Privaatrecht voor vastgoed
Hoofdstuk 1: Inleiding
1.1 Inleiding
1.2 Het begrip recht
Met het begrip recht wordt vaak het systeem van regels bedoeld, waarmee de maatschappij
wordt geordend. Een belangrijk doel van het recht is een goede en rechtvaardige ordening
van de samenleving. Het recht is geen doel op zichzelf, maar is een instrument.
1.3 Vindplaatsen van recht
1.3.1 Rechtsbronnen
Het recht is te vinden in rechtsbronnen. Rechtsbronnen zijn:
- De wet
- Het verdrag
- De jurisprudentie
- De gewoonte
- De rechtswetenschap
1.3.2 Wetten
Wetten vormen een van de belangrijkste rechtsbronnen. Hieronder verstaan we alle
overheidsvoorschriften. Regelgeving wordt gemaakt door:
- De regering (Koning en de ministers) samen met de Staten-Generaal: regelgeving die
voor iedereen geldt, namelijk wetten informele zin
- De regering: algemene maatregelen van het bestuur (AMvB’s)
- Provinciale Staten: provinciale verordeningen
- De gemeenteraad: gemeenteverordeningen
- Waterschappen en andere openbare lichamen: verordeningen
1.3.3 Verdragen
Een verdrag is een overeenkomst tussen staten onderling. Elk verdrag moet goedgekeurd
worden door de Staten-Generaal wil het werking hebben in Nederland. Verdragen zijn in
Nederland van een hogere orde dan alle andere Nederlandse wetten.
1.3.4 Jurisprudentie
Jurisprudentie is de verzamelterm voor uitspraken van rechters. De term is afgeleid van het
latijn iuris prudentia. Dit betekent letterlijk: rechtsgeleerdheid, kennis van en ervaring met
het recht.
1.3.5 Gewoonte
De gewoonte is een voorbeeld van ongeschreven recht. De gewoonte speelt een rol bij de
beoordeling of bijvoorbeeld iets redelijk of onredelijk, zorgvuldig of onzorgvuldig is. De
rechter kan dan aansluiting zoeken bij wat gebruikelijk is binnen een bepaalde groep van
mensen, zoals een branche waarin een specifieke gewoonte een rol speelt.
1
,1.3.6 Rechtswetenschap
De rechtwetenschap houdt zich bezig met het geven van commentaar op en interpreteren
van wetgeving en jurisprudentie. Deze commentaren en interpretaties zijn niet bindend,
maar vormen een inspiratie voor de verdere ontwikkeling van het recht.
1.4 Onderverdelingen in het recht
1.4.2 Wet in formele en in materiële zin
Een wet in formele zin is alleen die wet die door samenwerking van de regering en de
Staten-Generaal tot stand komt. Die herkennen we door het woord wet in de titel. Een
provinciale verordening is dan ook geen wet in formele zin. Een wet in materiële zin is een
wet met regels die voor iedereen verbindend zijn. Wetten in materiële zin kunnen door
verschillende overheidsorganen worden uitgevaardigd.
1.4.3 Objectief en subjectief recht
Het objectieve recht zijn alle geschreven en ongeschreven rechtsregels bij elkaar. Het
subjectieve recht volgt uit het objectieve recht. Het is het recht dat een persoon in het
concrete geval aan het objectieve recht ontleent.
1.4.4 Formeel en materieel recht
Het recht kan worden onderscheiden in materieel recht en formeel recht. Materieel recht
gaat over inhoud en aard van het recht: welk subjectief recht kan ik ontlenen aan het
objectieve recht. Het formeel recht gaat over handhaving van het recht: hoe verwezenlijk ik
mijn subjectief recht, hoe kan ik mijn subjectief recht afdwingen.
1.4.5 Dwingend, driekwart dwingend, semi-dwingend en aanvullend recht
Aan dwingend recht moet men zich houden, ook wanneer met onderling goedvinden andere
afspraken zijn gemaakt. De wetgever neemt dwingend rechtin wetten op om de openbare
orde of goede zeden te beschermen of voor bescherming van economisch zwakke partijen.
Van aanvullend of regelend recht mag afgeweken worden. Is niets afgesproken, dan geldt
het aanvullend recht.
Semi-dwingend recht staat tussen dwingend en aanvullend recht in. Semi-dwingend recht
komt voor bij wetsbepalingen die het belang van de economisch zwakkepartij beschermen.
Bij semi-dwingend recht mag alleen dan worden afgeweken van de wettelijke bepalingen
wanneer dat in het voordeel is van de eocnomische zwakke partij. Wanneer de afwijking niet
in het voordeel is, geldt de wettelijke bepaling als dwingend rechte n mag dus niet
afgeweken worden.
Driekwart dwingend recht komt alleen voor in het arbeidsrecht. Bij driekwart dwingend
arbeidsrecht mag alleen ten nadele van de werknemer worden afgeweken wanneer dat in
de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) is overeengekomen.
2
,1.4.5 Geschreven en ongeschreven recht
Het geschreven recht zijn alle schriftelijk vastgelegde rechtsregels, zoals: wetten,
verordeningen, verdragen. Regels die niet in wetten zijn vastgelegd zijn ongeschreven
rechtsregels of is gewoonterecht.
1.4.6 Privaatrecht en publiekrecht
Het publiekrecht geeft regels voor de verhouding tussen de burger en de overheid en tussen
overheidsinstanties onderling. Tot het publiekrecht behoort: het staatsrecht, het
belastingrecht, het bestuurs(proces)recht en het straf(proces)recht.
Het privaatrecht, ook wel burgerlijk of civiel recht genoemd, geeft regels voor de verhouding
tussen de burgers en rechtspersonen onderling. Het privaatrecht geldt ook voor de overheid
wanneer die als een particulier aan het rechtsverkeer deelneemt.
1.5 Privaatrecht in het Nederlands rechtssysteem
1.5.3 Vermogensrecht
Het vermogensrecht is dat gedeelte van het objectieve recht dat de subjectieve rechten en
plichten regelt die onderdeel zijn van een vermogen.
1.5.4 Het systeem van het vermogensrecht
Het systeem van het vermogensrecht is opgebouwd rond het onderscheid in zaken en
vermogensrechten.
Het vermogensrecht wordt onderverdeeld in goederenrecht en verbintenissenrecht. Het
goederenrecht regelt de verhouding van mens tot goed en is grotendeels dwingend recht.
Het verbintenissenrecht ziet op de rechtsverhouding van mens tot mens en bevat veel
aanvullend recht.
1.5.5 Gelaagde structuur van het BW
Het BW heeft een gelaagde structuur. Dat betekent dat per rechtsgebied eerst de algemene
rechtsregels zijn opgenomen en daarna de meer specifieke regels.
1.5.6 Schakelbepalingen
Door een schakelbepaling worde regels uit het ene gedeelte van het BW van toepassing
verklaard op een ander gedeelte van het BW.
1.5.7 Overgangsrecht
Er is srpaek van onmiddellijke werking wanneer die nieuwe regels onmiddellijk de voorheen
geldende regels vervangen. De overgangswet kan ook bepalen dat de oude wet in de oude
situaties van toepassing blijft; we spreken dan van eerbiedige werking. Een andere
mogelijkheid is dat een bijzondere regeling voor overgangssituaties wordt gemaakt.
3
, 1.6 Belangrijke begrippen
1.6.1 Rechtsbevoegdheid
Elk persoon is rechtsbevoegd om aan het rechtsverkeer deel te nemen, maar niet elke
persoon is in staat om zijn rechtsbevoegdheid zelfstandig uit te oefenen.
Rechtspersonen zijn juridische constructies die in het rechtsverkeer kunne optreden zoals
ook een natuurlijke persoon dat doet.
1.6.2 Rechtssubject
Een rechtssubject is iedereen die deelneemt aan het rechtsverkeer en een drager is van
rechten en verplichtingen. Rechtssubjecten zijn natuurlijke personen of rechtspersonen.
1.6.3 Rechtsobject
Rechtsobjecten zijn goederen waarover rechten en verplichtingen kunnen bestaan, maar zijn
zelf nooit drager van rechten en verplichtingen.
1.6.4 Rechtsfeit en rechtshandeling
Een rechtsfeit is een feit dat relevant is voor het recht. Rechtsfeiten zijn blote rechtsfeiten of
handelingen van personen. We spreken van een bloot rechtsfeit wanneer sprake is van een
gebeurtenis, een toestand of tijdverloop. Blote rechtsfeiten zorgen voor rechtsgevolgen
zonder dat daarop invloed wordt uitgeoefend.
Feitelijke handelingen zijn gereserveerd voor handelingen zonder rechtsgevolg. Het zijn
concrete, dagelijks voorkomende handelingen.
Rechtshandelingen zijn handelingen met een beoogd en bereikt rechtsgevolg.
1.6.5 Verbintenis
Een verbintenis is een juridisch relatie tussen twee of meer (rechts)personen, waarbij de één
(schuldenaar of debiteur) verplicht is tot een bepaalde prestatie tegenover een andere
(rechts)persoon. Die andere is de schuldeiser en heeft recht op deze prestatie.
1.6.6 Overeenkomst
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling waarbij een of meer partijen met
elkaar een verbintenis of verbintenissen aangaan.
1.6.7 Vorderingsrecht
Een vorderingsrecht ontstaat uit een verbintenis. Het is het recht van de schuldeiser
tegenover de schuldenaar op de afgesproken prestatie. Een vorderingsrecht is een relatief
recht, ook wel persoonlijk recht genoemd. Alleen de schuldeiser kan aanspraak maken op
zijn vorderingsrecht tegenover de wederpartij.
1.6.8 Rechtsverordening
Een rechtsverordening is een bij de rechter ingestelde vordering om iemands recht te
handhaven of te verwezenlijken.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper isabelleboekhorst. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,48. Je zit daarna nergens aan vast.