Emotion – Aantekeningen Verkort
Veel definities van emoties (zoals blinde mannen die olifant onderzoeken; andere conclusie
door focus op ander deel). Het is een subjectieve reactie die ons gedrag stuurt. Het is een
adaptieve reactie op de omgeving.
- Componenten van emotie motor expressie (gezicht, postuur, stem), fysiologische
reactie (lichaam en brein), actie neigingen, appraisal (cognitie), subjectieve ervaring.
o Ken deze + voorbeeld kunnen noemen!
- Deze componenten zijn niet uniek voor emoties 2 extra criteria nodig:
1. Gebeurtenis is relevant tot centrale doel (dat het belangrijk voor je is).
2. Het moet een positieve of negatieve waarde hebben.
Affectieve domeinen: emotie, gevoel, stemming, voorkeur. Gerelateerd: reflex, drive.
- Onderscheidende eigenschappen: Intensiteit (bv. groot bij emotie), duur (bv. kort bij
emoties, lang bij voorkeuren), object-focus (alleen groot bij emotie), etc.
Evolutionair perspectief van emoties:
- Vroeger geloofd dat emoties uniek voor mensen waren (voor communicatie).
o Darwin (schreef boek over emoties) zag het ook bij dieren.
o Darwin’s vragen: hoe worden emoties uitgedrukt & waar komen ze vandaan?
Hij gelooft in overblijfselen van vroegere functie, nu sociaal signaal.
‘Big 6’ zijn te herkennen (betekent niet dat ze deze hetzelfde ervaren!).
- Bij onderzoek meer overeenstemming bij beperkte keuze van emoties.
o En niet alle uitdrukkingen zijn emoties.
- Interpretatie ook context afhankelijk (vaak reactie op stimuli).
Emoties hebben display rules: poseren of expression masking (vaak sociaal bepaald)
expressie en emotie zijn niet hetzelfde.
Lichamelijk perspectief van emoties:
- William James: perceptie lichamelijke reactie emotie.
o Algemene mening was toen perceptie emotie lichamelijk effect.
- James kreeg sterke kritiek van Walter Cannon (zijn leerling):
o Ontkoppeling tussen guts en brein leidt niet tot vermindering in emoties!
o Lichamelijke reactie (arousal) niet specifiek genoeg voor differentiatie
emoties. Er verandert veel (niet altijd bewust) & soms te weinig om
betekenisvol te zijn (bv. kleine temperatuurstijging).
o ANS reacties zijn langzaam en gebeuren ongeacht emoties.
o Artificiële stimulatie van ANS resulteert niet in emoties.
,Schachter & Singer:
- Two-factor theory: emotie is gebaseerd op 2 factoren; lichamelijke arousal &
cognitief label (je zoekt een interpretatie voor je arousal ski voorbeeld).
o Perceptie arousal appraisal emotie (stap meer dan James).
- Experiment met adrenaline injecties verschillende context = verschillende emotie
(niet gerepliceerd).
Cognitieve theorie van emotie:
- Introductie door filosofen (bv. Aristotle; emoties zijn evaluaties).
- Magda Arnold: ‘Feeling is thinking’ emoties gebaseerd op evaluatie van events (=
appraisal genoemd).
o Emoties linken je concerns naar externe gebeurtenissen/objecten.
o Emoties hebben een action-impuls (approach/avoidance bij
positieve/negatieve evaluatie object).
Socio-cultureel perspectief van emoties:
- Sociale rollen, waarden en plichten beïnvloeden emoties.
- Display rules (uitdrukking) & feeling rules (wanneer oké om wat te voelen).
- Sociale functie emoties = regulatie interpersoonlijke/maatschappelijke relaties (bv.
boos toekomstige violation van grenzen voorkomen).
Voorkeur en attitude beide stabiel/consistent & langdurig.
- Preference = vrijwel nooit negatief & is vaak een vergelijking.
- Attitude = kan positief of negatief zijn.
Temperament = stabiele, emotionele eigenschap (bv. extravert, avontuurlijk). Zichtbaar in
gedrag (conclusie kan pas bij verschillende contexten).
Reflex = automatischer dan emotie heeft geen appraisal nodig! Ook heeft het vaak geen
centraal doel (alleen schade voorkomen; evolutionair) en geen positieve/negatieve waarde.
Happy mood mensen beter behandelen, meer motivatie, meer energie.
Sad mood minder energie/motivatie.
Fysiologische meting objectief, maar emoties zijn subjectief (iedereen reageert anders).
Observatie altijd enige interpretatie (minder bij strenger codeerschema).
Appraisal theorieën proberen een aantal dingen te verklaren:
- Begin van emotionele reactie, grote variatie in emotionele reacties, zelfde emoties bij
verschillende situaties, verschillende emoties bij zelfde situaties, etc.
, Appraisal theorieën: oorzaak emotie = subjectieve evaluatie, niet gebeurtenis zelf (+ rol van
doelen, beliefs en verwachtingen).
Zajonc 2 appraisal systemen:
- Primaire appraisal: automatisch (direct, onbewust), positief/negatief motiveert
approach/avoidance.
- Secundaire appraisal: meer opzettelijk (bewust) en complex (bv. oorzaak, coping)
specifieke emoties.
o Maar ze zijn niet allemaal bewust.
- ‘Derde fase van appraisal’ geen deel van meeste theorieën (meer reactie op emotie).
Murphy & Zajonc blije/boze gezichten subliminal/lang laten zien en dan Chinese tekens.
- Langer laten zien = geen verschil. Onbewust laten zien = Chinese tekens minder leuk
gevonden na boos gezicht (misattributie).
- Automatische affectieve reactie van onbewuste prime dus appraisal is onbewust
en automatisch!
Discrete benaderingen van secundaire appraisals:
- Bv. Lazarus:
o Primaire appraials gaan over doelrelevantie (belangrijk) en doelcongruentie.
Relevant? = emotie. Congruent (met concerns)? = positieve emotie!
o Secundaire appraisals zijn gerelateerd aan causale attributie, reactie, gevolg
(core relational theme).
Bv. angst = bedreiging, schuld = morele transgressie, verdriet = verlies.
Ego involement heeft invloed (bv. niet relevant + positief = blij &
beschadiging voor zelfbeeld + negatief = boos).
- Kritiek van Ellsworth (!):
o Verschillen verklaard, maar gelijkenissen niet (bv. angst en boosheid = beide
hoge arousal + negatief).
o Verklaren niet overgangen tussen emoties.
Dimensionele benaderingen:
- Bv. Ellsworth & Smith 8 appraisal dimensies:
o Aandacht (voor gebeurtenis), zekerheid (over wat er gaat gebeuren),
controle/coping (over uitkomsten), prettigheid (positief/negatief),
waargenomen obstakel (blokkade van doelen), verantwoordelijkheid (wie),
legitimiteit (eerlijkheid), geanticipeerde moeite (energie voor reactie op
situatie).
- Emotie = specifiek appraisal patroon.
- Belangrijke rol causale attributie (bv. wiens schuld of zelf iets bereikt).