H15: Internationale machtsverhoudingen
Macht: het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken
en de handelsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten
Gezag: macht die als legitiem beschouwd wordt
Verhouding: verwijst naar de wijze waarop mensen zich van elkaar onderscheiden en tot
elkaar verhouden en de manier waarop de samenlevingen in sociale zin vorm geven aan
deze verschillen. Het verwijst ook naar onderlinge betrekkingen tussen staten
15.1 Westfaalse statensysteem
Staatsvorming:
De institutionalisering van politieke macht tot een staat.
- Leidt tot ontstaan statensysteem in West-Europa.
- Voorbeeld: Westfaalse statensysteem
Geweldsmonopolie: middel van de staat om burgers te beschermen
→ burgers krijgen rechten en plichten
Belastingmonopolie: burgers hebben plicht belasting te betalen aan overheid
Non-interventiebeginsel of soevereiniteitsbeginsel: Staten bemoeien zich niet met interne
aangelegenheden van elkaar
Conflict:
Een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om de eigen doelen
te bereiken.
- Op micro-, meso- en macroniveau
- Latent of manifest van aard
- Maatschappelijke of sociale conflicten: machtsverschillen tussen individuen,
bevolkings)groepen of landen
Functionalisme paradigma:
De maatschappij als organisme: samenstellende delen vervullen elk een eigen functie.
- Dragen bij aan het gehele maatschappelijke systeem
- Bevorderen orde, harmonie en groei
Conflict: symptoom van een niet goed functionerende samenleving → vermijden
- Komen altijd voor
- Bedreiging voor de maatschappelijke orde
Conflict paradigma:
Maatschappij is een arena waarin groepen en individuen strijden om schaarse middelen en
aangelegenheden
Conflict: motor van maatschappelijke veranderingen.
1. Ongelijke materiële verschillen tussen bezittende en bezitloze klasse.
a. Tegengestelde belangen: ongelijke verdelinge welvaart en macht
b. Kunnen leiden tot een verandering van bestaande maatschappelijke orde
2. Maatschappelijke verschillen tussen bevolkingsgroepen
a. Oorsprong in uiteenlopende sociale en culturele verschillen
b. Belangentegenstellingen
, Sociaalconstructivisme paradigma:
Kijkt naar de betekenis die door verschillende actoren aan bepaalde gedragingen gehecht
wordt.
Conflict: handelingen van mensen in conflict- en samenwerkingssituaties.
Rationele-actor paradigma:
Verschillenden personen of groepen hebben tegengestelde doelen of belangen
- Hoe gaan zij met elkaar om: samenwerken/samenleven, gezamenlijke oplossing
Conflict: belangrijke vernieuwende functie
Politieke conflicten: verschillen van mening en conflict over hoe de
samenleving/wereldorde eruit moet zien of hoe die ingericht is
- Economische kwesties, ongelijkheid, niet-materiële zaken
- Nationaal en internationaal
15.2 Analyse van het statensysteem
Interne soevereiniteit: de staat wordt door de bevolking erkend als hoogste gezag op het
grondgebied dat tot de staat behoort
1. Heerst over een bevolking;
2. Beheerst een bepaald grondgebied;
3. Beschikt in dat grondgebied over een belastings- en geweldsmonopolie
Externe soevereiniteit: de staat wordt erkend door andere staten en valt niet onder het
gezag van een andere staat
Fragiele staten (of falende staten): geen interne soevereiniteit.
Niet in staat om:
1. De interne rechtsorde handhaven
2. Belangrijke openbare diensten leveren
Een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om de eigen doelen
te bereiken.
Intrastatelijke conflicten = burgeroorlogen
Interstatelijke conflicten = oorlogen tussen staten
Globalisering:
Het proces van uitbreiding en intensivering van contacten en afhankelijkheden over zeer
grote afstanden en over landsgrenzen heen.
Negatieve effecten:
- Landsgrenzen worden vloeibaar
- Terroristisch geweld overal op de wereld
→ fragiele staten meer last van negatieve gevolgen globalisering
Positieve effecten:
- Economische groei → opkomende staten
BRICS-landen: Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika
- Opkomende staten rijker en meer macht
→ Machtsverhoudingen veranderen, gevolgen relaties tussen staten
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jarnokingnl. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.