Inhoudsopgave
Pedagogiek over hoop – Micha de Winter.............................................................................................1
Verhagen – ondernemen en innoveren..................................................................................................3
De winst van intersectorale samenwerking in het kader van één kind, één gezin, één plan..................9
Andere aandacht – Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport...............................................11
Pedagogiek over hoop – Micha de Winter
Jonge mensen hebben hoop en optimisme nodig. Die vormen de motor van hun persoonlijke
ontwikkeling. Als je kinderen vanaf jongs af aan weet mee te geven dat ze ertoe doen, dat ze erbij
horen, dat de samenleving ook op hèn zit te wachten, dan wakker je de motivatie aan om zich te
willen inspannen, te werken aan doelen, te willen leren en zich te willen ontwikkelen.
Als je een kind niet hoopvol naar de toekomst leert kijken, als je niet leert zien dat er voor
jou een rol is weggelegd en dat er iets positiefs van je verwacht wordt, dan is de kans groot
dat bij de pakken neer gaat zitten en dat je verdrietig, bang, boos of wanhopig wordt.
Niet alleen individuen hebben hoop en optimisme nodig. Ook de samenleving zit te springen om
hoopvolle en optimistisch burger die met elkaar wat van het leven en de wereld willen maken. Zij
vormen elkaar de motor van de maatschappelijke ontwikkelingen.
De samenleving verandert, en daarmee ontstaat ook voor de pedagogiek de noodzaak om haar
uitgangspunten steeds opnieuw tegen het licht te houden. Hoe je het ook wendt of keert, wij zijn in
onze tijd wel heel erg doorgeslagen naar het problematiseren, erger nog, naar het medicaliseren van
afwijkingen.
Micha vindt dat wij in deze tijd kinderen te snel en veel te makkelijk opsluiten in hun
tekortkomingen. Kinderen krijgen sneller een ‘label’. Kinderen gaan zich naar de diagnose gedrag
= selffulfilling prophecy -> gedragen naar je label / het gedrag dat anderen van jou verwachten.
Pedagogiek moet gaan over perspectief, over groei, en over het handelen van volwassenen om die
groei te stimuleren. Maar zoals gezegd hebben we ons wel heel erg geconcentreerd op al datgene
wat niet goed gaat.
Hoop i een begrip dat vanuit veel verschillende perspectieven beschreven kan worden. In zijn
essentie gaat het om verwachtingen die mensen hebben dat bepaalde gebeurtenissen zullen
plaatsvinden of dat een gewenste verandering gaat optreden. Hoewel hoop en optimisme
samenhangen, is er toch een belangrijk verschil
- Bij optimisme gaat het om algemene verwachtingen die mensen hebben over toekomstige
uitkomsten; hun eigen invloed speelt daarbij eigenlijk geen rol
- Bij hoop is dat juist wel het geval: als we ons maar goed voorbereiden en flink willen
inspannen kan ons doel worden bereikt.
Optimisme moet dat wel enige realiteitswaarde hebben, want anders ka het omslaan in zijn
tegendeel: pessimisme en zelfs depressie
Lionel Tiger: hoop is in zijn ogen een biologisch noodzakelijke kracht die mensen aanzet tot
handelingen die overlevingswaarde hebben.
Hoop kan ook binnen de psychologie van het individu worden gesitueerd, dus zonder een beroep op
biologische aanleg of hogere machten.
1
,Rick Snyder: definieert hoop als iemand overtuiging, dat het hem zal lukken manieren te vinden om
een persoonlijk doel te bereiken.
Hoop en optimisme hoeven niet per definitie individueel georiënteerd te zijn. Ze kunnen ook
betrekking hebben op grotere sociale verbanden, zoals ‘onze buurt’, ‘onze school’, ‘ons land’ of zelfs
‘onze wereld’.
John Dewey: beschrijft hoop als een instinctieve impul tot groei.
Micha de Winter vind ‘leren zien van mogelijkheden tot verbetering’ een cruciaal en inspirerend
aspect van hoop.
Handelingsperspectieven cultiveren:
- Micha de Winter ziet pedagogiek als een wetenschap die het handelen van opvoeders
bestudeert, en die heb ook daadwerkelijk handelingsperspectieven verschaft.
- Een sociaal georiënteerde en hoopgevende pedagogiek moet via de opvoeders kinderen en
jongeren zèlf in de handelingsstand zien te krijgen.
- Sociale pedagogiek moet zich volgens Micha de Winter richten op het perspectief van het
gemeenschappelijke handelen: ‘shared agency’.
Dewey= samen werken aan sociale verbetering
Korczak= respect en rechtvaardigheid (in de klas), conflicten horen bij het leven en die moet je
samen oplossen.
- Kinderen moeten nadrukkelijk een stem hebben, maar die stemmen zeggen lang niet altijd
prettige en makkelijke dingen. Ze kunnen bijvoorbeeld enorm pesten, of terrorisme
vergoelijken. Kinderen zijn niet altijd lieverdjes. Opvoeding en onderwijs vereisen
tegenspraak en tegendenken.
Onderbreken van impulsieve oordelen en verlangens:
- Hoop creëer je niet als je kinderen het gevoel geeft dat dingen nou eenmaal gaan zoals ze
gaan.
- Een funderend principe voor hoop is het ‘met elkaar boven jezelf uitstijgen’.
- De opvoeder moet zich inspannen om het kin te laten ontsnappen aan de tirannie van het ik
en het hier en nu: alles, en wel nu meteen.
- Conflicten zijn onderdeel van ons bestaan, maar vragen wel om een oplossing.
Optimisme:
- Er is inmiddels veel onderzoek dat laat zien dat je van een gezonde dosis optimisme
gelukkiger, gezonder en slimmer wordt.
- Tussen twee contrasterende benaderingen van optimisme een gat te zien is, dat door
pedagogiek moet worden opgevuld. Je kunt de oplossing voor allerlei maatschappelijke
problemen niet uitsluitend in de gedachtewereld of het brein van het individu zoeken. Maar
je schiet er ook niks mee op als je de bal bij de politiek legt.
- Opvoeders zijn door de individualisering steeds meer op zichzelf teruggeworpen geraakt.
Iedereen moet zelf het wiel uitvinden.
Participatie bevorderen:
- Actieve participatie is een belangrijk pedagogisch instrument: je leert door mee te doen. Het
is ook een pedagogisch doel.
2
, - Korczak was de godfather van de kinderparticipatie, het idee dat je kinderen een belangrijk
rol moest toekennen in het besturen en ordenen van hun eigen leefomgeving.
- Kinderen die nooit een stem hadden gehad kon je beter een stem geven. Ze werden zo
actieve participanten in hun eigen gemeenschap, en dat gaf hen hoop.
- Participatie gaat over actief meedoen in de samenleving. De kansen daarop zijn, helaas, niet
gelijk verdeeld.
- Jonge mensen leren om ‘vreedzaam te vechten’ voor hun idealen en belangen. Dat is
misschien wel het belangrijkste element van actieve participatie.
We moeten problemen sámen met kinderen onderzoeken, en sámen met hen op zoek gaan naar
mogelijke oplossingen. Zo schep je hoop: door handelingsperspectieven te cultiveren, door al te
snelle oordelen te onderbreken, door optimisme voor te leven, en door actieve participatie te
bevorderen. :H; O; O; P
Verhagen – ondernemen en innoveren
De nieuwe professional in zorg en welzijn is ondernemend en innovatief, dus hij:
- Heeft visie op en motivatie voor vernieuwing;
- Doet niets meer alleen, is een netwerker;
- Zoekt naar nieuwe verbindingen;
- Kijkt daarbij ook buiten de sector;
- Is transparant in zijn doen en laten;
- Is maatschappelijk betrokken;
- Is spiritueel, redeneert vanuit waarden;
- Experimenteert en ontwikkelt in cocreatie;
- Is creatief;
- Zet sociale media en sociale technologie doelgericht in.
In Nederland was vanaf 1945 steeds meer sprake van een verzorgingsstaat de overheid was
verantwoordelijk voor voorzieningen als onderwijs, veiligheid, medische zorg, welzijn, openbaar
vervoer en nutsvoorzieningen (gas, water, elektra). de overheid bepaalde welke organisaties de
voorzieningen mochten leveren en onder welke voorwaarden. deze organisaties werden betaald
via subsidies en hadden geen concurrentie ; zij waren de enige aanbieders.
Eind 1980 veranderden de verhoudingen. De nadelen van de verzorgingsstaat kwamen duidelijker
aan het licht:
- De overheid regelde te veel, waardoor burgers (te) gemakzuchtig werden en soms te
afhankelijk van de aangeboden voorzieningen.
- De overheid kon de kosten niet meer opbrengen
Een markt is een plaats waar aanbieders en afnemers van producten elkaar ontmoeten en
onderhandelen. Op een goed werkende markt stimuleren aanbieders elkaar in het zoeken naar
nieuwe en betere producten, die steeds beter zijn afgestemd op de wensen en behoeften van de
afnemers (klanten) = marktwerking
Privatisering: voorzieningen gingen over in handen van particuliere organisaties. Hierdoor neemt de
concurrentie toe.
3