100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting: De Halswervelkolom, Nekpijnklachten en Fysiotherapie €4,09   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting: De Halswervelkolom, Nekpijnklachten en Fysiotherapie

 619 keer bekeken  7 aankopen

Dit is de samenvatting van de Halswervelkolom, Nekpijnklachten en Fysiotherapie van L. Hagenaars en J. Bos. Samenvatting van het complete boek, excl. stellingen.

Voorbeeld 3 van de 23  pagina's

  • 13 juni 2014
  • 23
  • 2013/2014
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (17)
avatar-seller
Roosie94
DE
HALSWERVELKOLOM,
NEKPIJNKLACHTEN EN
FYSIOTHERAPIE
Samenvatting




rosanne lagewaard
Hogeschool Rotterdam

,Hoofdstuk 1 Functioneel anatomische beschouwing van de
halswervelkolom
De enorme mobiliteit is kenmerkend voor de halswervelkolom. De constructie van de nek maakt het mogelijk dat het
hoofd veel posities kan innemen ten opzichte van de romp. Zonder de rest van het lichaam te bewegen kan de mens
snel, door alleen het hoofd te draaien en te kantelen, de omgeving bezien en beluisteren.

Anderzijds valt de grote stabiliteit van de halswervelkolom op, zij het alleen als iemand er op geanticipeerd is. Dat de
halswervelkolom ook een kwetsbare constructie is, spreekt uit het feit dat kop-staartaanrijdingen al met geringe
snelheid beschadigend of zelfs dodelijk kunnen zijn als anticipatie hierop tekortschiet. Musculaire krachten zijn
onontbeerlijk om het wankele evenwicht tussen mobiliteit en stabiliteit te garanderen.

De halswervelkolom is als mechanische constructie te beschouwen als drie functionele eenheden. (binnen deze
functionele eenheden zijn grote individuele varianties in de anatomische eigenschappen):
 Hoog-cervicale wervelkolom: C0-C3
 Mid-cervicale wervelkolom: C2-C7
 Laag-cervicale wervelkolom: C7-TH4

De hoog cervicale wervelkolom:
De hoog cervicale wervelkolom is te beschouwen als een aparte functionele eenheid. Hierin maak je de kleine
bewegingen met je hoofd zoals ja knikken en nee schudden. De twee atlanto-occipitale gewrichten zijn concaaf-
convexe verbindingen met veel anatomische variatie. De condylen van het hoofd staan als bolletjes in de concave
kommetjes van de atlas. De gewrichtsvlakken van de atlas zijn langgerekt in oorachterwaartse richting, vergelijkbaar
met een gebogen rails, licht divergerend naar dorsaal. Deze gewrichtsverbinding is vooral geschikt voor
anteflecteren en retroflecteren en nauwelijks voor roteren. De rotatiespeling van het hoofd op de wervel C1 gaat
gepaard met een heteronieme lateroflexie van het hoofd op eveneens de wervel C1. Deze heteronieme
bewegingskoppeling licht opgesloten in de vorm van de atlanto-occipitale gewrichtsvlakken.

De atlanto-axiale gewrichtsverbinding is bijzonder. De atlas ligt als een ring rondom de dens axis. De beide massa
lateralis van de atlas rusten op de schouders van het corpus van de wervel C2. De massa lateralis zijn aan de
buitenzijde hoger dan aan de binnenzijde, de vergelijking met een wig dringt zich op. De achterzijde van de voorste
atlasboog articuleert met de voorzijde van de dens. Het lig. Transversum atlantis, onderdeel van het ligamentum
cruciforme, stabiliseert deze anatomische verbinding. De gewrichten van de bewegingseenheid C1-C2 zijn biconvex.
In de anatomische nul positie staan de laagste punten van de gekromde gewrichtsoppervlakken van de atlas op de
hoogste punten van de gekromde gewrichtsoppervlakken van de axis. Tijdens het roteren van C1 op C2 wordt de
afstand tussen de top van de dens en het occiput kleiner en bij het herinnemen van de anatomische nulpositie
wordt deze afstand weer groter. Deze afstandsverandering heeft consequenties voor de spanning van de
gewrichtskapsels en voor de spanning van de ligamenta alaria: de ligamenta alaris verbinden de dens axis met de
linker en rechter binnenrand van het foramen magnum van het occiput. De gewrichtskapsels van de laterale
atlanto-axiale gewrichten hebben veelal een meniscoidale plooi, een naar binnen instulpende wigvormige
kapselverdikking. De bewegingseenheid C1-C2 is geschikt voor rotatie, maar ook anteflexie en retroflexie kunnen
hierin gemaakt worden. Lateroflexie is niet mogelijk, geringe verschuiving wel (geremd door de lig. Alaria). Deze
verbindingen hoeven niet altijd aanwezig te zijn.

De bewegingseenheid C2-C3 is door de aanwezigheid van een discus intervertebralis en door de stand van de
intervertebrale gewrichtsvlakken te beschouwen als een normale mid-cervicale verbinding. De concave
gewrichtsvlakken van C2 schommel-glijden over de licht convexe gewrichtsvlakken van C3 (anteflexie en retroflexie).
Lateroflexie van de wervel C2 gaat om een sagittale as en roteren van de wervel C2 om een verticale as. Zijn
onafhankelijk van elkaar slechts een paar graden mogelijk en articulair gezien te beschouwen als joint-play. Zodra
deze bewegingen worden doorgezet, combineren zij een homoniem bewegingskoppel.

De bewegingseenheid van C0-C3 wordt toegeschreven aan ligamentaire verbindingen die niet alleen aangrenzende
botstukken met elkaar verbinden maar ook het occiput verbinden met C2. (door lig. Apicis dentis, lig. Alaria en lig.
Cruciforme).

, Bij anteflexie-knikken rollen de condylen van het hoofd op de atlas naar voren en schuiven de condylen naar
achteren. In de anatomische nulpositie staan de condylen op het ventrale deel van het gewrichtsvlak van de atlas,
ventraal in de rails. De dorsale schuifbeweging is groter dan de verticale rolbeweging, relatief verplaatst de atlas zich
ten opzichte van het occiput naar ventraal. De schuifbeweging van het occiput naar dorsaal doet via de occipito-
axiale ligamenten de dens axis mee naar achteren verplaatsen, de axis maakt een dorsale kanteling op de wervel C3.
De dorsale kanteling van de wervel C2 betekent dat de schouders van de wervel C2. zodanig rollen dat de atlas
verder naar voren rolt, onder het occuput uit. Er ontstaat een craniaal gerichte hoekopening tussen de achterzijde
van de voorste atlasboog en de voorzijde van de dens axis. Het ligamentum transversum atlantis komt op spanning
en begrenst deze beweging. Ook het verplaatsen van de condylen van het occiput naar achteren op de atlas doet de
ventraal flexie remmen, de divergerende rails laat de condylen aan de binnenzijde vastlopen. Het
achteroverkantelen van de wervel C2 op de wervel C3 is te beschouwen als een soort retroflexie beweging in dit
bewegingssegment. De concave gewrichtsvlakken van de wervel C2 schommel-glijden op de wervel C3 naar dorsaal.
De retroflexiebeweging in deze functionele bewegingseenheid laat zich beschrijven als het omgekeerde van de
hierboven beschreven beweging. Bij het naar voren steken van de kin en het naar beneden trekken van het
achterhoofd rollen de condylen van het occiput naar dorsaal ten opzichte van de atlas en schuiven zij naar ventraal.
Opnieuw verplaatst de atlas zich ten opzichte van het occiput, nu naar dorsaal. Door het rollen van de condylen van
het occiput wordt de dens axis door de occipito-axiale ligameenten naar voren getrokken. De axis kantelt voorover
op de wervel C3. door deze kanteling van de wervel C2 naar voren, rolt de atlas verder naar achteren. Er ontstaat
een caudale hoekopening tussen de achterzijde van de voorste atlasboog en de voorzijde van de dens axis, die
uiteindelijk tegen de achterzijde van de voorste atlasboog tikt, een benig contact. Het voorover kantelen van de axis
op de wervel C3 is te beschouwen als een soort anteflexiebeweging in dit bewegingssegment. De axis schommel-
glijdt voorover en kantelt voorover op de wervel C3.

In de hoog-cervicale bewegingseenheid kan ook lateroflexie gemaakt worden. Deze lateroflexie van het hoofd is
mogelijk doordat de atlas tussen het hoofd en de axis roteert. (het verplaatsen van het hoof naar rechts en het
verplaatsen van de kin naar links en andersom). Met de as rond de neus. Hierbij komt het occipitale deel van het
linker ligamentum alare op spanning, terwijl het rechter ontspant. Deze ligamentaire spanning doet de axis naar
rechts roteren op de wervel C3. De atlas verplaatst zich ten opzichte van het hoofd in de richting van de rolbeweging
van het hoofd.


De Midcervicale Wervelkolom
De bewegingseenheid C2-C7 is als eenheid apart te beschouwen van de hoog-cervicale bewegingseenheid. Zolang
bewegen in deze eenheid niet in het eindtraject plaatsvindt, kunnen deze bewegingen onafhankelijk zijn van de
bewegingen in de hoog-cervicale bewegingseenheid. Er zijn intervertebrale tussenwervelschijven. De
wervellichamen van de wervels van deze bewegingseenheid kenmerken zich door de processi uncinati. De spinale
zenuwen zijn gelegen in een ossale goot. De processi transversi bevatten een foramen transversarium met de arteria
vertebralis en de venae vertebales. De spinale zenuw en de arteria vertebralis kruisen elkaar en bewegen in een
glijdend oppervlak ten opzichte van elkaar tijdens bewegen in de nek. De intervertebrale gewrichten zijn concaaf-
convexe verbindingen. De bovenliggende gewrichtsvlakken zijn licht concaaf gekromd en de onderliggende
gewrichtsvlakken licht convex. De intervertebrale gewrichten hebben veelal meniscoidale plooien. De wervels C6 en
C7 staan in de ruimte veelal voorover gekanteld, als verlengde van de thoracale kyfose. De wervel C5 is het begin van
de lordotische kromming van de halswervelkolom. De processi spinosi zijn zo vormgegeven dat zij bij retroflexie op
elkaar komen te liggen. Het oppervlakkige deel van het lig. Nuchae verbindt het occiput met de processi spinosi van
C5, C6 en C7.

Intervertebrale gewrichten = Zygapophysuale gewrichten = Facetgewrichten

In een mid-cervicaal bewegingssegment is anteflecteren en retroflecteren mogelijk. Het assenstelsel is een frontaal
assenstelsel ter hoogte van de naast het bewegingssegment verlopende arteria vertebralis. In het bovenste deel van
deze bewegingseenheid ligt dit actuele assenstelsel relatief laag in de onderliggende wervel, en in het lage deel van
deze bewegingseenheid relatief hoog in de onderliggende wervel. Anteflexie en retroflexie zijn bewegingen die
artrokinematisch schommel-glij bewegingen zijn. De bovenliggende wervel schommel-glijdt naar ventraal en dorsaal
tijdens anteflecteren en retroflecteren. In het sagittale vlak is het bovenliggende wervellichaam aan de onderzijde
concaaf en het onderliggende wervellichaam convex met daar tussen een discus. Deze disci kenmerken zich door
een intradiscale horizontale bewegingslaag.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Roosie94. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,09. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 70840 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,09  7x  verkocht
  • (0)
  Kopen