100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting grammatica, spelling en woordenschat Engels 3 €4,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting grammatica, spelling en woordenschat Engels 3

 76 keer bekeken  2 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling
  • Boek

Samenvatting Engels 3, alle hoofdstukken van grammatica en spelling die te kennen zijn uit het boek. Extra: woordenschat die te kennen is voor de les van Engels 3.

Voorbeeld 4 van de 43  pagina's

  • Nee
  • Alle hoofdstukken die te kennen zijn voor de les van engels 3
  • 19 december 2020
  • 43
  • 2020/2021
  • Samenvatting
avatar-seller
ENGLISH 2: SUMMARY
SPARKLING SPELLING:

In/ Im:
Im = prefixe of words that start with p, m, b.
In= prefixe of other words


Quiet/quite
Quiet= silent
Quite= rather


Numerals in compounds:
Numeral- nouns => The nouns do not take the plural
Ex: a three-month holiday


Doubling of final consonants:
One syllable:
If the word ends with a consonant/ vowel/ 2 syllables or more:
consonant Same rule but only if the stress is on the last
If the suffix begins with a vowel syllable
Ex: Stopped
Ex: focusing, beginning

⚠This rule doesn’t take for the words that ends with x,w
⚠If the word ends with a vowel + L => de L is always doubled


There/ their:
There = express a place
Their = possessive of they




Adjectives ending in y:
The y becomes a i when a suffix is added
Ex: lucky => luckily


Months/ Days/ Nationalities:
Months, days, nationalities, countries, towns, languages => CAPITAL LETTER


Words ending in LL:
LL => if words are alone => Ex: full
L => if words are compounds => Ex: fulfil


1

,Loose/ Lose:
Loose = los
Lose/ lost/ lost = verloren, kwijtraken


Choose/ Chose/ Chosen:
Choose = infinitif
Chose = simple past
Chosen = past participle


Then/ Than :
Then = used in comparaisons
Than = used in indications


Joins:
Never add or subtract a letter at a join
Ex: Legal + ly = legally


To/ too:
To = te
Too = ook


Nouns ending in our:
If we add the suffix ous => the u of the our is dropped.
Ex: Humour => Humorous


Adjectives ending in ic:
They take ally when they become adverbs.
Ex: Basic => Basically


One’s/ Ones:
One’s = genitive of one
Ones = plural of one
 Ex: give me ones of these ones.
It’s/ Its:
Its = something
It’s = it+ is


Of/ off:
Of= van
Off = used to express a distance



2

,ADVERBS AND ADJECTIVES



Adjectives are used with: Adverbs are used with:

- A noun - An adjective
- A pronoun - Another adverb
- Some verbs (Ex: be, look, feel…) - A past participle



Many adverbs are adjectives + ly (Ex: quickly)

 But not all words ending with ly are adverbs (Ex: lovely = Adjective)


⚠Past/ Hard/ Late/ High/ Direct = are both adverbs and adjectives

⚠Lately = recently

⚠Hardly = very little, almost not, certainly not

⚠Difficultly doesn’t exist => With difficulty



ADVERBIALS:

POSITION OF ADVERBIALS:

 Manner – Direction – Place – Duration – Frequenty – Time



Front position = to express the contrast

 Sometimes, he went to the pub.



Mid position= Before the main verb/ Between the auxiliary and the verb

 Rule: Adverb of manner in one word AND that ends with Ly => go to the mid position

⚠Also, always, still… are always in the mid position BUT after the verb to be.

 I always study
 I am always late



End position = neutral position

3

, RELATIVE PRONOUNS:



WHO:

- Used to refers to people
 The woman who is always late

WHOM:

- Used to refers to a direct object
- Used after a preposition
 The teacher whom I met a year ago quickly became a friend

WHOSE:

- Used to express a possession of a people
 This guy whose name is difficult to spell is Croatian

WHICH:

- Used to refers to objects
- Used to express the possession of objects
 The camera which I’m using is great

- Used if the antecedent is a clause
 He told me he was disappointed, which was quite obvious.

THAT:

- Can be used like who/ which but less good English
 The old man that you saw at the wedding is my grandfather.
 The old man whom you saw at the wedding is my grandfather.



THAT preferred to WHICH:

- after superlatives (Ex: good – better – best)
- after ordinal numbers (Ex: first, second, third, …)
- all, much, little, none, few, only
- every, some, any, nothing



WHERE:

- Used if the antecedent is a place
 The city where I lived

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sybillinederoo. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  2x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd