de
cel
Elektrische prikkels Informatieoverdracht in neuronen
- Positief of negatief
+++ ßà +++
---- ßà ----
+++----

Ionen Geladen deeltjes
Rustpotentiaal Als ze cel rust / geen informatie verwerking (vindt plaats op alle
oppervalkte van de cel)

Rust: -70 mili voltm actief in stand houden door celmembraan
Potentiaal: een ladingsverschil tussen de binnenkant en buitenkant
van de cel
Hoe blijft het Door een pomp
rustpotentiaal in - Om de pomp te laten werken is glucose nodig
stand? - Elke neuron heeft dat
- Het membraan behoudt de polarisatie
Polarisatie Neuron deeltjes in neuron zijn iets negatiever geladen dan buiten
het neuron
Actiepotentiaal Poortjes in het celmembraan gaan open (in het axon)
Wanneer komt er een Depolarisatie voorbij de drempelwaarde:
actiepotentiaal? - Lading wordt positiever
- Rustpotentiaal wordt verstoord door prikkels
Actiepotentiaal stap Kanalen celmembraan gaan open à natrium (na+) stroomt naar
voor stap binnen à depolarisatie schiet omhoog (bijv. 30 mV) daarna sluit
het zichzelf weer à herstelperiode (pomp gaat werken à
rustpotentiaal)
Doel myeline bij een Versnellen: door de myeline kan er op die plekken geen
actiepotentiaal actiepotentiaal plaatsvinden en gaat de informatiestroom sneller.




Nodes of Ranvier Alleen hier vindt het actiepotentiaal plaats
All or none law Als er een signaal is gaat alles los
- Niet proportioneel aan prikkel
- Maakt niet uit hoe hard of zacht de prikkel os het
actiepotentiaal blijft hetzelfde
- Frequentie wel: af en toe een actiepotentiaal of heel vaak
een actiepotentiaal
Functie van het De boog gespannen houden om te schieten
rustpotentiaal
Lokale neuronen Hebben geen axons ; kunnen alleen informatie uitwisselen met
cellen direct naast ze
- Ontvangt informatie van andere neuronen en produceert
gedruele potentialen
Gradueel potentiaal Graduele signalen (Vooral in dendrieten)
Excitatie Positief: EPSP: excitatory post – synaptic potential
Inhibitie Negatief: IPSP: inhibitory post synaptic potential

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tamaraj99-. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  3x  verkocht
  • (1)
  Kopen