Komt aan
Nr. Toetsdoelen De student:
de orde in*:
Kan benoemen welke vragen, observaties en lichamelijk onderzoek gericht
1 op het functionele gezondheidspatroon rollen/relaties van toepassing zijn BS4/KR
in een gegeven zorgsituatie
Kan benoemen welke vragen, observaties en lichamelijk onderzoek gericht
2 op h e t functionele gezondheidspatroon activiteit/inspanning van BS4/KR
toepassing zijn in een gegeven zorgsituatie
Kan in laag - midden complexe situaties verpleegkundige diagnoses
3 BS4/KR
volgens de NANDA opstellen
Kan de onderstaande NANDA - diagnoses herkennen :
• Overbelasting van de mantelzorger
• Risico op overbelasting van de mantelzorger
4 BS4/KR
• Mobiliteitstekort , lichamelijk ; Mobiliteitstekort, rolstoel
• Zelfstandigheid stekort in wassen ; zelfstandigheidstekort in kleden ;
zelfstandigheidstekort in eten
Kan verpleegkundige zorgresultaat en /doel en selecteren passend bij
5 BS4/KR
NANDA diagnose s uit de domeinen activiteit/rust en rollen/relaties
Kan verpleegkundige interventie s selecteren passend bij NANDA diagnose
6 BS4/KR
s uit de domeinen activiteit/rust en rollen/relaties
Kan de ‘regel van 5’ uitleggen bij het uitzetten, controleren, toedienen en
7 BS4/VV
registreren van medicatie
Kan de werkwijze, verpleegkundige observatiepunten en de voor - en nadelen
8 BS4/VV
uitleggen bij het toedienen van medicatie via de huid, luchtwegen of per os
Kan verwoorden welke observaties en controles van medicijnwerking en
9 BS4/VV
bijwerkingen nodig zijn
Kan de werkwijze van het bepalen van bloedglucose uitleggen en de
10 BS4/VV
uitslag/waarde interpreteren
Kan de werkwijze, verpleegkundige observatiepunten en de voor - en nadelen
11 uitleggen bij het toedienen van medicatie via een subcutane of intramusculaire BS4/VV
injectie
Kan de definitie, risicofactoren, mogelijke gevolgen en preventie van
12 BS4/MB
atherosclerose, trombose en embolie benoemen
Kan de definitie, risicofactoren, symptomen, diagnostiek, behandeling,
13 BS4/MB
restverschijnselen en prognose geven van CVA en TIA
Kan de definitie, risicofactoren, symptomen, diagnostiek, behandeling,
14 restverschijnselen, complicaties (intracraniële drukverhoging) en prognose van BS4/MB
epidurale, subdurale en subarachnoïdale bloedingen beschrijven
Kan in grote lijnen beschrijven hoe de locatie van het hersenletsel samenhangt
15 met de beperkingen in de dagelijkse levensverrichtingen en wat het belang is BS4/MB
van mobilisering na een CVA
, Kan de anatomie en functie van het cardiovasculair systeem beschrijven en
16 daarbij de stroom van het bloed door het hart, grote bloedvaten en coronair BS4/MB
circulatie uitleggen.
Kan de anatomie en fysiologie van het prikkelgeleidingssysteem van het hart
17 BS4/MB
uitleggen en globaal de weergave ervan herkennen in het ECG
18 Kan de regulatie van de bloeddruk, hartcyclus en hartcapaciteit uitleggen BS4/MB
Kan de foetale circulatie en de fysiologische veroudering van het
19 BS4/MB
cardiovasculair systeem beschrijven
Kan uitleggen hoe de endocriene pancreas de glucosespiegel van het bloed
20 BS4/MB
reguleert
Kan de definitie, risicofactoren, symptomen, onderzoeken, complicaties,
21 preventie en behandeling van diabetes mellitus type 1, type 2 en BS4/MB
zwangerschapsdiabetes uitleggen
Kan van de medicatie bij diabetes mellitus de indicatie, bijwerkingen,
bijzonderheden en interacties benoemen en heeft daarbij inzicht in
22 BS4/MB
omstandigheden die van invloed kunnen zijn op bloedsuikerwaarden en
het medicatiegebruik
Kan de algemene functies, beenderen (zie bijlage) en typen
23 botverbindingen van het skelet benoemen en de beenderen daarbij BS4/MB
indelen aan de hand van de vorm
Uitleggen hoe beenweefsel microscopisch gezien is opgebouwd en
daarbij het concept van balans tussen opbouw en afbraak van botten
24 verklaren (cellen betrokken bij dit proces, invloed van druk, voorwaarden BS4/MB
voor normale botmodellering (bouwstoffen, hormonen, circulatie),
belang van lichaamsbeweging)
De oorzaken, verschijnselen, onderzoek en behandelingsmogelijkheden
25 van osteoporose samenvatten en de belangrijkste kenmerken van BS4/MB
veroudering van het skelet uitleggen
Risicofactoren, de verschijnselen, onderzoek, genezing en behandeling
2 van fracturen benoemen en daarbij koppelingen maken met de anatomie
BS4/MB
6 en fysiologie van het
(eventueel verouderde) botweefsel
Kan uitleggen wat bedoeld wordt met de complexiteit van de
27 verpleegsituatie en hoe de complexiteit van de verpleegsituatie bepaald BS4/Multidisc
kan worden
Kan uitleggen hoe patiëntentoewijzing plaatsvindt en hoe het proces van
28 BS4/Multidisc
indicatiestelling verloopt
kan de normen uitleggen waaraan verpleegkundigen voldoen wanneer zij
29 BS4/Multidisc
verpleging en verzorging (extramuraal) indiceren
30 kan de principes van triage uitleggen BS4/Multidisc
, Kan verwoorden welke factoren de effectiviteit van de samenwerking
kunnen bevorderen en belemmeren en kan aandachtspunten noemen die
31 BS4/Multidisc
belangrijk zijn bij
(multidisciplinaire) samenwerking
Kan benoemen welke disciplines een rol spelen in de multidisciplinaire
32 BS4/Multidisc
samenwerking en wat hun taken, deskundigheid en werkwijze is.
Kan beschrijven wat de rol van veiligheid in zorgverlening is en kan
33 beschrijven hoe verpleegkundigen in de zorgverlening rekening kunnen BS4/Vei
houden met veiligheid voor de patiënt én de zorgverlener.
Kan beschrijven hoe kwaliteit van zorg op micro niveau bevorderd kan
34 BS4/Kwal
worden (EBP, richtlijnen en protocollen, gebruik van meetinstrumenten)
3
kan uitleggen wat kwaliteit van zorg is (kennis) BS4/Kwal
5
Kan verwoorden wat de juridische termen inhouden:
• Geneesmiddelenwet en opiumwet
3 • Wet BIG (met name voorbehouden handelingen, registratie en
BS4/Recht
6 titelbescherming)
• Kwaliteitsregister verpleegkundigen
• Wkkgz (met name onderdeel kwaliteit)
3 Kan de kenmerken van kwalitatief en kwantitatief onderzoek herkennen
BS4/OndV
7 en benoemen.
Kan de verschillende onderzoeksdesigns uitleggen, te weten:
3 • kwalitatief onderzoek;
BS4/OndV
8 • diagnostisch onderzoek;
• interventieonderzoek.
, 1 Kan benoemen welke vragen, observaties en lichamelijk onderzoek gericht
op het functionele gezondheidspatroon rollen/relaties van toepassing zijn in
een gegeven zorgsituatie BS4/KR
Bent u getrouwd?
Heeft u een mantelzorger?
Bent u zelf mantelzorger?
Zijn er problemen in de gezinssituatie?
Heeft u kinderen?
Lichamelijk onderzoek
Vooral inspectie let op bijv. blauwe plekken.
Je observeert als ze met z’n 2e binnenkomen op wat voor manier ze naast elkaar zitten en
hoe ze reageren op elkaar.
2 Kan benoemen welke vragen, observaties en lichamelijk onderzoek gericht
op het functionele gezondheidspatroon activiteit/inspanning van toepassing
zijn in een gegeven zorgsituatie BS4/KR
Kijk of meneer zijn lichaamsdelen kan bewegen en op wat voor manier dit gaat. (Kijk of er
geen vergroeiingen zijn)
Doet u aan sport?
Slaapt u goed?
Heeft u hobby’s?
Waar haalt u ontspanning uit?
Wat deed u voor uw CVA?
Wat is er hieraan veranderd?
Gebruikt u hulpmiddelen, zoja welke?
Hoe gaat met aankleden, douche enzovoorts.
Kunt u zelfstandig uw eten klaar maken en op eten?
Komt u nog veel buiten.
3 Kan in laag-midden complexe situaties verpleegkundige diagnoses volgens
de NANDA opstellen BS4/KR
Volgens de PES-structuur
P: probleem
E: ethologie (probleem)
S: symptomen en observaties
Dit doe je aan de hand van wat er in de Nanda staat.
4 Kan de onderstaande NANDA-diagnoses herkennen:
• Overbelasting van de mantelzorger
Definitie= moeite bij het vervullen van mantelzorgtaken voor familie/belangrijke ander.
Bepalende kenmerken:
- Ongerustheid over het vermogen om ook in de toekomst zorg te kunnen bieden
- Moeite met volbrengen van de benodigde taken
- Ongerustheid over het welzijn van de zorgontvanger indien zorg bieden niet meer
lukt