PIM S1.2 Samenvatting
Week 11:
De student kent het verschil tussen opbrengsten en ontvangsten en het verschil tussen kosten
en uitgaven, zodanig dat een begrote resultatenrekening, een liquiditeitsprognose en een
geprognosticeerde balans gemaakt kan worden.
De student berekent een (integrale) kostprijs, zodanig dat rekening gehouden wordt met
verschillende manieren van kostenindelingen.
Voorbereiding week 11:
H1 + H2 Management accounting
Screencast Blackboard
H1 Management accounting: plaatsbepaling en ontwikkeling
Management accounting bezighouden met info verschaffing aan de ondernemingsleiding t.b.v.
het nemen van beslissingen en het beheersen van de bedrijfsprocessen interne info verschaffing.
Financiële accounting bezighouden met de financiële verslaggeving gericht op de
oordeelsvorming van derden tav de organisatie externe informatieverschaffing.
kosten & opbrengsten op resultatenrekening verandering op de balans: eigen vermogen
ontvangsten en uitgaven op liquiditeitsbegroting verandering op balans: liquide middelen
Resultatenbegroting (kosten en opbrengsten) Liquiditeitsbegroting (ontvangsten
en uitgaven)
Lening/ aflossing Nee, het is geen opbrengst of kost wordt er niet Ja, het is ontvangst of uitgave
armer of rijker van
Rente Ja, zijn kosten: voor elke periode een evenredig deel Ja, rente wordt op een tijdstip betaald
Aanschaf vaste activa Nee, bij aanschaf worden geen kosten geboekt Ja, er wordt op een moment betaald
Afschrijvingen Ja, het zijn elke periode kosten Nee, er wordt niets betaald
Verschillende ondernemingen hebben verschillend type management nodig
contingencybenadering. Factoren die invloed kunnen hebben op de problemen waarmee
management accounting zich bezighoudt verschillen in ondernemingen:
Aard van ondernemingsactiviteiten landbouw, industrie, handel, dienstverlening, etc.
Omgeving ondernemingen die opereren in een stabiele, voorspelbare markt, hoeven niet al te
hoge eisen te stellen aan accounting informatie.
Afhankelijkheid tussen bedrijfsonderdelen bijv. een productieproces dat is opgeknipt in veel
verschillende fasen.
Grootte van de onderneming
Ondernemingscultuur hoe gaan mensen met elkaar om?
H2 Management accounting: kostenbegrippen
Product costs versus period costs:
Product costs alle kosten bij een integrale kostprijs (alle kosten worden aan het product
toegerekend). Bij een voorraadtoename is de winst hoger naarmate er meer kosten als product
costs worden beschouwd, omdat de aan de voorraadtoename toegerekende kosten pas bij
verkoop in een volgende periode ten laste van het resultaat gebracht zullen worden.
Period costs sommige kosten worden buiten de kostprijsberekening gelaten (het is
namelijk niet eenvoudig alle kosten aan producten toe te rekenen). Als er ook gebruik wordt
gemaakt van period costs is de informatieve waarde geringer, want dan kan de kostprijs niet
beschouwd worden als de minimale verkoopprijs om quitte te spelen.
Werkelijke kosten versus standaardkosten:
Werkelijke kosten de kostprijs van een goed of dienst kan gebaseerd zijn op de werkelijk
bestede kosten. De kostprijs is dan pas bekend nadat het productieproces voltooid is.
Standaard kosten de kostprijs kan ook opgesteld worden door uit te gaan van de kosten
die gemaakt zouden mogen worden bij efficiënt verloop van het productieproces. Indien door
verspilling de werkelijke kosten hoger blijken te zijn dan de standaard kosten, worden die
verspillingen rechtstreeks ten laste van het resultaat gebracht in de periode dat ze zich
voordoen ze worden dus beschouwd als period costs.
Variabele kosten versus vaste kosten:
Variabele kosten zijn kosten die afhankelijk zijn van de hoogte van
de productie. Bij toename productie stijgen de totale variabele kosten
grondstofkosten.
1
, Constante kosten zijn kosten die niet afhankelijk zijn van de hoogte van de productie. Blijven
gelijk ook al neemt productie toe of af huurkosten van een bedrijfspand.
Een kanttekening hierbij is dat de constante kosten alleen binnen de bestaande
capaciteitsgrenzen onafhankelijk zijn van de bedrijfsdrukte. Als de onderneming haar
productiecapaciteit moet uitbreiden om aan de vraag te voldoen, doorbreekt zij die
capaciteitsgrenzen. Als iemand vast in dienst is, dient zijn loon betaald te worden ongeacht de
vraag of er voldoende werk voor hem is. bij uitbreiding van de productiecapaciteit zien we een
trapsgewijs verloop van de constante kosten. Bij afname van de bedrijfsdrukte, worden de
constante kosten minder snel vermindert dan bij een toename vast personeel kun je nou
eenmaal niet snel ontstaan (naijlen van kosten).
Handelsondernemingen hebben vaak te maken met veel variabele kosten. In industriële
ondernemingen zijn de grondstofkosten variabel en de meeste andere kosten zullen constant
zijn. In de dienstverlening zullen kosten grotendeels constant zijn.
Vaste kosten brengen veel risico’s met zich mee stel productie daalt dan blijf je toch met de
kosten zitten. Bedrijven proberen daarom constante kosten te variabiliseren. Daartoe bestaan
verschillende mogelijkheden:
1. Duurzame productiemiddelen worden gehuurd of geleased, waarbij het contract elk moment
door de gebruiker beëindigd kan worden er ontstaan variabele kosten voor gebruiker.
2. Personeel wordt ingehuurd via een uitzendbureau de inlener heeft dan slechts te maken met
variabele kosten.
3. Werk wordt uitbesteed (outsourcing) denk aan transport, eerst waren ze voor het grote deel
constant en nu variabel.
In de Engelse literatuur wordt naar de hiervoor genoemde 2-deling onderscheid gemaakt in drieën:
1. Engineered costs hebben directe, technische relatie met bedrijfsdrukte variabel.
2. Committed costs capaciteitsafhankelijke kosten. Zijn kosten die voortvloeien uit
beslissingen om productiecapaciteit ter beschikking te hebben afschrijvingskosten op
gebouwen en machines. Het zijn dus constante kosten die per (des)investeringsbeslissing aan
te passen zijn.
3. Discretionary costs managementafhankelijke kosten. Zijn kosten waarvoor het
management van periode tot periode een beslissing neemt om ze te maken of niet. Hiervoor
wordt een budget opgesteld reclamekosten. Het zijn constante kosten die per periode aan te
passen zijn.
Waarom belangrijk onderscheid variabele en constante kosten?
o Betrouwbaarheid kostprijsberekening
o Vaststelling verkoopprijs
o Absorption costing versus direct costing
Directe kosten versus indirecte kosten:
Directe kosten zijn rechtstreeks toe te rekenen aan één product (kostendrager)
materiaalkosten hout voor productie tafels. Een bedrijf met alleen directe kosten kunnen alles
bedrijven zijn die slechts een homogeen product produceren.
Indirecte kosten zijn kosten die gemaakt worden t.b.v. meerdere producten en daardoor niet
rechtstreeks aan één product toegewezen kunnen worden machines die gebruikt worden voor
productie van meerdere producten, salariskosten van HR afdeling of premie van
aansprakelijkheidsverzekering.
waarom belangrijk?
o Betrouwbare kostprijsberekening
o Kostenverbijzondering
Private kosten en externe kosten
Een beslisser zal ik zijn calculatie allen de kosten meenemen die hij zelf in zijn portemonnee
voelt zijn private kosten of interne kosten.
Uit de beslissing kunnen ook negatieve effecten voortvloeien, waarvoor de beslissers als
individu niet betaald, maar de samenleving als geheel externe kosten. Deze zijn niet
zichtbaar in kostprijsberekening en resultatenberekening. milieuschade, gezondheidsschade.
Hoogte van externe kosten zijn moeilijk te bepalen. 2 manieren op die te benaderen:
o Berekenen welke kosten gemaakt zouden moeten worden om de negatieve externe
effecten te vermijden.
o De schade die voortvloeit uit externe effecten in geldbedrag uitdrukken.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anoukmuskens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,69. Je zit daarna nergens aan vast.