Aantekeningen Vergelijkende Onderwijswetenschappen
College 1: Inleiding in de vergelijkende onderwijswetenschappen 11-11-2020
Doelstellingen
Inzicht krijgen in de meerwaarde van (internationale) vergelijkingen voor de
onderwijswetenschappen
Kennis van een aantal bevindingen uit de vergelijkende onderwijswetenschappen
Vaardigheid in het toepassen van vergelijkingen tussen landen (paper)
Colleges
Inleidend college
Online hoorcolleges (woensdagen)
Begeleiding paper
o Online ‘werkcolleges’
o Online contactmomenten
Hoorcolleges online
18 november Onderwijssystemen vergelijken
25 november Machten en krachten in het onderwijs in vergelijkend perspectief
2 december Verschillen in curricula tussen Europese landen
9 december Leerkrachten en hun opleiding in comparatief verband
16 december Onderwijsprestaties van leerlingen tussen landen vergeleken
Literatuur
Artikelen via Nestor
Online varianten op ‘werkcolleges’
Werkcollege: vraagstelling (19 november)
Werkcollege: presentaties (7 januari 2021)
Niet verplicht, wel handig:
Gestuurde zelfstudie – informatie analyseren
Voortgangsgesprek (week 51)
College 1
Inleidend college
o Wat houdt vergelijkende onderwijswetenschappen in?
o Tentamen?
o Wat houdt de opdracht in? Waar vind ik informatie die ik kan gebruiken?
Vergelijkende onderwijswetenschappen
De wetenschap die onderwijskundige fenomenen bestudeert,
o Vanuit een contextueel en multidisciplinair perspectief,
o Gericht op het identificeren van overeenkomsten en verschillen van afzonderlijke
systemen, alsmede de oorzaken voor deze overeenkomsten en verschillen,
o Met het doel deze systemen te begrijpen en te verbeteren
Vergelijkingen tussen landen of systemen:
o Classificerende functie
Ontlenen van beoordelingsmaatstaven aan de vergelijking (indicatoren of
‘benchmarking’)
Benchmark: je verzamelt dezelfde informatie van verschillende landen
en hier breng je een rangorde in aan
Een benchmark in zo’n indicator
Input
Wat stoppen we in het onderwijs, bv. geld, personeel,
curriculum
Throughput
, Indicatoren die tussen input en output spelen, bv. hoe worden
docenten opgeleid, hoe wordt het geld verdeeld, hoe wordt het
curriculum opgesteld
Output
Uitkomst, wat heeft de input en throughput opgeleverd, bv.
hoeveel leerlingen halen een diploma, hoeveel leerlingen
stromen door naar hoger onderwijs, wat hebben leerlingen
geleerd
‘Spiegel’ voor eigen systeem
Je ziet je eigen land maar je ziet ook dezelfde indicatoren voor andere
landen
o Heuristische functie
Identificeren of exploreren van mogelijkheden om het eigen onderwijssysteem
te veranderen
Aanknopingspunten vinden om je eigen onderwijssysteem te verbeteren
Wat kunnen we leren van andere landen om het eigen systeem te
verbeteren?
‘Venster’ naar andere systemen
Je kijkt vanuit je eigen systeem naar buiten en ziet dat het in een ander
land op een bepaald onderwerp veel beter gaat, je gaat kijken hoe dit
kan
Voorbeeld: onderwijs aan vluchtelingen. Ieder land heeft een
andere aanpak in het geven van onderwijs aan vluchtelingen,
Nederland heeft veel geleerd van kijken naar hoe ze dit in
andere landen deden
o Theoretische functie
Op zoek naar wat er werkt en hoe dit werkt
Theorie tussen input- en outputfactor, verband ertussen begrijpen
Begrijpen van verbanden tussen beleid en systeem
Vooraf aan de invoering van beleidsprogramma’s
Je hebt van tevoren een theorie waarom je een bepaald beleid
gaan invoeren
Na implementatie van landelijk beleid
Kan ook achteraf, theorie opstellen nadat je iets hebt gedaan
(maar meestal vooraf)
‘Bril’ om naar eigen systeem te kijken
Je kijkt naar theorieën in andere landen en je kijkt of je dit in je eigen
land ook kan toepassen, of je er een algemene theorie over kan opstellen
Moeilijkheden/gevaren bij vergelijken
Indicatoren zijn gestandaardiseerd, maar geven soms toch niet precies hetzelfde weer
o Ze zijn niet voor alle landen hetzelfde
Indicatoren hebben betrekking op meetbare factoren, die vaak niet alle facetten bestrijken
o Voorbeeld: totaal salaris aan alle leraren aan het basisonderwijs is in elk land een
optelsom maar is afhankelijk van wat je opvat als basisonderwijs + welk personeel neem
je allemaal mee in je berekening?
o Je moet dus heel goed kijken naar wat er precies gemeten is en of dit overeenkomt
Indicatoren zijn soms politiek gevoelig
o Onderzoeksresultaten kunnen soms mooier gepresenteerd worden dan ze zijn, niet
zomaar afgaan op wat er staat
o Gaan niet alleen over informatie over landen maar ook over informatie over type
onderwijs of type scholen
o Goed kijken naar wie de informatie presenteert en of er een politieke dimensie hierin zit
(belangengroepen)
Pedagogische verschijnselen kunnen niet geïsoleerd van hun context worden begrepen
, o Niet alleen onderwijsstelsel, opleiding leraren (redelijk constante contexten) maar ook
dingen die door de tijd heel erg kunnen veranderen
Bv. burgerschapsonderwijs is heel erg afhankelijk van politieke en
maatschappelijke context waarin het wordt gegeven
Een theorie (of samenhang tussen verschijnselen) kan van land tot land verschillen
o Bv. verband tussen tijd besteed aan huiswerk en wiskundeprestaties is duidelijk maar de
sterkte van die verband kan per land verschillen, misschien zijn er zelfs landen waarbij
het positieve verband helemaal niet bestaat
Tentamen en opdracht
Tentamen
Essay tentamen
o 5 à 10 open vragen
o Gebruik collegestof (hoorcolleges, literatuur)
Cijfer telt voor 40% mee in je eindcijfer
Voorwaarde: minstens een 5,5 behaald
Opdracht
Paper waarin je zelf onderwijssystemen in verschillende landen vergelijkt a.d.h.v. een specifiek
onderwerp en probleem/vraagstelling
Overeenkomsten en verschillen én consequenties vergelijking
Lijst met mogelijke onderwerpen beschikbaar, maar eigen keuze ook mogelijk
Vergelijking tussen 2 of 3 landen, waaronder Nederland
Paper telt voor 60% mee in je eindcijfer
Voorwaarde: minstens een 5,5 behaald
Uitvoering opdracht
Individueel of in tweetallen
o Tweetallen: 3 landen of meer, waaronder Nederland
Op basis van een goedgekeurde vraagstelling (na werkcollege)
Deadline voor inleveren: vrijdag 22 januari 2021 (23.59 uur)
Nabespreking in (online) 10-minutengesprekken (eind januari 2021)
Tijdslijn opdracht
15 november 2020: inleveren (voorlopig) onderwerp; met specificatie land(en)
19 november 2020: uitwerken vraagstelling in online werkcollege vraagstelling/opzet
opsturen
22 januari 2021, 23.59 uur: deadline inlevering paper
Laatste week januari 2021: 10-minutengesprekken, met zo nodig mogelijkheid tot bijstelling
(Deadline herkansing: wordt nog bekend gemaakt)
Waar vind ik informatie over Nederland?
CBS (onderwijs in cijfers), Onderwijsraad, SCP
Ministerie van OCS (kerncijfers), inspectie van het onderwijs
Branche- en sectororganisaties (vertegenwoordigende organen scholen) (PO-raad, VO-raad)
Belangengroepen, vakbonden, pedagogische centra etc.
Internationale publicaties en databasis
Wat moeten/kunnen we vergelijken
Eerste ingang:
o Vastgestelde indicatoren (bv. in Education at a Glance) of gestandaardiseerde prestaties
o OECD
o European Glossary/Europese Thesaures (Eurydice)
https://eacea.ec.europa.eu/national-policies/eurydice/home_en
, Waar vind ik informatie over andere landen?
Internationale publicaties en databases (zie ook verderop)
Ministerie van Onderwijs: vaak slechts zeer gedeeltelijke informatie in Engels
Gebruik vooral online bronnen voor actuele informatie
o Boekjes ‘Onderwijs in…’ of ‘Secondary Education in…’ zijn nuttig, maar vaak verouderd
o Encyclopedie over onderwijs(systemen) verouderd
Marlow-Ferguson (2001), ‘World education encyclopedia’
Internationale databases:
o OECD: education at a glance (maar ook een heleboel andere thematische rapporten per
land)
o Eurydice: key topics en Eurybase
o UNESCO
o World Bank
o IEA/PISA (OECD)
Wetenschappelijke tijdschriften
o Comparative Education Review
o Comparative Education
o Compare
o Enkele kleinere (anderstalige) tijdschriften
o Meer algemeen onderwijskundige/pedagogische tijdschriften (NL: pedagogische studies)
Wetenschappelijke papers:
o ERIC
o EBSCOHOST
o Google Scholar
o Gespecialiseerde internet-sites
Bv. NBER
Eisen paper
Omvang paper: 7-10 pagina’s (individueel), 10-15 pagina’s (tweetal) zonder referenties en
titelpagina etc.
Taal: Nederlands of Engels
Informatiebronnen: gebruik een variëteit aan actuele (wetenschappelijke) bronnen; maar (waar
relevant) gebruik van literatuur uit de cursus en zoek aanvullende artikelen en documentatie
Vormgeving paper: referenties en eventuele tabellen/figuren volgens APA-richtlijnen;
regelafstand 1,5
Origineel paper: Ephorus check
Opzet paper
Titelpagina (met studentnummer)
Inleiding (contextbeschrijving)
Vraagstelling (duidelijke vraagstelling, begrippenverheldering, explicitering gemaakte keuzes)
Resultaten/analyse (presentatie bevinden n.a.v. vraagstelling)
Conclusie/discussie (conclusie op basis van de analyse; reflectie op de gevonden resultaten,
implicaties van gevonden resultaten)
Referenties
Beoordeling paper
Vraagstelling (2 punten)
o Heldere vraagstelling
o Heldere centrale begrippen
o Goede inkadering
Resultaten/analyse (5 punten)
o Relevantie voor de vraagstelling
o Duidelijkheid van de analyse