Duurzaam bouwen samenvatting
Sheets, Beheren H 3 – 4 – 6 – 10 en GEEN reader XS duurzaam bouwen H 1 t/m 5
Sheets
Les 1:
Milieuproblemen:
Klimaatverandering
Overexploitatie van natuurlijke hulpbronnen
Aantasting van de leefomgeving
Verlies aan biodiversiteit (soortenrijkdom).
Vervuiling
Aantasting van het landschap
Duurzame energiebronnen:
- Zonlicht
- Wind
- Water
Uitstoot CO2:
rest
12%
vervoer
22 %
industriële productie
Duurzaam bouwen= een manier van
32 % bouwen waarbij de milieu en
gezondheidseffecten ten gevolge van het
bouwen en de gebouwde omgeving tot een
gebouwen 34% minimum worden beperkt.
Gebruiken: gebruik je nu en gebruik je later weer.
Verbruiken: gebruik je één keer en daarna ‘gooi’ je het weg.
Duurzaam bouwen is milieuverantwoorde wijze van bouwen, een duurzame wijze van
beheren, onderhouden en zo nodig slopen of reconstrueren van woningen.
Heeft betrekking op woningen, utiliteitsbouw, installatietechniek, stedenbouw en de
grond-, weg- en waterbouw.
Overheidsbeleid
CO2 reductie/CO2 neutraal: een gebouw met een energiehuishouding waarbij alle emissies
aan CO2 worden gecompenseerd, via de voorzieningen in het gebouw of met behulp van
externe voorzieningen. Hoofdthema’s:
Energiebesparing met het doel CO2 reductie;
Verantwoord materiaalgebruik;
Gezondheid van bewoners en gebruikers van gebouwen.
,Materiaalgebruik:
Milieueffecten tijdens de gehele levenscyclus;
Mogelijkheden voor hergebruik van materialen of componenten;
Materiaalkeuze afstemmen op de functie en de gewenste en benodigde levensduur.
Les 2
Twee deelgebieden:
1. In stand houden: door het uitvoeren van technisch onderhoud en schoonmaakonderhoud
2. Aanpassen: bijvoorbeeld de functie of prestatie aanpassen.
• Gepland/planmatig onderhoud: Op een bepaalde datum iets uitvoeren.
Veroudering van het gebouw kan daardoor worden geminimaliseerd.
• Gepland/correctief onderhoud: Dit soort onderhoud komt niet vaak voor, omdat
het gebrek niet wenselijk is en men zal dus eerder preventief te werk gaan. Hierbij
wordt er rekening gehouden met het zich voordoen van een gebrek en wordt
onderhoud gepland. Onderhoud wordt past uitgevoerd als het gebrek zich
voordoet.
• Niet gepland onderhoud: Lekkage, klachten etc.
Doelstellingen van onderhoud:
Instandhouding. Laten voortbestaan van de elementen/ bepaalde elementgroepen.
o De lange termijn (50 jaar), over de primaire elementen: fundering,
draagconstructie, omhulling van het gebouw
o De middellange termijn (20 jaar) is bepalend voor het bruikbaar houden van de
secundaire elementen: scheidingswanden, sanitaire voorzieningen, vloer- en
wandafwerkingen.
o Het in goede staat houden/ het afgestemd houden gaat over de tertiaire
elementen: korte termijn (10 jaar): meubilair, verlichting, stoffering
Bruikbaar houden.
Afgestemd op het vereiste gebruiksniveau.
,Prestatie-eis: waaraan het moet voldoen.
Acceptatieniveau: tot welke grens je minder accepteert.
Surplus: datgene wat je teveel krijgt, waar je ook nog te veel voor betaalt.
Bij elk gebouw loopt de prestatie terug. Tegelijkertijd nemen de eisen toe. Mensen
willen steeds meer en beter en de eis komt steeds hoger te liggen.
Wanneer het prestatievermogen in de buurt komt van de acceptatieondergrens, moeten
maatregelen getroffen worden om weer op het niveau van de prestatie eis te komen.
Het is belangrijk dat op het juiste moment de juiste maatregelen getroffen worden/
investeringen worden gedaan. Als de prestatie te ver af komt te staan van de eisen kan
leegstand het gevolg zijn.
In een volgende fase zullen meer ingrijpende maatregelen nodig zijn. Ook
hieraan zitten kosten verbonden.
Prestatieverloop. Onderzoek naar:
Veiligheid: constructie (fundering, gevels, dragende muren, kapconstructies) en
gebruiksaspecten (trappen en balkonhekken).
Gezondheid: optrekkend vocht, regendoorslag, lekkage, ventilatiemogelijkheden
Onderhoudsbehoefte: geveltimmerwerk, voeg- en stucwerk, etc.
Inschatting van de resterende levensduur: na vernieuwbouw of groot onderhoud:
inzoomen op de hoofddraagconstructie.
Vaak wordt er gesproken over een haalbaarheidsonderzoek. Heeft een plantechnische en een
economische component. Wat ook van belang is: de investeringskosten en de
terugverdientijd.
De gebruikswaarde van onroerend goed heeft te maken met 4 aspecten:
Ligging en bereikbaarheid
Energiehuishouding
Historische waarde
Uitstraling en identiteit
Het opnieuw gebruiken van gebouwen is een goed voorbeeld van duurzaam bouwen:
het beperkt het sloopafval
het beperkt transportbewegingen,
het beperkt het gebruik van grondstoffen, energie, etc.
Het voorkomt de noodzaak tot grondverwerving en de aanleg van nieuwe
infrastructuur.
Om goede keuzes te maken is het belangrijk om te weten wat de gebruiksverwachtingen zijn
van bijvoorbeeld de eigenaar, opdrachtgever, gebruiker, het primaire proces, etc.
Hergebruik revitaliseren: de oorspronkelijke bestemming blijft ongewijzigd.
Herbestemmen: de oorspronkelijke bestemming wijzigt.
Revitaliseren: een gebouw wordt aangepast aan de eisen en wensen van de huidige
gebruiker of nieuwe gebruiker.
De levenscyclusanalyse heeft 3 fasen:
1. De bouw
2. Beheer en exploitatie
3. Amoveren
• Milieu effecten gedurende de hele levenscyclus van winning tot sloop
• Mogelijkheid van hergebruik
• Milieubelasting van materiaalgebruik verlagen door:
– materiaalkeuze (+13%)
– levensduurverlenging (+20%)
,CO2 footprints:
• Productvergelijking: welk productalternatief is het meest milieuvriendelijk?
• Productontwerp: hoe kan een product zo worden ontworpen dat de milieubelasting
gedurende de levenscyclus zo laag mogelijk is?
• Productverbetering: hoe kan de milieubelasting van een product worden verminderd?
• Stakeholderanalyse: hoe kan ik andere partijen gebruiken om de milieubelasting te
verminderen?
Les 3
Gebouw onderhoud is gericht op:
• fysiek voortbestaan (het in stand houden van de technische toestand);
• gebruik of functieverrichting (het in bedrijf houden);
• vereist niveau (in gewenste staat en/of conditie houden).
Soorten ingreepniveaus:
Correctief, is gericht op het herstellen en repareren.
Preventief, is gericht op het voorkomen van
Ingreepniveaus:
• regulier onderhoud;
• groot onderhoud; Steeds ingrijpender
• vernieuwbouw/renovatie;
• restauratie.
Soorten onderhoud
De essentie van gepland onderhoud is dat je wilt voorspellen wanneer onderhoud uitgevoerd
moet worden en aan welk gebouwonderdeel over een langere periode. Informatie in de meer
jaren onderhoudsplanning (MJOP):
• onderhoudsconcept (wat te doen);
• onderhoudscyclus (wanneer te doen);
• kosten van de onderhoudsactiviteit per eenheid;
• hoeveelheden te onderhouden materiaal;
• de plaats van het te onderhouden materiaal.
De stappen in het opzetten van onderhoudsplan:
Conditiemeting: inzicht in onderhoudstoestand
Gegevens invoeren: inzicht in te onderhouden zaken
Planning: inzicht wanneer wat moet gebeuren en wat de te verwachte kosten zijn.
• Uitvoering
Aandachtspunten bij de conditiemeting (NEN 2767): omvang, intensiteit, risico-inschatting en
conditiescore.
, Les 4
Klimaatfactoren:
Temperatuur;
Vochtigheid;
o Te vochtig > 70%
o Te droog < 30%
Luchtsnelheid;
o Afkoeling
o Snelheden
Straling: warmteoverdracht op afstand door middel van elektromagnetische straling.
Bijvoorbeeld door: voor de openhaard, in de zon achter glas, warme oven, koude glaswand.
Glimmend oppervlak straalt geen warmte uit.
Ieder voorwerp met temperatuur zendt warmtestraling uit. De mens ontvangt straling uit
de omgeving, afhankelijk van:
o Oppervlak in m²
o De aard (kleur) van het oppervlak
Effecten van straling:
- Ontvang je meer straling dan je verliest voelt warm aan
- Verlies je meer straling dan je ontvangt voelt koud aan
Gewaarwording temperatuur (Wet Bulb Globe Temperture (WBGT)): geeft de temperatuur
aan zoals wij die waarnemen. Als combinatie van luchttemperatuur, luchtvochtigheid,
luchtsnelheid en stralingstemperatuur van omgeving.
Vormen van energie:
- Arbeid
- Warmte
- Mechanische energie vliegwiel
- Chemische energie accu
- Thermische energie warmte
Eenheden van energie:
- Joule
- kWh (1 kWh = 3600 kJ)
1 Joule 1000 kilo joule 1.000.000 mega joule 1.000.000.000 giga joule
kWh is kilowatt per uur. Dit is een eenheid voor elektriciteit.
Nuttig = m * ( Twarm – Tkoud ) * cw in kJ
m = massa in kg
T = temperatuur in °C
C = soortelijke warmte van H2O = 4,2 kJ/kgK
Rendement: η = (Nuttig gebruikt/totaal gebruikt) * 100%
Vermogen: de hoeveelheid energie die in een bepaalde tijd vrijkomt.
P= E/T Watt E = in joule T= in seconde
Dus: Watt is Joule per seconde. Vermogen wordt uitgedrukt in Watt
Les 5
Bouwfysica: Het deelgebied van de bouwkunde dat zich bezig houdt met de natuurkundige
verschijnselen die van invloed zijn op:
Comfort
Energiehuishouding
Bewoonbaarheid (gezondheidstechnisch)
Duurzaamheid