Onderwijsgroep 6. Inleiding in de Orthopedagogiek
Leerdoelen bij probleem 7.
Literatuurlijst:
Grietens, H., Maes, B., Vanderfaeillie, J. (2014). Handboek Jeugdhulpverlening: Een
orthopedagogisch perspectief op kinderen en jongeren met problemen. Nederland:
Acco.
Broekaert, E., Soyez, V., Vandervelde, S., Vanderplasschen, W., Van Hove, G.
(2010). Handboek Bijzondere orthopedagogiek. Nederland: Garant
Wat is een auditieve beperking? (oorzaak, prevalentie)
Werking van het oor: Geluid ontstaat door trillingen tegen het trommelvlies.
Uitwendig bevinden zich de oorschelp en gehoorgang en inwendig bevinden zich het
membraam en drie gehoorbeentjes (notulen)
De groep kinderen met een auditieve beperking is erg heterogeen. Daarom zijn er twee
soorten classificaties (Grietens, Maes en Vanderfaeillie, 2014);
1. Audiologie
Stelt gehoorstoornissen vast, medische wetenschap die zich bezighoudt met
de studie van het gehoor
A.d.h.v. audiologische metingen kunnen de gehoorstoornissen ingedeeld
worden naar de graad (cijfer) en aard (lokalisatie) van het gehoorverlies
Graad
Geluidsgolven, trillingen van luchtdeeltjes die geluid vormen, worden
beschreven in amplitude of frequentie. Het bepalen van de graad
gebeurt o.b.v. de geluidssterkte en geluidsfrequentie (Hertz, Hz).
Normaal/subnormaal 0-20 dB
Licht slechthorend 21-40 dB
Matig slechthorend 41-70 dB
Zwaar slechthorend 71-90 dB
Doofheid 91-100 dB
Totale doofheid 120 dB
Aard
Twee typen: transmissie- of geleidingsstoornis en een neurosensoriële
of perceptiestoornis. Als ze beide voorkomen is het gemengd
gehoorverlies.
Transmissie stoornis: afhankelijk van de plaats in het gehoororgaan
Geleidingsstoornis: stoornis in het overbrengen van geluid ter hoogte
van het middenoor of uitzonderlijk ter hoogte van de uitwendige
gehoorgang
Vb. otitis media serosa en glue ears; als gevolg van
verkoudheid/ontsteking ontstaat druk in de trommelholte, dat kan
leiden tot vochtuitstorting, met lichte/matige slechthorendheid als
gevolg
Perceptiestoornis: gehoorverlies vanuit een stoornis in het binnenoor
of aan de gehoorzenuw, gehoorbanen en hersenschors. Stoornis aan
cochlea: cochleair/sensorisch perceptieverlies. Stoornis tussen
gehoorzenuw & hersenschors: retro cochleair/neuraal perceptieverlies.
Geluiden worden vervormd of niet waargenomen.
Vb. tinnitus (oorsuizen), recruitment (= abnormaal snelle toename van
waargenomen luidheid bij versterking van geluid)
2. Orthopedagogisch