Sportbeleid voor het HBO hoofdstuk 7 samenvatting
7.1 Inleiding
Aan sporten beleeft men emoties, spanning, plezier en opwinding. Bij het kijken van sport geniet
men van de spanning en de kwaliteit.
Sport helpt tegen de prikkels, saaiheid en regelmatig uit het dagelijks leven van mensen, en biedt
mogelijkheid tot het uit van emoties. Ook helpt dat je het vrij kan kiezen in tegenstelling tot je werk.
Verschillende sociale functies sport:
Gezondheidsfunctie Cohesiefunctie
Identiteitsfunctie Integratiefunctie
Staatsfunctie Politieke en militaire functie
Opvoedende functie Economische functie
Socialisatiefunctie
Sommige functies bewust, anderen onbewust, zoals: verbeteren van het tactische en technische
niveau van jeugdspelers is bewust, opvoeden van jongeren onbewust maar wel een gevolg.
7.2 De gezondheidsfunctie van sport
Bijdrage van sportbeoefening aan de gezondheid van de burger.
Fysiek -> lichamelijke gezondheid: kracht, conditie…
Psychisch -> ontladingsfunctie, agressie afreageren…
Welvaartsziektes (stilzitten en stress): Burn-out, depressie, overgewicht, hartklachten en diabetes ->
hangen allemaal samen met gebrek aan lichaamsbeweging.
Sport is niet altijd goed voor je beweren sommige mensen, er gaan elk jaar meer dan 100 mensen
dood aan sport, je kan er blessures van oplopen en: “Een mens dat zich uit het graf sport, sport zich
het verpleeghuis in”.
7.3 De identificatie van sport
De keuzes die een mens maakt zeggen iets over wie we willen zijn en over hoe we willen dat anderen
ons zien, dat is ook zo bij et kiezen van een sport (van weke sportvereniging je lid bent en van welke
club je fan bent). Het geeft imago (bv golf=hoog imago).
Je ben het eens met normen, waarden en interesses van de groep waarbij je je aansluit. Identificatie
op jonge leeftijd (met je ouders en school) blijft in je latere leven een rol spelen.
Identificatieobjecten: Politici, musici, sporters, geestelijk-leiders, (sport)clubs en o.a. landen.
Identificatie met sport -> heel makkelijk door het competitieve karakter (eigen team steunen en
tegen tegenstander afzetten.
‘Wij’-groepen en ‘zij’-groepen worden gevormd.