Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 2 DE SPELREGELS VAN DE NEDERLANDSE DEMOCRATIE ....................................... 2
HOOFDSTUK 3 DE RECHTSTAAT ................................................................................................................ 5
HOOFDSTUK 4 VAN FLUIT TOT FLUIT ...................................................................................................... 7
HOOFDSTUK 5 WETTEN ................................................................................................................................ 8
HOOFDSTUK 6 DE SCHEIDSRECHTERS ..................................................................................................... 9
HOOFDSTUK 7 GESCHIEDENIS VAN HET SPEL DEMOCRATIE IN NEDERLAND ........................ 11
HOOFDSTUK 8 HET PARLEMENT............................................................................................................. 15
HOOFDSTUK 9 HET KABINET ................................................................................................................... 17
HOOFDSTUK 10 DE VOORZITTER: DE KONING .................................................................................. 21
HOOFDSTUK 11 DE RELATIE TUSSEN DE SPELERS ........................................................................... 22
HOOFDSTUK 12 ANDERE LANDELIJKE ACTOREN.............................................................................. 23
HOOFDSTUK 13 DECENTRALISATIE ....................................................................................................... 25
HOOFDSTUK 14 HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. ................................................................ 30
HOOFDSTUK 15 DE EU................................................................................................................................. 31
HOOFDSTUK 16 DE BONDEN ..................................................................................................................... 36
HOOFDSTUK 17 BELGIË, VERENIGD KONINKRIJK EN VERENIGDE STATEN............................. 38
,Hoofdstuk 2 De spelregels van de Nederlandse democratie
2.2 Spelregels van de Nederlandse democratie
De spelregels zijn te vinden in het staatsrecht, bestaande uit:
- ongeschreven staatsrecht (gewoonterecht)
- het geschreven recht > komt uit rechtsbronnen.
Bronnen van het Nederlandse staatsrecht zijn:
a. de Grondwet
b. wetten
c. andere geschreven regelingen
d. verdragen
e. staatrechtelijke gewoonterecht
a. De Grondwet
De Grondwet draagt de Wetgever op om uitwerking van de genoemde hoofdpunten bij
wet te regelen. > delegatie.
b. Wetten
Wetten worden gemaakt door de formele wetgever, de regering en parlement. Wetten
die een deel van de staatsorganisatie regelen op last van de grondwet, heten organieke
wetten. (Gemeentewet, waterschapswet)
c. andere geschreven regelingen
reglement van orde (rvo), hierin staat de werkwijze van de Staten-Generaal
beschreven. Verder zijn er ook Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s), is een
regelgeving van de regering alleen, zonder het parlement.
d. Verdragen
Internationale verdragen spelen een rol in het Nederlandse staatsrecht. Zo vormen
regelingen van de EU een bron als deze afspraken van invloed zijn op het Nederlandse
staatsrecht.
e. Staatsrechtelijke gewoonterecht
Dit recht is ontstaan doordat bepaalde gewoontes al jarenlang gebruikelijk zijn.
Voorbeeld hiervan is de vertrouwensregel. Ministers en staatssecretarissen moeten
altijd het vertrouwen van de volksvertegenwoordiging hebben, anders moeten ze
aftreden.
Constitutie: vormt de juridische grondslag van de staat.
Deconstitutionalisering: artikelen worden uit de Grondwet gehaald en onder gebracht
in een gewone wet.
2.3 Het speelveld: de staat
De staat word gekenmerkt door tenminste drie aspecten: eigen territorium
(grondgebied, luchtruimgebied en wateren), een bevolking (bestaande uit meerdere
volkeren) en soevereiniteit (het bestuur heeft gezag dat zowel door de eigen bevolking
(intern) als door andere staten (extern) erkend wordt).
Natiestaat is een staat met, naast een eigen territorium en een soeverein gezag, een
bevolking met een gemeenschappelijke cultuur en geschiedenis.
, Externe en interne beschermingsorganisatie, zo zou je de staat kunnen noemen. Het
leger beschermt ons voor bedreiging van buiten af en intern zorgt de politie voor
rechtshandhaving.
Statenbond/confederatie
Een statenbond oftewel confederatie is een samenwerkingsverband op grond van een
verdrag tussen een aantal soevereine staten.
Bondsstaat/federatie
De bondsstaat oftewel federatie bestaat uit deelstaten die eerst onafhankelijk waren
en nu een deel van hun soevereiniteit overgedragen hebben aan het centrale, federale
gezag. De grondwet is de bindende factor tussen de staten. De federale overheid staat
bovenaan in de hiërarchie en zorgt voor politieke eenheid. Daarnaast heeft elke
deelstaat ook eigen bevoegdheden en middelen om beleid uit t voeren en een eigen
grondwet. (Verenigde Staten)
Gedecentraliseerde eenheidsstaat
Een centrale overheid waarbij bevoegdheden op het gebied van regelgeving en bestuur
aan lagere overheden delegeert.
Gecentraliseerde eenheidsstaat
Bij een gecentraliseerde eenheidsstaat zijn alle bevoegdheden, ook op regionaal en
plaatselijk niveau, in handen van de centrale overheid.
Typeringen van Nederland:
- Eerst had Nederland een feodaal stelsel.
- In de 16e en 17e eeuw kende Nederland een absolute monarchie.
- In de 18e eeuw kwam Frederik de Grote van Pruisen met het verlicht
absolutisme.
- In de 16e en 17e eeuw ontstond de Nederlandse staat. De constitutionele
monarchie en de vestiging van de eenheidsstaat Nederland werd met het
tekenen van de nieuwe grondwet door Koning Willem I in 1815.
- Vanaf 1848 werd Nederland een constitutionele monarchie met een
parlementair stelsel.
- De democratische rechtstaat is ontstaan in de 19e eeuw. Na de tweede
wereldoorlog zorgde de snelle uitbreiding van de sociale wetgeving dat de 19e
eeuwse liberale nachtwakersstaat veranderde tot de sociale
verzorgingsstaat.
Wat is een democratie?
Basisvoorwaarden van een democratie
a. Volksraadpleging
b. Grondrechten (Klassieke en sociale grondrechten)
c. Scheiding van de machten
Kenmerken van een parlementaire democratie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rnederpelt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,48. Je zit daarna nergens aan vast.