100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Collegeaantekeningen Psychopathologie kind en jeugdige €3,99
In winkelwagen

College aantekeningen

Collegeaantekeningen Psychopathologie kind en jeugdige

 42 keer bekeken  3 keer verkocht

Complete en overzichtelijke aantekeningen van de hoorcolleges van psychopathologie kind en jeugdige uit het tweede jaar Pedagogische Wetenschappen, richting Orthopedagogiek. De aantekeningen zijn geschreven in collegejaar 2020/2021, dus aan de hand van de digitale collegeopnames uit 2019/2020 en de...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 55  pagina's

  • 5 januari 2021
  • 55
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • Laura batstra
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (32)
avatar-seller
lidewijzilverberg
Aantekeningen Psychopathologie kind en jeugdige
College 1: 13-11-2020
Doel van de cursus
 Kennis van veelvoorkomende kinderpsychiatrische beelden (stoornissen)
 Kritische en bescheiden houding
o Kritisch op studieboeken, wat docenten zeggen etc.
o Bescheiden blijven: erkennen dat er veel is wat we niet weten en dat er veel is wat we
niet kunnen (veel problemen die we niet kunnen oplossen)

Tentamen
 Fysiek:
o 50 MC vragen
 12 boek Batstra
 20 boek Verhulst
 4 aanvullende artikelen
 14 colleges
 Online
o Opdracht waarvoor je 1 dag de tijd hebt

Opbouw colleges
 Vragen literatuur
 Bespreken stoornis
 Pauze
 Bespreken stoornis
 Samenvatting
 Oefenvraag (zijn voorbeelden mogelijke tentamenvragen)

Vandaag
 Wat is psychopathologie?
 DSM
 Misvattingen aan de hand van ADHD
 Toename kinderpsychiatrische diagnoses
 Stepped diagnoses (H9 en 10 Batstra)
 Samenvatting
 Twee oefenvragen

Na dit college weten jullie:
 Nog steeds niet wat psychopathologie is
 De de waarheidover ADHD (en andere stoornissen) niet bestaat
 Dat de DSM als handboek van omgekeerde etiquette te lezen is
 Wat reïficatie is
 Hoe het zit met de hersenen en psychiatrische stoornissen
 Wat de voordelen en risico’s van psychiatrische labels zijn
 Wie Big Al is
 Wat Stepped Diagnosis is

Wat is psychopathologie?
 Geen eenvoudige definitie
 Abnormaliteit definiëren op basis van
o Statistische afwijking
 Afwijking is wat niet vaak voorkomt
 Infrequentie
 Symptoomlijstjes
 con: zeldzaam gedrag hoeft geen probleem te zijn
 con: context blijft buiten beschouwing

, o Mate van impairment
 Als iemand niet meer goed functioneert
 Interferentie met schools en sociaal functioneren
 Criterium ingevoerd door Big Al (Allen Frances), voorzitter van DSM IV
 Impairmentcriterium: we mogen niet spreken van een stoornis als er geen
sprake is van een bepaalde vorm van disfunctioneren
 con: geen objectieve criteria
 Wanneer functioneert iemand slecht genoeg om te spreken van een
stoornis?
 con: niet altijd zichtbaar
 Iemand kan een grote mate van disfunctioneren hebben zonder dat het
zichtbaar is voor de omgeving  moeilijk te classificeren
o Psychologische distress/ongelukkigheid
 Somber, geagiteerd, piekeren, paniek, frustratie, boosheid etc.
 con: kinderen kunnen distress niet altijd verwoorden
 con: gedragsproblemen gaan niet altijd samen met ervaren distress
 Mensen kunnen heel moeilijk zijn voor hun omgeving, zonder er zelf last
van te hebben  deze mensen vang je niet met deze definitie
o Culturele afwijkingen
 Afwijken van maatschappelijke normen en waarden overtreden
 con: deze normen variëren per cultuur
 DSM is internationaal handboek (over culturen heen) dus je wilt iets
zeggen dat wereldwijd geldt
o Rigiditeit/inflexibiliteit
 Terugkerende inflexibele gedachten en gedragingen in bijna alle situaties
 Mensen zijn niet in staat hun gedrag aan te passen aan verschillende
omstandigheden
 con: rigiditeit en inflexibiliteit zijn vage en moeilijk te operationaliseren
termen
 con: al te flexibel is ook niet gezond
 Bv. kinderen die in heel veel pleeggezinnen zijn geweest passen zich
heel erg aan aan ieder gezin, verliezen hiermee hun eigen identiteit
omdat ze zich altijd aanpassen aan de omgeving
 Definitie psychopathologie/stoornis in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders
(DSM)
o Medisch model: pathologie in het individu
o Onderliggende psychobiologische disfunctie

Depressie (5 v/d 9)
 Depressief of prikkelbaar
 Verlies van interesse
 Gewichtstoename of gewichtsafname
 Toename van eetlust of afname van eetlust
 Teveel slapen of te weinig slapen
 Psychomotore agitatie of juist sloomheid
 Concentratieproblemen
 Om de classificatie depressie te krijgen moet iemand voldoen aan 5 van de 9 criteria + het
impairmentcriterium
o Beperkingen in het schoolse/werkgerelateerde en sociale functioneren

Attention Deficit Hyperactivity Disorder
 Negen criteria aandachtsproblemen (voldoen aan 6)
 Negen criteria impulsiviteit en hyperactiviteit (voldoen aan 6)
 Bijkomende criteria:
o Gedragingen zijn voor het 12e levensjaar begonnen

, o Gedragen doen zich voor op twee of meer terreinen
o Interfereert met het sociale en schoolse functioneren
 Criteria bevatten telkens het woord ‘vaak’, maar hoe vaak ‘vaak’ is is afhankelijk van de
beoordelaar  erg vaag woord
o Als je de criteria erg strikt toepast vallen er maar een paar kinderen in, maar als je ze
breder toepast vallen er heel veel kinderen in
o Het lijkt er op dat de criteria in de afgelopen decennia steeds breder worden toegepast

Hoe ontstaan DSM classificaties?
 Er zijn ongeveer 400 stoornissen in de DSM
 BOGSAT: bunch of guys sitting around a table  dit is hoe psychiatrische stoornissen ontstaan
o Overheersend mannen (psychiaters, vaak Amerikaans) stemmen met elkaar over welke
gedragingen als een stoornis moeten worden beschouwd
 Maken beslissingen op basis van onder andere expertise, ook op basis van wat er
op dat moment in de samenleving speelt
 Voorbeeld: homoseksualiteit, stond tot 1973 in DSM als psychiatrische
stoornis
 Niet verdwenen uit DSM vanwege wetenschappelijke inzichten,
maar vanwege protesterende mensenmassa’s  onder druk van
de samenleving is besloten het uit de DSM te halen
 DSM is soort handboek van omgekeerde etiquette: alle gedragingen waarmee we moeite hebben
staan er in opgesomd
 Er staan steeds meer gedragingen en emoties als stoornis in de DSM (in DSM I waren het er 106,
in DSM V zijn het er ±400)
o Aantal nieuwe stoornissen DSM-5:
 Driftbuiten (disruptive mood disregulation disorder – DMDD)
 Verzamelwoede (hoarding disorder)
 Ouderdom (mild neurocognitive disorder – MND)
 Overeten (binge eating disorder – BED)
 Menstruatie moods (pre menstrual dysphoric disorder – PMDD)
 1 op de 2 Nederlanders voldoet ooit in diens leven aan de criteria van een psychiatrische stoornis
(omdat er zoveel stoornissen zijn)

Voordelen DSM
 Communicatie over categorieën mogelijk
o Je kan met onderzoekers over de hele wereld over stoornissen communiceren omdat je
dezelfde criteria hanteert
o Bij doorverwijzing tussen behandelaren geldt dit ook
 Onderzoek naar oorzakelijke factoren van omschreven stoornissen mogelijk
o Goede definitie nodig om onderzoek te kunnen doen naar oorzaken
 Onderzoek naar effecten van verschillende behandelmethoden mogelijk
o Ook goede definitie voor nodig

Nadelen DSM
 Onduidelijk onderscheid tussen verschillende categorieën: veel comorbiditeit
o Verschillende stoornissen komen vaak tegelijk voor
 Onduidelijk onderscheid normaal vs. gestoord
o Groot grijs gebied tussen normaliteit en abnormaliteit
 Niet iedereen past in een hokje
o Je kan een aantal kenmerken hebben van sommige stoornissen en daar veel last van
hebben, maar niet voldoen aan een hokje
 Niet onafhankelijk
o Verstrengeling tussen kennis en macht
o 70% van de taakgroep van de DSMV heeft banden met de farmaceutische industrie

, Farmaceutische industrie beïnvloedt de mensen die betrokken zijn bij de DSM
(bv. geld geven voor onderzoek  onderzoek is dan niet meer onafhankelijk)
 Bij onderzoek wordt dan veel vaker een positief effect van medicijnen gevonden
dan bij onafhankelijk onderzoek
o Farmaceutische bedrijven:
 Brengen websites in de lucht en sponsoren websites
 Sponsoren patiëntenverenigingen
 Sponsoren expertmeetings
 Sponsoren experts die aan de DSM werken
 Sponsoren experts die aan richtlijnen werken
 Sponsoren wetenschappers voor onderzoek
 Betalen wetenschappers voor ‘voorlichting’
 Publiceren zelf onderzoek naar hun producten
 Betalen veel geld voor advertenties in wetenschappelijke tijdschriften en op
websites
 Reïficatie

Reïficatie: filosofie & psychiatrie
 Realisme/essentialisme: DSM classificaties komen overeen met een in de natuur bestaande
ordening
o We hebben stoornissen ontdekt, ze waren er altijd al en op een gegeven moment zijn ze
ontdekt
o Biomedische visie
 Nominalisme: DSM classificaties zijn mensenwerk en dus arbitrair en kunstmatig
o We hebben stoornissen gemaakt, het is pas een probleem als wordt besloten dat het een
probleem is
 Pragmatisme: ‘waar is wat werkt’, als deze ordening helpt om mensen te helpen is het oké
o We hebben de stoornissen gemaakt op basis van wat we zien
 Reïficatie: verdingelijking
o Iets abstracts wordt iets concreets
o Een kunstmatige soort wordt een natuurlijke soort
o Kunstmatige door mensen bedachte DSM categorieën worden gezien als door de natuur
gegeven ziektebeelden

Gevolgen van reïficatie in de psychiatrie
 Overwaardering DSM-classificaties
o Schijnverklaring
 Stoornis wordt gebruikt als verklaring
 Is niet terecht: stoornis geeft geen verklaring voor je gedragingen, maar geeft er
een naam aan
o DBC, PGB, rugzakje
 Neiging tot cirkelredeneringen
o Kinderen met ASS hebben meer sociale problemen  logisch want daarom hebben ze de
diagnose, als je dan een groep met en zonder ASS gaat vergelijken vindt je natuurlijk
meer sociale problemen bij kinderen met ASS
 Namen van categorieën aanzien voor oorzaken van ongewenste emoties/gedragingen

Misvatting 1: ADHD veroorzaakt hyperactiviteit, impulsiviteit en concentratieproblemen
 Naming versus explaining
o Naming: naam die we hebben gegeven aan bepaald gedrag
o Explaining: verklaring voor het gedrag
o Deze worden verward
o ‘Hij is druk en ongeconcentreerd door zijn ADHD’  maar ADHD is alleen maar de naam
voor het gedrag, maar je hebt nog geen verklaring voor dit gedrag

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lidewijzilverberg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53022 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99  3x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd