Dit document bevat alle problemen die horen bij het cognitieve blok 2.1 Thinking and Remembering. Ik zelf vond het een interessant blok en met deze samenvatting heb ik dan ook een 8.5 gehaald!
Dual Memory Model van Atkinson&Shiffrin
1. Sensory Memory: stimuli van de omgeving komen constant binnen door onze mechanismes voor
zien, horen, voelen, ruiken en voelen. Het sensorisch geheugen is het onderliggende proces dat
deze inkomende stimuli transformeert tot logische informatie.
- De capaciteit van het sensorisch geheugen is heel erg groot. De duur van het vasthouden van
de informatie is maar heel kort, namelijk minder dan 3 seconden
2. Kortetermijngeheugen: refereert aan het geheugensysteem dat verantwoordelijk is voor het
vasthouden van kleine stukjes informatie.
- De capaciteit van het kortetermijngeheugen is heel klein, zowel de hoeveelheid
informatiestukjes als de tijd het ze vast kan houden (ongeveer 15-20 seconden).
- Het kortetermijngeheugen werkt dus als een buffer of een tijdelijk opslagstation. Het houdt
informatie vast totdat het gemanipuleerd wordt of vervaagd. Op het moment dat het
kortetermijngeheugen wordt gemanipuleerd dan heet het werkgeheugen. Het manipuleren
heet de executieve controle van het werkgeheugen.
3. Langetermijngeheugen: het langetermijngeheugen bevat alle herinneringen, ervaringen en
informatie die verzameld zijn door het leven heen.
- De capaciteit van het langetermijngeheugen is heel erg groot.
Encoding = Een proces waarbij waargenomen informatie zo wordt verwerkt en aangepast dat het kan
worden opgeslagen in het korte- of langetermijngeheugen, en het later kan worden terug gehaald.
Retrieval = Het terug halen van informatie uit het geheugen. Er kan hierbij onderscheid gemaakt
worden tussen het terughalen uit het kortetermijngeheugen en het langetermijngeheugen.
- Kortetermijngeheugen: Informatie wat opgeslagen ligt in het kortetermijngeheugen wordt
achtereenvolgend opgehaald.
- Langetermijngeheugen: Informatie wat opgeslagen ligt in het langetermijngeheugen wordt
opgehaald door associatie.
Capaciteit kortetermijngeheugen:
George Miller kwam met ‘the magical number seven’ en suggereerde dat het kortetermijngeheugen
ongeveer 7 items tegelijk kan onthouden (+-2).
- Een chunk is een geheugenitem dat bestaat uit stukjes informatie die sterk met elkaar
verbonden zijn. Het kortetermijngeheugen zou dan ongeveer 7 chucks bevatten.
1
, Blok 2.1 Thinking and Remembering
The Brown/Peterson and Peterson technique: Zij toonden alle drie onafhankelijk aan dat materiaal
wat minder dan een minuut in het geheugen wordt gehouden, vaak weer wordt vergeten. Dit
toonden zij aan door iemand 3 cijfers te laten lezen, en hen vervolgens een minuut lang per drie te
laten terugtellen. Zo wordt er voorkomen dat het oorspronkelijke getal in het geheugen blijft doordat
het wordt herhaald. De resultaten toonden dat er spraken is van interference; De nieuwe informatie
duwde de oude informatie weg waardoor het originele getal vaak niet meer kon worden
opgenoemd.
- Articulatory Supression effect: het remmingsproces voor geheugenprestatie door te praten
terwijl je wordt blootgesteld aan een item dat je moet onthouden.
Serial position effect: refereert aan de U-vormige relatie tussen de positie van een bepaald woord en
de bijbehorende waarschijnlijkheid dat het wordt gerecalled.
o Recency effect: deze woorden zijn nog actief in het kortetermijngeheugen tegen de
tijd dat de woorden herhaald moesten worden.
o Primacy effect: deze woorden worden vaker herhaald.
- Experiment: bij meer tijd per te onthouden item werd het primacy effect groter en bleef het
recency effect gelijk
Factoren die de capaciteit van het werkgeheugen beïnvloeden:
- Pronounciation time/ word lenght effect: korte woorden worden makkelijker onthouden dan
lange(re) woorden.
- Semantic similarity: items waarbij de betekenis op elkaar lijken zijn moeilijk te leren omdat ze
blijven interferen (proactive interference). Pas als er sprake is van een release from proactive
interference, zijn de items makkelijker te leren en te onthouden (ipv JDG-037).
- Semantic catagory: items die qua categorie veel van elkaar verschillen, zijn makkelijker terug
te halen dan worden die in dezelfde categorie vallen.
B
Baddeley and Hitch (1974) en Baddeley (1986) vervingen het concept van het kortetermijngeheugen
met dat van werkgeheugen. Sindsdien is de conceptualisatie van het werkgeheugen steeds
complexer geworden. Volgens Baddeley heeft het werkgeheugen vier componenten:
(1) Het visuo-spatial sketchpad (VSS), bewaart visuele en ruimtelijke herinneringen. Het VSS heeft
een gelimiteerde capaciteit maar beïnvloedt niet de capaciteit van de PL.
1. (O) Visual cache: Het deel van het VSS dat informatie opslaat over visuele vorm en kleur.
2. (P) Inner scribe: Het deel van het VSS dat zich bezighoudt met ruimtelijke informatie en
bewegingsinformatie.
o Spatial manipulation: een persoon kan fysieke aspecten van de ruimte creëren,
vormgeven en manipuleren (paraplu).
(2) De phonological loop (PL), bewaart auditieve herinneringen en behoudt ze door interne
spraakherhaling. De interne, niet-uitgesproken spraak waarvan gebruikt wordt gemaakt tijdens
herhaling is de sleutel tot de PL en het verbale werkgeheugen. De capaciteit van de PL is twee
seconden.
1. Phonological store: de plek waar de auditieve informatie passief wordt opgeslagen.
2. Articulatory loop: de plek waar de informatie uit de store actief wordt herhaald.
- The phonological similarity effect: Het in de correcte volgorde kunnen herhalen van een rijtje
woorden hangt af van de klanken (fonologie). Wanneer de woorden fonologisch gezien
verschillen, kunnen deze beter in dezelfde volgorde worden herhaald. At, keek, liep is beter
te onthouden dan keek, leek, week.
2
, Blok 2.1 Thinking and Remembering
- The word-length effect: Het in de correcte volgorde kunnen herhalen van een rijtje woorden
hangt ook af van de memory span. Dit is namelijk het aantal woorden of items dat in de
correcte volgorde kan worden herinnerd. De memory span is groter voor kortere worden dan
voor langere woorden. Je kan dus meer kortere woorden in dezelfde volgorde herinneren
dan langere woorden. Dit geldt voor zowel lettergrepen als klanken.
(3) En derde component van Baddeley’s model is de central executive die beide werkgeheugen
buffers monitort en manipuleert. Het heeft een gelimiteerde capaciteit, lijkt op aandacht en
behandelt elke cognitief vereiste taak. De central executive werkt door sensorische informatie te
ontvangen en te evalueren, items in het langetermijngeheugen te verplaatsen en op te halen en
te beslissen welke herinneringen nodig zijn voor welke taak
- Random Number Generation Task
Inhibition function: Iemands vermogen om Aandacht focussen
bewust dominante of automatische reacties
te remmen wanneer dit nodig is.
Shifting function: Het vermogen om heen en Aandacht verdelen
weer te schakelen tussen verschillende taken
of ‘mental sets’. Het wordt gebruikt wanneer
je je aandacht van de ene taak naar de andere
verplaatst.
Updating function: Het updaten en monitoren Aandacht switchen
van de representaties van het werkgeheugen.
Je updatet informatie die je moet onthouden.
Denk hierbij aan het bereiden van een
maaltijd wat uit verschillende gangen bestaat.
Je blijft de onderlinge onderdelen (de gangen
– stukjes informatie) constant updaten. Dit is
erg handig in het omgaan met veranderende
omstandigheden (N-back test).
Interactie
(4) De episodic buffer is het vierde component en dient
als een tijdelijke opslag plaats dat informatie vanuit de
PL, VSS en LTM vasthoudt en integreert. Als iemand
een herinnering ophaalt, gebeurt dat ook in de
episodic buffer.
C
Attention: de mentale activiteit die toestaat dat iemand
een gelimiteerde portie informatie opneemt vanuit een
grotere stroom informatie afkomstig uit je sensorische
wereld en geheugen.
- Bottom-up processing: wanneer iemand zijn mentale activiteit concentreert op een specifiek
iets omdat een interessante stimulus onze aandacht heeft getrokken, bijvoorbeeld een vogel
die opeens wegvliegt.
- Top-down processing: wanneer iemand zijn mentale activiteit concentreert op een specifiek
iets omdat we er meer aandacht aan willen geven, bijvoorbeeld iemand zoeken in een
menigte.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper PsychStudent2021. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,99. Je zit daarna nergens aan vast.