Vak betreft privaatrecht. Er zijn twee boeken die in dit tentamen getoets worden, namelijk de grondslagen van het vermogens- en ondernemingsrecht deel 1 en deel 2.
Samenvatting AC.M7.PR.2021
Inhoud
2 Vermogensrecht (algemeen).......................................................................................................2
2.1 Vermogen.................................................................................................................................2
2.1.1 Zaken.....................................................................................................................................3
2.1.2 Vermogensrechten................................................................................................................3
2.2 Registergoederen en niet-registergoederen.............................................................................3
2.3 Onderscheid van vermogensrechten........................................................................................4
2.3.2 Zakelijke en persoonlijke rechten..........................................................................................4
2.3.3 Beperkte rechten...................................................................................................................4
2.3.4 Afhankelijke rechten..............................................................................................................4
2.4 Conflicterende rechten.............................................................................................................5
Hoofdstuk 3: Overdracht...............................................................................................................5
3.1 Verkrijging onder algemene titel en onder bijzondere titel......................................................5
3.2 Vereisten voor een geldige overdracht.....................................................................................6
3.2.1 Geldige titel (9 van de 10 keer een koopovereenkomst).......................................................6
3.2.2 Beschikkingsbevoegdheid......................................................................................................6
3.2.3 Levering.................................................................................................................................6
3.3 Derdenbescherming.................................................................................................................7
Hoofdstuk 4: Pand en Hypotheek..................................................................................................8
4.1 Pand..........................................................................................................................................8
4.1.1 Vestiging van het pandrecht..................................................................................................9
4.1.2 Rechten van de pandhouder................................................................................................10
4.1.3 Derdenbescherming............................................................................................................11
4.2 Hypotheek..............................................................................................................................11
4.2.1 Vestiging van het hypotheekrecht.......................................................................................12
4.2.2 Hypothecaire bedingen........................................................................................................12
4.2.3 Rechten van de hypotheekhouder.......................................................................................13
Hoofdstuk 6: Faillissementsrecht.................................................................................................13
6.1 Wat is een faillissement?........................................................................................................13
6.2 Faillissementsaanvraag...........................................................................................................14
6.3 Twee fasen in faillissement.....................................................................................................15
6.3.1 Conservatoire fase...............................................................................................................15
6.3.2 Executoriale fase..................................................................................................................15
6.4 Schuldeisers met een bijzondere positie................................................................................16
, 6.4.1 Voorrangregels....................................................................................................................16
6.4.5 Schuldeisers met feitelijke voorrang....................................................................................17
6.8 Actio Pauliana.........................................................................................................................17
6.10 Surseance van betaling.........................................................................................................17
6.11 Schuldsaneringsregeling.......................................................................................................17
Hoofdstuk 7: Burgerlijk procesrecht.............................................................................................18
7.1 Waarom gaat iemand proceduren?........................................................................................18
7.2 Hoofdbeginselen van procesrecht..........................................................................................19
7.3 Competentie van de rechter...................................................................................................21
7.4 Eigenlijke en oneigenlijke rechtspraak....................................................................................21
7.5 Procedure...............................................................................................................................22
7.6 Vonnis.....................................................................................................................................22
7.8 Rechtsmiddelen......................................................................................................................23
2 Vermogensrecht (algemeen)
2.1 Vermogen
Een vermogen wordt gevormd door de bezittingen en schulden die een persoon op een bepaald
moment heeft, de activa en passiva. De wet geeft geen specifieke definitie van het begrip vermogen,
er wordt alleen een omschrijving gegeven voor het begrip goederen (art 3:1 BW). Goederen zijn:
- Alle zaken (stoffelijke voorwerpen), zoals een huis, auto of een computer;
, - Alle vermogensrechten, zoals het recht op betaling van de koopsom of het hypotheekrecht
op een bedrijfspand.
2.1.1 Zaken
Zaken zijn voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke voorwerpen, zoals een huis, een boot, een
pen of een stoel (art 3:2 BW).
Zaken zijn roerend of onroerend (art 3:3 BW).
- Onroerende zijn de grond en al hetgeen dat erop is gebouwd of erin is geplant;
- Ook hetgeen duurzaam met de grond is verenigd of met de daarop staande gebouwen is
onroerend.
5 onroerende zaken:
1. Grond;
2. Alles wat duurzaam met de grond is verbonden;
3. Scheepvaarttuig;
4. Luchtvaartuig;
5. Niet gewonnen delfstoffen.
De rest zijn allemaal roerende goederen.
Tot een zaak behoort:
- Al datgene dat volgens de verkeersopvatting een onderdeel van een zaak uitmaakt;
- Datgene dat zo hecht met de hoofdzaak is verbonden, dat het zonder beschadiging niet
verwijderd kan worden.
De zaak zelf wordt ook wel een hoofdzaak genoemd, te denken aan een auto. De onderdelen van een
bepaalde zaak vormen de bestanddelen, te denken aan de spiegels of banden (art 3:4 lid 1 en 2 BW).
Overdracht van een hoofdzaak impliceert dus tevens ook de overdracht van de onzelfstandige
bestandsdelen.
Het eenheidsbegrip betekent dat een bestandsdeel onderdeel vormt van de hoofdzaak wanneer
deze beide hecht verbonden zijn en niet zonder beschadiging uit elkaar gehaald kunnen worden.
Het verschijnsel dat een bepaalde zaak een geheel gaat vormen met een andere zaak noemen we
natrekking. Bijvoorbeeld de eigenaar van een huis wordt door natrekking eigenaar van de
verwarmingsinstallatie.
2.1.2 Vermogensrechten
Vermogensrechten zijn rechten die:
- Overdraagbaar zijn;
- Ertoe strekken de rechthebbende stoffelijke voordeel te verschaffen;
- Verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel
2.2 Registergoederen en niet-registergoederen
Registergoederen zijn goederen waarvoor inschrijving in de daartoe bestemde openbare registers
noodzakelijk is (art 3:10 BW).
Het voordeel van de inschrijving in de openbare registers is dat eenieder die registers kan raadplegen
om te kunnen achterhalen wie bijvoorbeeld de eigenaar is van een bepaald perceel en of er een
hypotheek of ander zakelijk recht op gevestigd is. (art 3:16 BW)
Registergoederen zijn:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nordcraft. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.