Hele uitwerking van het examenmatrijs Belastingrecht, tot in de details verwerkt. Voor de onderwerpen in het matrijs zijn tevens oefenvragen bedacht om de stof te vergemakkelijken en meer inzicht te krijgen.
1.1 De kandidaat benoemt welk overheidsorgaan of overheidsinstantie een gegeven belasting of
heffing kan opleggen.
Het Rijk heft de ‘grote’ belastingen waaruit voor de (centrale) overheid de meeste inkomsten
voortvloeien: omzetbelasting, loon- en inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting.
Daarnaast ook de kansspelbelasting, dividendbelasting, motorrijtuigenbelasting en bpm,
overdrachtsbelasting, accijnzen en bijv. een aantal milieuheffingen.
Door de provincie worden zogenoemde opcenten geheven die door de houder van een
motorrijtuig moeten worden betaald tezamen met de motorrijtuigenbelasting.
Gemeente heffen meerdere belastingen, waarvan de bekendste: Onroerendezaakbelasting.
De gemeente heffen toeristenbelasting en hondenbelasting.
Waterschap heft de waterschapsbelasting, om de kwaliteit van het waterbeheer te waarborgen.
Vraag: Wie heft de motorrijtuigenbelasting?
A: Provincie
B: Gemeente
C: Rijk
Toelichting: Dit is een instinker. Vanzelfsprekend zul je voor de provincie kiezen, maar in dit geval
heft het Rijk de motorrijtuigenbelasting. Het deel zonder provinciale opcenten wordt opgelegd
door de Centrale overheid. Als de vraag was, welke overheidsinstantie kan de
motorrijtuigenbelasting opleggen met de opcenten, was het antwoord de provincie. Goed lezen
dus.
1.2 De kandidaat benoemt wie belastingplichtig is in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting.
Om dit te begrijpen moet je eerst het begrip ‘belastingplichtig’ onder de loep nemen.
De persoon van wie belasting wordt geheven, worden de belastingsubjecten genoemd, ofwel de
belastingplichtigen.
Binnenlands belastingplichtigen:
Iemand die blijvend (permanent) in Nederland woont, wordt een ingezetene genoemd en is
belastingplichtig. De belastingplichtige wordt belast voor zijn gehele inkomen, waar ter wereld hij
het inkomen ook heeft verdiend, zijn wereldinkomen. Binnenlands belastingplichtigen hebben
een onbeperkte belastingplicht. Om dubbele belasting te voorkomen, heeft Nederland met veel
landen verdragen gesloten die moeten voorkomen dat de belastingplichtigen dubbel worden
belast. Het wordt eenmaal geheven.
Buitenlands belastingplichtigen:
Buitenlands belastingplichtig is de natuurlijk persoon die niet in Nederland woont, maar een
Nederlands inkomen geniet. Hij heeft een beperkte belastingplicht: alleen het inkomen dat in
Nederland wordt genoten, is belast voor de inkomstenbelasting.
Wanneer kan worden gezegd dat een belastingsubject in Nederland woont?
Bepalend hiervoor zijn de feitelijke omstandigheden. Het gaat erom waar het sociale leven zich
voornamelijk afspeelt. Zijn woonadres is daarbij een belangrijke aanwijzing, maar is niet per se
doorslaggevend. Het gaat om de feitelijke situatie: waar woont het gezin en waar gaan de
kinderen naar school? Waar brengt de belastingplichtige het grootste deel van zijn vrije tijd
door?
Vraag: Wie zijn buitenlands belastingplichtigi in de zin van de Wet op de Inkomstenbelasting?
A. Alleen de in Nederland wonende personen die meerderjarig zijn.
B. Alle in het buitenland wonende personen die vanuit Nederlands inkomsten genieten.
, C. Alle in het buitenland wonende personen die vanuit Nederlands inkomen genieten behalve
ambtenaren in dienst van het Rijk in het Buitenland werkzaam zijn en personen die vanuit
Nederland door hun werkgever naar het buitenland zijn gezonden
Toelichting: Ambtenaren die in het buitenland voor Nederland werken zijn voor Nederland
binnenlandsbelastingplichtig (denk maar aan het Ambassadeterrein Nederlands grondgebied is,
dus je werkt ‘’in Nederland’’. Dat zelfde geldt voor mensen die door hun bedrijf zijn uitgezonden,
maar hun economische kring blijft in Nederland.
Vraag: Wie is geen belastingplichtige voor de inkomstenbelasting?
A. Samuel die ingeschreven staat in Brussel maar werkzaam is in Nederland.
B. Yasin die werkt in Nederland maar tevens uitgezonden is naar Dubai voor onbepaalde
tijd.
C. Extra BV die gevestigd is in Assen.
Toelichting: Belastingplichtigen zijn alleen natuurlijke personen. De BV is een onderneming
en tegelijk ook een rechtspersoon. Rechtspersonen vormen juridisch een afgescheiden
organisatie. Het zelfde geldt voor de NV, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij.
Diverse ondernemingsvormen zijn geen rechtspersoon. Denk daarbij aan een eenmanszaak,
een maatschap, een vennootschap onder firma of een commanditaire vennootschap. Deze
ondernemingen vallen er dus wel onder.
1.3 De kandidaat motiveert voor een situatie of iemand inkomstenbelasting is verschuldigd.**
Abel heeft de oude (te kleine) fiets van zijn zoon op internet verkocht. Hij verkoopt en koopt
gebruikte fietsen omdat hij dat vanuit zijn huis doet en verder geen inkomsten heeft, doet hij alle
zaken via internet zoals Marktplaats en Bol.com.
Is abel over de opbrengst van deze fiets inkomstenbelasting verschuldigd?
Toelichting: Abel is inkomstenbelasting verschuldigd. Dit is het bedrijf van Abel. De opbrengst is de
inkomstenbron van Abel. Abel koopt het goed in en zijn zoon kon het gebruiken. Als abel geen
onderneming heeft (hij verdient zijn geld niet met het verkopen op internet, dan is het geen
inkomsten. De key hier is hij verkoopt en koopt gebruikte fietsen en verkoopt via Marktplaats en Bol
omdat hij geen showroom heeft.
1.4 De kandidaat berekent voor een situatie en eventueel een gegeven heffingskorting hoeveel
inkomstenbelasting iemand verschuldigd is in een bepaalde box.**
Ronnie heeft loon uit arbeid. Hij heeft een jaarinkomen van 60.000. 20.000 van zijn inkomen valt
in box 2, en het resterende jaarinkomen in box 1. Je kunt kiezen uit de volgende
belastingkortingen: Algemene belastingkorting 400, Arbeidskorting 500 en Jong gehandicapten
korting 1000.
Box 1 zijn de schijven als volgt:
Inkomen meer dan:
0 tot 20.000 – tarief is 10%
20.000 tot 35.000 – tarief is 20%
35.000 tot 60.000 – tarief is 30%
Als eerst reken ik box 2 uit. 20.000 euro moet belast worden in Box 2. Het inkomen in box 2
wordt belast tegen een tarief van 25%.
6500 + 5000 = 11.500 belasting dat geheven moet worden.
Maar let op! We zijn er nog niet. We hebben nog te maken met de volgende heffingskortingen:
Algemene belastingkorting – 400
Arbeidskorting – 500
Jong gehandicaptenkorting – 1000
Waar heeft Ronnie recht op?
Algemene heffingskorting: Iedere belastingplichtige komt in aanmerking voor de algemene
heffingskorting. De algemene heffingskorting is inkomensafhankelijk. Hieruit kan ik constateren
dat Ronnie hier recht op heeft.
Arbeidskorting: De arbeidskorting is van toepassing voor iedere belastingplichtige die met
tegenwoordige arbeid winst uit een onderneming, loon of resultaat (inkomen) uit
werkzaamheden geniet. In de casus constateer ik dat Ronnie hier recht op heeft, aangezien hij
werkzaam is en loon uit werkzaamheden geniet.
Jong gehandicaptenkorting: Deze korting geldt voor mensen die een beroep kunnen doen op de
Wet Wajong. In de casus heb ik niks gehoord over een beperking of iemand die beroep doet op
de wet Wajong. Dit is dus niet relevant en heeft Ronnie geen recht op.
Dat brengt op het volgende:
11.500 – belasting te betalen
Algemene belastingkorting – 400
Arbeidskorting – 500
11.500 – 500 – 400 = 10.600
Ronnie is 10.600 voor de IB verschuldigd.
Daarnaast zijn er nog meerdere kortingen, goed om te weten:
Inkomensafhankelijke combinatiekorting:
Deze heffingskorting is voor belastingplichtigen met jonge kinderen die ook een bepaald
arbeidsinkomen hebben of recht hebben op zelfstandigenaftrek.
Heffingskorting voor AOW-gerechtigden
Deze korting voor AOW-gerechtigden is ook afhankelijk van het inkomen. (ouderenkorting)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ThomasDegens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.