Samenvatting grammatica, spelling en woordenschat Engels 3
75 keer bekeken 2 keer verkocht
Vak
Engels
Instelling
Arteveldehogeschool (Artevelde)
Boek
English Grammar in Use - Fifth edition book answers interactive ebook
Samenvatting Engels 3, alle hoofdstukken van grammatica en spelling die te kennen zijn uit het boek. Extra: woordenschat die te kennen is voor de les van Engels 3.
Alle hoofdstukken die te kennen zijn voor de les van engels 3
19 december 2020
43
2020/2021
Samenvatting
Onderwerpen
grammatica
spelling
tijden
woordenschat
Gekoppeld boek
Titel boek:
Auteur(s):
Uitgave:
ISBN:
Druk:
Meer samenvattingen voor studieboek
English Grammer and Basics Summary
Samenvatting English Grammar in Use - Module 1
Oefenexamen Engels 2e jaar
Alles voor dit studieboek
(4)
Geschreven voor
Arteveldehogeschool (Artevelde)
Communicatiemanagement
Engels
Alle documenten voor dit vak (4)
Verkoper
Volgen
sybillinederoo
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
ENGLISH 2: SUMMARY
SPARKLING SPELLING:
In/ Im:
Im = prefixe of words that start with p, m, b.
In= prefixe of other words
Quiet/quite
Quiet= silent
Quite= rather
Numerals in compounds:
Numeral- nouns => The nouns do not take the plural
Ex: a three-month holiday
Doubling of final consonants:
One syllable:
If the word ends with a consonant/ vowel/ 2 syllables or more:
consonant Same rule but only if the stress is on the last
If the suffix begins with a vowel syllable
Ex: Stopped
Ex: focusing, beginning
⚠This rule doesn’t take for the words that ends with x,w
⚠If the word ends with a vowel + L => de L is always doubled
There/ their:
There = express a place
Their = possessive of they
Adjectives ending in y:
The y becomes a i when a suffix is added
Ex: lucky => luckily
Months/ Days/ Nationalities:
Months, days, nationalities, countries, towns, languages => CAPITAL LETTER
Words ending in LL:
LL => if words are alone => Ex: full
L => if words are compounds => Ex: fulfil
1
,Loose/ Lose:
Loose = los
Lose/ lost/ lost = verloren, kwijtraken
Choose/ Chose/ Chosen:
Choose = infinitif
Chose = simple past
Chosen = past participle
Then/ Than :
Then = used in comparaisons
Than = used in indications
Joins:
Never add or subtract a letter at a join
Ex: Legal + ly = legally
To/ too:
To = te
Too = ook
Nouns ending in our:
If we add the suffix ous => the u of the our is dropped.
Ex: Humour => Humorous
Adjectives ending in ic:
They take ally when they become adverbs.
Ex: Basic => Basically
One’s/ Ones:
One’s = genitive of one
Ones = plural of one
Ex: give me ones of these ones.
It’s/ Its:
Its = something
It’s = it+ is
Of/ off:
Of= van
Off = used to express a distance
2
,ADVERBS AND ADJECTIVES
Adjectives are used with: Adverbs are used with:
- A noun - An adjective
- A pronoun - Another adverb
- Some verbs (Ex: be, look, feel…) - A past participle
Many adverbs are adjectives + ly (Ex: quickly)
But not all words ending with ly are adverbs (Ex: lovely = Adjective)
⚠Past/ Hard/ Late/ High/ Direct = are both adverbs and adjectives
⚠Lately = recently
⚠Hardly = very little, almost not, certainly not
⚠Difficultly doesn’t exist => With difficulty
ADVERBIALS:
POSITION OF ADVERBIALS:
Manner – Direction – Place – Duration – Frequenty – Time
Front position = to express the contrast
Sometimes, he went to the pub.
Mid position= Before the main verb/ Between the auxiliary and the verb
Rule: Adverb of manner in one word AND that ends with Ly => go to the mid position
⚠Also, always, still… are always in the mid position BUT after the verb to be.
I always study
I am always late
End position = neutral position
3
, RELATIVE PRONOUNS:
WHO:
- Used to refers to people
The woman who is always late
WHOM:
- Used to refers to a direct object
- Used after a preposition
The teacher whom I met a year ago quickly became a friend
WHOSE:
- Used to express a possession of a people
This guy whose name is difficult to spell is Croatian
WHICH:
- Used to refers to objects
- Used to express the possession of objects
The camera which I’m using is great
- Used if the antecedent is a clause
He told me he was disappointed, which was quite obvious.
THAT:
- Can be used like who/ which but less good English
The old man that you saw at the wedding is my grandfather.
The old man whom you saw at the wedding is my grandfather.
THAT preferred to WHICH:
- after superlatives (Ex: good – better – best)
- after ordinal numbers (Ex: first, second, third, …)
- all, much, little, none, few, only
- every, some, any, nothing
WHERE:
- Used if the antecedent is a place
The city where I lived
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sybillinederoo. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.