Week 1: Moraliteit en Ethiek
Leerdoelen:
> De begrippen moraliteit en ethiek hanteren evenals de daaraan verbonden begrippen als normen,
waarden en houdingen week 1. Hf1.
> Een beslissing nemen met betrekking tot een ethisch dilemma, waarbij gebruik wordt gemaakt van
ethische theorieën, nl. plichtethiek, gevolgenethiek en deugdethiek week 3/4/5, Hf 2/3/4.
> Een casus behandelen over het onderwerp rechtvaardigheid week 2
> Een casus behandelen over het onderwerp integriteit week 6, H6.
Moraliteit: Geheel aan normen, waarden en houdingen dat het gedrag van mensen reguleert met
het oog op de belangen en het welzijn van anderen.
Gaat over de manier waarop mensen met elkaar omgaan.
Wat mag wel en wat mag niet in de omgang met anderen?
Wat is het juiste om te doen?
Verwar moraliteit niet met fatsoensregels, religieuze regels of rechtsregels!
Ethiek: Denken over moraliteit. Belangrijk: theorieën scherpen ons denken!
Inzicht in ethiek helpt om het recht beter te begrijpen en is een stimulans om te denken over wie je
bent en wie je wil zijn (als persoon & als jurist).
Waarden:
Een waarde geeft aan wat je goed, gewenst en waardevol acht.
Abstract: principes en idealen.
Het geeft richting aan je handelen
Pas zichtbaar in handelen van mensen
Voorbeelden: waarheid, vriendschap, trouw
Morele waarden (persoonswaarden): Definiëren wie je bent of wilt zijn (goed/slecht mens) bijv.
waarheid, wijsheid, rechtvaardigheid, naastenliefde.
Objectwaarden: geven aan wat je hebt of wilt hebben (bepalen handelen)
bijv. rijkdom, geluk, vriendschap.
Verschillend: mens kan gelukkig of rijk zijn, maar bijv. wel liegen en bedriegen.
Gemeenschappen: Liberté, Egalité, Fraternité
Kernwaarden Nederlandse Rechtsstaat: vrijheid, gelijkheid, solidariteit.
(Kern)Waarden: Instellingen, organisaties en bedrijven
- Caring Curious & Connecting (De Haagse Hogeschool)
- Professionaliteit, omgevingsgerichtheid, integriteit, openheid en zorgvuldigheid (Openbaar
Ministerie)
- Honesty, integrity and respect for people Shell
Waarden: Persoonlijke waarden werken door in wie je bent en zeggen iets over wat voor mensen je
wil zijn of worden. Dat werkt ook weer door in je persoonlijke integriteit en in hoe jij je uiteindelijk
,verhoudt in je omgeving en werkomgeving, het raakt ook dus je professionele identiteit en
integriteit. Stilstaan bij je persoonlijke waarden helpt je bij de vraag of er een voldoende match is
tussen jou en je functie en je werkgever. Ook is het belangrijk om met de juiste waarden de juiste
woorden te kunnen spreken en waarom iets belangrijk is en wat in de weging tussen die
verschillende waarden eventueel doorslag zou moeten geven zodat je uiteindelijk als het gaat om
morele dilemma´s, goed kunt beargumenteren wat waarom juist of niet juist is.
- Welke waarden zijn voor jou belangrijk?
- Waarom is die vraag belangrijk?
- Eigen (kern)waarden werken door in de persoonlijke integriteit en raken ook aan de professionele
integriteit;
Is er voldoende match tussen jou en je functie?
o Is er voldoende match tussen jou en je werk?
- Belangrijk om de juiste taal te leren spreken ‘’Dit voelt niet goed’’ is niet voldoende…
Botsing Moraliteit- recht: Soms lopen morele waarden en de wet uiteen. Dan is of de waarde niet als
rechtsbeginsel opgenomen of staat de wet gedrag toe dat strijdig is met de waarde die de
maatschappij belangrijk vindt.
- Waarde niet opgenomen in recht
- Recht komt niet overeen met waarde
- ‘’Lawful but awful’’ Engelse uitdrukking dat staat voor wettelijk toegestaan maar afschuwelijk.
Het recht komt niet overeen met de kernwaarde van de maatschappij.
Voorbeeld: in 2015 kreeg de top van ABN-AMRO toen ze een loonsverhoging wouden realiseren voor
de top. Ze kregen een storm van verontwaardiging. Bij de financiële crisis waren de banken gered
door belastingbetaler en de banken werden genationaliseerd anders zouden ze omvallen. In die tijd
mochten de bankiers (die mede de oorzaak waren van de financiële crisis, hun salaris niet verhogen).
Maar op het moment dat ze hun schulden aan de staat hadden terugbetaald, begon de top hoger
salarissen uit te keren. Daarover waren parlementaire enquêtes gevoerd en mensen moesten zich
verantwoorden in de politiek. In 2018 kreeg de topman van ING meneer Hamers een salarisverhoging
van meer dan 50% in 1 klap en ging meer dan 3 miljoen euro verdienen.
Echter, er is toch een waarde dat je niet te hebzuchtig mag zijn? Volgens de regels mocht het top wel
een salarisverhoging verwachten, maar Nederland zag het als een gênant graaigedrag en uiteindelijk
heeft deze topman er van af gezien. Lawful but awful.
Er kan dus een botsing ontstaan tussen moraliteit (wat is juist om te doen?) en het recht.
De tweede bouwsteen van moraliteit zijn de normen;
Normen: norm is middel om het doel (de waarde) te bereiken of te bewerkstelligen.
Morele regels die bepaald gedrag gebieden (verplicht stellen) of verbieden:
Gebieden of verbieden bepaald gedrag
Soms impliciet (impliciete norm zoals (niet opgeschreven). Soms valt een norm samen met
een rechtsregel, er is bijvoorbeeld geen algemene rechtsregel dat zegt dat je nooit mag
liegen, je mag daarentegen geen leugen op schrift stellen als je dat doet om als bewijs te
dienen. Dan heb je valsheid in geschrifte gepleegd en daarmee ben je strafbaar. Je mag
bijvoorbeeld ook nooit liegen onder ede. De norm is dat je niet mag liegen.
Voorbeelden:
je doodt niet
,je steelt niet
je moet eerlijk zijn
je moet een ander met respect behandelen etc.
Verschil tussen normen en waarden:
Waarden: Normen:
Doel/uitgangspunt Voorwaarden om doel te bereiken
Abstract Regel/concreet gedrag
Bijvoorbeeld: Bijvoorbeeld:
- Veiligheid/verantwoordelijkheid in het verkeer - je dient je te houden aan de
- Veiligheid (gezondheid) maximumsnelheid.
- Privacy - anderhalve meter afstand
- Milieubewustheid - geen hand geven
- Afstand houden in de rij bij de pinautomaat
- Afval scheiden
In het Nederlandse recht komen heel veel normen en waarden terug, ze zijn als het ware verankerd
in het recht. Waarden worden in ons rechtssysteem ook rechtsbeginselen genoemd zoals het
gelijkheidsbeginsel of rechtvaardigheidsbeginsel.
Dit is vormgegeven en uitgewerkt in rechtsregels. De waarde gelijkheid vind je terug in artikel 1 GW
en de waarde rechtvaardigheid in art. 6 EVRM.
Waarden Rechtsbeginselen
Normen Rechtsregels
Moreel pluralisme: naast elkaar bestaan van verschillende waarden/normen. Een waarde dat voor
iemand belangrijk is, kan voor de ander minder belangrijk zijn. Moreel pluralisme kan tot een conflict
leiden.
Bij verschillende mensen
Bij 1 individu
Voorbeeld
Bij individu: iemand opgevoed met het ideaal het recht op zelfbeschikking, dus dat je je eigen leven
vorm te geven en je eigen weg te gaan. Tegelijkertijd kan die persoon het ideaal hebben en de
waarde hebben van respect voor het leven en ook het ongeboren leven. Als een vrouw ongewenst
zwanger raakt en beide deze waarde belangrijk vindt, heeft ze een dilemma dat voortkomt uit het
moreel pluralisme uit haar zelf.
Bij Groepen: dit kan ook makkelijker bij groepen mensen voorkomen omdat je veel meer soorten
waarden hebt, zoals de waarde vrijheid vs. privacy. De sleepwet werd ingevoerd waarbij
inlichtingendiensten meer bevoegdheden kregen om meer informatie uit het telecomverkeerd
konden halen en vele mensen maakten zorgen om hun privacy. De overheid maakte een afweging en
stelde dat er zodanig een groot veiligheidsbelang was dat zij moesten monitoren op verdachte
personen en ook in het kader van de strijd tegen terrorisme de vergaande bevoegdheden nodig
hebben maar tegelijkertijd rekening zouden houden met haar burgers. Dit is een botsing van waarde,
een voorbeeld van moreel pluralisme.
, Derde bouwsteen van moraliteit: Houdingen, dit staat voor wat is juist om te doen? Welk gedrag
moet je laten zien? Het gaat om de karaktereigenschappen van iemand en hoe iemand zich gedraagt.
Manier van handelen van een bepaald persoon
Karaktereigenschap (structureel op dezelfde manier reageren)
Karaktereigenschap bepaalt (mede) de morele keuzes die worden gemaakt
Verwachtingspatroon voor toekomstige keuzes
Bijvoorbeeld:
Luis vs. Doorzetter, optimist vs. Pessimist, altruïst vs. egoïst, eigen belang vs. Algemeen belang.
Moraliteit (wat is juist om te doen, wat mag/moet?): Onderscheid met fatsoensregels: Bij
fatsoensregels gaat het over hoe je je gedraagt zoals op tijd komen voor een afspraak uit respect
naar anderen of dat je afval weggooit in de prullenbak, dat je je auto netjes parkeert etc. regels die
belangrijk zijn in de maatschappij maar het zijn niet zware morele regels, fatsoensregels zijn dus
zwakke morele regels.
Onderscheid met religie: alle grote religies morele regels kennen zoals de tien geboden van het
jodendom/christendom als de islam. Echter, religies kennen veel meer soorten regels, er zijn allerlei
spijswetten, kledingvoorschriften, regels m.b.t. feestdagen enzovoort. Dat beschouwen wij niet als
morele regels. Daarnaast heeft moraliteit anders dan religie geen centraal betekenis verlenend
verhaal.
De essentie van een religie is dat er een bovennatuurlijk opperwezen is die de oorsprong is van alle
morele regels. Bij moraliteit is dit niet het geval.
Religie omvat meer dan alleen morele regels
Religie heeft centraal betekenis verlenend verhaal
Religie kent meestal bovennatuurlijk opperwezen: oorsprong van alle morele regels.
Onderscheid met het recht: er kan een onderscheid worden gemaakt tussen morele regels en het
rechtsregels. Morele regels zijn bijvoorbeeld:
Je mag niet liegen art 3:44 BW Bedrog
Je moet je afspraken nakomen art 6:74 BW Wanprestatie
Je mag niet stelen art 310 Sr Strafbaarheid diefstal
(de morele regel is dus net anders geformuleerd dan gesteld)
Maar...
1. Rechtsregels zijn geschreven bronnen
2. Rechtsregels zijn afdwingbaar
3. Rechtsregels zijn niet alleen rechten en plichten, maar ook secundaire regels
(bevoegdheden/procedures)
4. Recht is ingebed in sociaal systeem met eigen apparaat: instanties en functionarissen.
Let op: er is soms een kloof tussen recht en moraliteit! Als de waarde niet is opgenomen in het recht
(Lawful but awful) het is rechtmatig maar het is afschuwelijk.
Ethiek: is het nadenken over moraliteit. We maken daar onderscheid tussen twee stromingen:
Descriptief: beschrijving en verheldering van morele begrippen. Daarin worden vragen
beschreven waarom mensen bepaald afkeuren en ander gedrag als goed stellen.
Normatief: kritisch toetsen van morele opvattingen en het opstellen van geldige theorieën. Hier