Duidelijke samenvatting van 'Veilige opgroeien. De oplossingsgerichte aanpak Signs of Safety in jeugdzorg en kinderbescherming.', van de hoofdstukken 1 t/m 8. Een beknopte en overzichtelijke samenvatting van het boek.
Veilig opgroeien
1. Kinderen beschermen: een algemeen overzicht
Beschrijving en kwantificering van het probleem
Vier categorieën van mishandeling:
1. lichamelijke mishandeling
2. emotionele mishandeling
Dit aspect staat erom bekend dat het moeilijk te definiëren is.
3. seksueel misbruik
4. verwaarlozing
Deze vier categorieën zijn min of meer universeel in de wetgeving over de hele wereld.
De neiging om hulpverlening en theorie van de kinderbescherming uit te splitsen levert
ideeën en modellen op, maar de daaruit resulterende fragmentatie tussen hulpverleners
en diensten kan ertoe leiden dat gezinnen en kinderen tussen wal en schip belanden.
Het is niet ongebruikelijk dat er spanningen of zelfs partijen binnen of tussen
instellingen voor jeugdwelzijn ontstaan over wat wel en niet als misbruik of
verwaarlozing moet worden aangemerkt.
De oorzaken: een steeds complexer beeld
In ecologische benaderingen wordt kindermishandeling gezien als iets dat ontstaat
vanuit een samenspel van maatschappelijke, culturele, individuele en gezins- en
gemeenschapsfactoren.
Invloedrijke denkers zoals Nigel Parton (1985, 1996) stellen dat het probleem van
kindermishandeling niet zozeer een objectieve werkelijkheid is als wel een verschijnsel
dat geconstrueerd wordt in de interactie tussen enerzijds hulpverleners die sterk door
hun opvattingen en kennis beïnvloed worden en anderzijds het gezin dat het voorwerp
van onderzoek is.
Parton, Thorpe en Wattam schrijven: Wat als kindermishandeling wordt beschouwd ten
behoeve van de beleidsvorming en praktijk van de kinderbescherming kan beter worden
gekenmerkt als het product van sociale onderhandelingen tussen verschillende waarden en
opvattingen, verschillende maatschappelijke normen en de kennis en zienswijze van
hulpverleners ten aanzien van kinderen, de ontwikkeling van het kind en de opvoeding. Het
is verre van een medisch-wetenschappelijke realiteit, maar een verschijnsel waarbij een
morele redenering en een moreel oordeel een centrale rol spelen.
Wat wij nu als kindermishandeling beschouwen, zou honderd jaar geleden weliswaar
een afkeurende reactie hebben opgeroepen als men het had ontdekt, maar in die tijd
zeker niet zou hebben uitgemond in onderzoek en ingrijpen door de overheid.
Reacties op het probleem: nog meer complexiteit
Hoewel het medische model altijd het heersende paradigma is geweest in de
kinderbescherming, heeft er een verschuiving plaatsgehad waarbij het probleem eerst in
,zuiver medische of psychologische termen en later vanuit een meer sociaal-juridisch
perspectief werd gezien.
Hierdoor is meer nadruk komen te liggen op ‘forensische’ en
onderzoeksprocedures, met speciale aandacht voor risico-evaluatieprotocollen.
Parton (1996) stelt dat deze denkrichting in feite uitmondt in een systeem van
schuldtoewijzing dat als primair doel heeft vast te stellen wie aansprakelijk is
voor een bepaald incident.
Het is een onloochenbare realiteit in de kinderbescherming dat blijvende
uithuisplaatsing van een kind soms noodzakelijk is bij gezinnen die in het verleden en
voor de toekomst blijk geven van minimale mogelijkheden om het kind veiligheid te
bieden.
Een van de lastigste opgaven in de jeugdzorg hoe je gezinnen eruit kunt halen die niet
kunnen worden geholpen of er niet toe kunnen worden gebracht meer veiligheid te
bieden zonder dat je te veel andere gezinnen met dat misplaatste etiket gaat
demoniseren.
Lastigst = het is vaak gemakkelijker om het kind bij zijn gezin weg te halen dan
om te weten wanneer je het terug kunt brengen.
Over het algemeen probeert men steeds meer om het kind bij zijn gezin te laten
blijven.
Invloedrijke denkers als Pelton in de VS en Parton in Engeland stellen bij voortduring
dat het een vorm van reductionisme is, wanneer men zich als reactie op
kindermishandeling voornamelijk concentreert op het werk met een of meerdere
individuele gevallen en daarmee dus de moeilijkere en belangrijkere sociale, culturele en
ideologische kwesties uit het oog verliest.
De realiteit is dat hulpverleners heel veel zaken zullen moeten oplossen voordat
een maatschappelijke verandering ontstaat.
Op elk niveau lijkt het werk van jeugdzorg en kinderbescherming als voornaamste
zekerheid te hebben dat alles moeilijker en complexer wordt.
Partnerschap of bevoogding?
Regelmatig hanteert men een logica van bevoogding waarbij hulpverleners de
exclusieve verantwoordelijkheid op zich nemen voor het analyseren van het probleem
kindermishandeling en voor het aandragen van oplossingen.
Het gezin wordt hier buiten gehouden.
Dit bewijst de kinderbescherming geen goede dienst omdat daardoor de druk
op hulpverleners om het bij het rechte eind te hebben toeneemt en de kloof
tussen de hulpverleners en degenen die zij willen helpen groeit.
Een van de primaire doelstellingen van het Signs-of-Safety-model dat het een
structuur of kader biedt om de kennis van het gezin en van de hulpverlener met elkaar
te integreren, vanaf de intake tot aan het sluiten van het dossier.
In plaats van te stellen dat hulpverleners zich moeten gedragen alsof zij de primaire of
zelfs enige verantwoordelijke zijn voor het analyseren en oplossen van de problemen,
belichten Weakland en Jordan de cruciale taak om tot een partnerschap te komen met
, degenen op wie hun hulpverlening is gericht en zo de verantwoordelijkheid voor het
oplossen van de situatie met hen te delen.
De hulpverlener moet een balans zien te vinden tussen bevoogding en partnerschap.
Partnerschap = wanneer de wettelijke hulpverleningsinstantie en het gezin
samenwerken en zich inspannen om specifieke, onderlinge overeengekomen doelen te
bereiken. Partnerschap kan niet in categorieën worden ingedeeld aan de hand van een
gelijkwaardige verdeling van de macht tussen gezin en instantie; een van de dingen die
dit duidelijk maken is dat het bijna altijd de instantie is die de relatie aangaat en
noodzakelijkerwijs ook bepaald wanneer die eindigt.
Partnerschap zou wel eens het meest wezenlijke basisbegrip van alle
kinderbescherming kunnen zijn.
De cliënt begint gehoor te vinden
Wanneer de hulpverlener laat merken open te staan voor de zienswijze van het gezin
dit door de ouders wordt gezien als iets dat het ontstaan van een meer op
samenwerking en vertrouwen gebaseerde relatie bevordert.
In het algemeen klinkt uit cliëntonderzoek de boodschap door dat mensen die
maatschappelijke hulpverlening ontvangen heel goed in de gaten hebben of een
hulpverlener oprecht geïnteresseerd is in hun zienswijze.
Er zal eerder een positieve relatie ontstaan wanneer de ouders begrijpen dat
het de hulpverlener te doen is om de veiligheid van het kind (de kinderen) in
samenwerking met de ouders.
Een van de belangrijkste factoren die verhinderen dat het gezin zich betrokken voelt
dat de nadruk in hun ogen te veel ligt op de tekortkomingen in het gezinsfunctioneren
en de opvoeding.
Deze centrale aandacht voor tekortkomingen en zwakke punten, in plaats
van mogelijkheden en sterke punten, draagt ertoe bij dat het gezin zich
defensief opstelt, wat mogelijk als een verder teken van weerstand kan
owrden aangemerkt.
De ervaringen in Engeland: Cleveland en de Child Act van 1989
Child Act (1989) met deze wet werd partnerschap een centraal principe in de praktijk
van de Engelse kinderbescherming en kwam tevens een omvangrijke, op onderzoek
gebaseerde evaluatie op gang aan de hand van twintig onderzoeksprojecten, waarvan er
vijf gebaseerd zijn op onderzoek onder cliënten.
Dit onderzoek is samengevat in het rapport Child protection: Messages from
research.
De ervaringen in Nieuw-Zeeland en de familieontmoeting
Nieuw-Zeeland, 1989, Children, Young Persons, and Their Families Act het principe
wordt gekoesterd dat de familie inspraak heeft in beslissingen die van invloed zijn op de
kinderen.
Deze wet biedt een heel belangrijke extra dimensie die bij het Britse equivalent
ontbreekt een samenwerkingsmodel voor de praktijk in de vorm van een
familieontmoeting (family group conference).
De wet bepaalt dat er een familieontmoeting wordt gehouden indien een kind na
onderzoek zorg of bescherming nodig blijkt te hebben.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper HvH. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,89. Je zit daarna nergens aan vast.