Week 1:
Hoofdstuk 7 Persoonlijkheid
Het begrip persoonlijkheid slaat op de psychologische eigenschappen die een zekere continuiteit
verlenen aan het gedrag van een individu in verschillende situaties en op verschillende momenten.
7.1 Door welke krachten wordt de persoonlijkheid gevormd
We zouden persoonlijkheid kunnen beschouwen als de standaard instellingen van ons unieke
patroon van motieven, emoties en percepties, in combinatie met de aangeleerde schema’s die we
toepassen om onszelf en onze wereld te begrijpen. De persoonlijkheid wordt gevormd door de
gecombineerde krachten van biologische, situationele en psychische processen, die allemaal in een
context van sociaal culturele factoren en ontwikkelingsfactoren zijn ingebed.
Karaktertrekken: stabiele persoonlijkheidskenmerken waarvan men aanneemt dat ze zich in het
individu bevinden en die in verschillende omstandigheden een leidraad vormen voor zijn of haar
gedachten en handelingen.
Procestheorieën: theorie over het proces waarin een persoonlijkheid zich ontwikkelt door toedoen
van interen en externe ervaringen.
Persoonlijkheidsprocessen: de interne werking van de persoonlijkheid. Omvat motivatie, emotie,
perceptie, leren en onbewuste processen.
Individualisme: kenmerk van een samenleving waarin de onderlinge banden tussen individuen los
zijn: iedereen wordt geacht uitsluitend te zorgen voor zichzelf en voor zijn of haar naaste familie.
Collectivisme: kenmerk van een samenleving waarin individuen vanaf hun geboorte opgenomen zijn
in sterke, hechte groepen, die hun levenslang bescherming bieden in ruil voor onvoorwaardelijke
loyaliteit.
Intrinsieke motivatie: het verlangen om met een activiteit te beginnen vanwege de activiteit zelf, en
niet vanwege een externe consequentie zoals een beloning.
Extrinsieke motivatie: het verlangen om met een activiteit te beginnen vanwege een externe
consequentie, zoals een beloning.
Perceptie: proces waarbij aan het patroon van sensorische zenuwimpulsen een gedetailleerde
betekenis wordt toegekend. Perceptie wordt sterk beïnvloed door herinnering, motivatie, emotie en
andere psychologische processen.
7.1.1 Biologie, menselijke natuur en persoonlijkheid
Het verschijnsel verplaatsing of displacement van agressie of aanwijzen van een zondebok houd in
dat mensen anderen gaan beschuldiging van verschillende omstandigheden. De duidelijke menselijke
neiging to seks en agressie klopt met het idee dat we nakomelingen zijn van een lange lijn van
voorouders die waren gemotiveerd om te overleven en zich voort te planten. Ui de moderne
neurologie en evolutionaire psychologie blijkt dat het onjuist is te veronderstellen dat al het
menselijk gedrag door slechts enkele basale motieven wordt veroorzaakt. Wij lijken te bestaan uit
een verzameling modulen waarvan elk zich heeft gespecialiseerd in de realisatie van een specifiek
doel.
7.1.2 De effecten van nurture: persoonlijkheid en de omgeving
,Ondanks het feit dat de genetica steeds meer inzicht biedt in het verband tussen erfelijkheid en
gedrag is het duidelijk dat ons gedrag voor een belangrijk deel gevormd wordt volgend de principes
van behavioristische conditionering, cognitief leren en sociale psychologie. Omgevingsinvloeden zijn
zo belangrijk dat ze met inbegrip alle aangeboren eigenschappen overstemmen.
7.1.3 De effecten van nature: karakter en psychische processen
De dimensie introvert-extrovert is een voorbeeld van een beschrijvende persoonlijkheidstheorie; bij
dit type theorie ligt de nadruk op de betrekkelijk stabiele persoonlijkheidskenmerken of
karaktertrekken van een individu. Procestheorieën gaan verder dan beschrijven en verklaren de
persoonlijkheid in termen van de interne persoonlijkheidsprocessen. We kunnen zeggen dat we
mensen van over de hele wereld aan de hand van slechts enkele elementaire
persoonlijkheidskenmerken kunnen beschrijven. Er zijn ook onderdelen van de persoonlijkheid
waarop de specifieke cultuur een enorme invloed heeft.
7.2 Uit welke blijvende patronen of disposities bestaan onze persoonlijkheid
4 humores/lichaamssappen:
Sanguinische: opgewekt persoon
Cholerisch: door woede gekenmerkt temperament
Melancholiek: gedeprimeerd
Flegmatiek: traag
Volgens alle dispositionele theorieën bestaat er een kleine groep van persoonlijkheidskenmerken die
temperamenten , karaktertrekken of typen worden genoemd; het individu vertoont met betrekking
tot deze kenmerken gedurende zijn hele leven een consistent beeld.
Dispositionele theorieën: een algemene term die temperament, karaktertrekken en
typebenaderingen van de persoonlijkheid omvat
Dispositie: een psychische en fysieke kwaliteit of eigenschap van een persoon
Factoranalyse: een wiskundig instrument waarmee de onderzoeker relaties tussen of clusters van
items op persoonlijkheidstests kan aantonen. Ook wel bekend als Eysenck’s PEN (psychotisme,
extraversie en neuroticisme).
7.2.1 Persoonlijkheid en temperament
Psychologen definiëren temperament als de biologische bepaalde disposities die al in de vroege
jeugd waarneembaar zijn en die de snelheid en intensiteit van emotionele reacties en de
overheersende stemming van een individu bepalen. Biologische psychologen vermoeden nu dat
sommige individuele verschillen in temperament worden bepaald door de verhoudingen waarin
bepaalde chemische stoffen in de hersenen voorkomen. We hebben allemaal dezelfde
neurotransmitters maar bij elk van ons is de verhouding net weer even anders, dat is de oorzaak vaan
een groot aantal verschillen in de temperamenten van mensen. Erfelijkheid en omgeving
beinvloeden elkaar doordat in eerste instantie aangeboren eigenschappen in de loop der tijd door
ervaringen worden versterkt of afgezwakt.
7.2.2 Persoonlijkheid als compendium van persoonlijkheidstrekken
Karaktertrekken zijn stabiele persoonlijkheidskenmerken waarvan men aanneemt dat ze zich in het
individu bevinden en die in verschillende omstandigheden bepalend zijn voor zijn of haar gedachten
en handelingen. Het is het product van verborgen psychologische processen. Je kunt temperament
als de basis van de persoonlijkheid beschouwen, karaktertrekken kun je vervolgens beschouwen als
een meerdimensionale structuur die op de basis van het temperament rust.
De big five:
, Open nieuwsgierig versus gesloten ongeïnteresseerd
Betrouwbaar georganiseerd versus onbetrouwbaar chaotisch
Dominant extravert versus ondergeschikt introvert
Warm vertrouwend versus koel achterdochtig
Gelijkmatig zelfverzekerd versus nerveus temperamentvol
Een betrouwbare test is een test die consistente uitkomsten geeft. Een valide test meet wat hij
geacht wordt te meten. Volgens onderzoekers is er een 6 de persoonlijkheidsdimensie namelijk
eerlijkheid of integriteit, het heeft betrekking op de mate waarin personen oprecht, rechtvaardig en
bescheiden zijn, en hebzucht vermijden. De theorieën geven ons een beeld waarbij de
persoonlijkheid als vast en statisch wordt weergegeven in plaats van als een dynamisch proces dat
afhankelijk van onze ervaring veranderingen en ontwikkeling kan ondergaan. Theorieën beschrijven
gedrag door er een sticker op te plakken maar ze geven er geen verklaring voor.
NEO Personlality Inventory (NEO-PI): de stabiliteit van de persoonlijkheid gedurende het leven, de
relatie van persoonlijkheidskenmerken met lichamelijke gezondheid en de relatie van
persoonlijkheidskenmerken met verschillende gebeurtenissen die bepalend zijn voor het verloop van
iemands leven.
MBTI (Myers-Briggs Type Indicator): veelgebruikte persoonlijkheidstest die is gebaseerd op de
Jungiaanse dimensies introversie-extraversie, denken-voelen, sensatie-intuïtie en oordeel-perceptie.
H-factor (hones-humility): wordt eerlijkheid of integriteit genoemd en heeft betrekking op de mate
waarin personen oprecht, rechtvaardig en bescheiden zijn, en hebzucht vermeiden. Dit heeft
geresulteerd in de HEXACO persoonlijkheidsvragenlijst.
7.3 Op welke manier helpen mentale processen bij het vormen van onze persoonlijkheid
Hoewel volgens elk van de procestheorieën verschillende krachten in de persoonlijkheid aan het
werk zijn, is de persoonlijkheid volgens elk van deze theorieën het resultaat van zowel interne
psychische processen als sociale interacties. De psychodynamische persoonlijkheidstheorie richt onze
aandacht op motivatie, de humanistische persoonlijkheidstheorie legt het accent op het bewuste en
op de huidige subjectieve realiteit. De sociaal cognitieve theorie richt zich op leren, perceptie en
sociale interactie
7.3.1 De psychodynamische theorieën: nadruk op motivatie en psychische stoornissen
Het onbewuste, de verborgen ziedende ketel vol krachtige impulsen, instincten, motieven en
conflicten waardoor de persoonlijkheid wordt aangedreven word centraal gezet in de
persoonlijkheid. De drijfveer is de eros, de energie achter de drijfveer is libido. De drijfveer achter
negatieve energie wordt thanatos genoemd. Psychische determinisme betekend dat al ons handelen
wordt veroorzaakt door onbewuste energie. Onze vroegste ervaringen blijven de geest van het kind
beinvloeden in diens psychoseksuele ontwikkelingsstadia. Deze stadia zijn opeenvolgende
instinctieve patronen waarbij genot telkens met een ander deel van het lichaam wordt geassocieerd.
Als iemand vast bleef in een bepaalde fase werd dit fixatie genoemd. Het id is een primitieve
onbewuste reservoir dat de elementaire motieven, driften en instinctieve begeertes bevat, die alle
drie de delen van de persoonlijkheid van energie voorzien. Het superego fungeert als virtuele
opvoeder in onze geest en houd zich bezig met de naleving van de morele eisen die het individu
heeft overgenomen van anderen. Het ego is de bewuste, rationele gedeelte van de geest dat volgens
het realiteitsprincipe werkt: het leert om de driften te beheersen en aan te passen aan de
verwachtingen van anderen.
Ego-afweer systemen:
Ontkenning
Rationalisatie
, Reactieformatie
Verschuiving
Regressie
Sublimatie
Projectie
Neofreudianen ontwikkelde eigen systemen waarbij ze soms van de theorieën afweken. Het
collectief onderbewuste is een reseervoir van gemeenschappelijke instinctieve herringeringen
bevolkt door beelden archetypen genaamd.
7.3.2 De humanistische theorieën: nadruk op menselijke potentieel en geestelijke gezondheid
Volgens de humanisten wordt de persoonlijkheid niet gedreven door onbewuste conflicten en
afweer tegen angst maar door de positieve behoefte om zich aan te passen, te leren en uit te
blinken. Mensen met een zelfactualiserende persoonlijkheid zijn creatief en spontaan en hebben een
goed gevoel voor humor, ook voelen ze zich vrij om hun mogelijkheden te ontwikkelen. Een volledig
functionerend persoon onderscheid zich door een positief zelfbeeld en overeenstemming met de
realiteit. Het fenomenale veld is het belang van perceptie en gevoelens.
7.3.3 De sociaal-cognitieve theorieën: nadruk op sociaal leren
We worden niet alleen gedreven door innerlijke motivationele krachten en door het verkrijgen van
beloningen of straffen, maar ook door onze verwachtingen over de wijze waarop onze handelingen
ons beloningen of straffen zouden kunnen opleveren. Sociaal of observationeel leren is een proces
waarbij mensen nieuwe responsen aanleren door naar elkaars gedrag te kijken en de consequenties
van dat gedrag waar te nemen. Volgens de bandura theorie is de persoonlijkheid ene verzameling
aangeleerde gedragspatronen waarvan we er vele via observationeel leren hebben geleerd. Een
inzicht in de gehele mens betekend een inzicht in de voortdurende interactie tussen gedrag, cognitie
en omgeving dit is wederzijds of reciproque determinisme. De manier waarop we handelen is
afhankelijk van ons gevoel van persoonlijke invloed, de locus of control genoemd. Het hebben van
een interne of externe locus of control lijkt een betrouwbaar persoonlijkheidskenmerk te zijn. De
echte kracht van de sociaal cognitieve theorieën is dat ze in deugdelijk psychologisch onderzoek zijn
geworteld tot de meeste van de ideeën van de freudianen, neofreudianen en humanisten.
Psychodynamische persoonlijkheidstheorie (Freud): een groep theorieën die ontstond bij Freud.
Deze theorieën richten onze aandacht op motivatie, met name op motieven vanuit het onbewuste,
en op de blijvende invloed van ervaringen uit de vroegste jeugd op onze geestelijke gezondheid.
Psychoanalystische theorie: deze theorie stelt dat de persoonlijkheid ontstaat uit onbewuste
begeerten, conflicten en herinneringen. Analyse heeft betrekking op het interpreteren van dromen
en besprekingen.
Psychoanalyse: vorm van psychodynamische theorie, ontwikkeld door Sigmund Freud. Het doel van
psychoanalyse is conflicten en herinneringen uit het onbewuste naar boven te halen. De
persoonlijkheid zou ontstaan uit onbewuste begeerten, conflicten en herinneren. Analyse heeft
betrekking op het interpreteren van dromen en versprekingen.
ID: het primitieve, onbewuste deel van de persoonlijkheid. Bevat de fundamentele drijfveren en
onderdrukt herinneringen.
Lustprincipe (id): het ID handelt altijd impulsief en streeft naar onmiddellijke bevrediging (vooral als
het gaat om lichamelijke en emotionele behoeften), ongeacht de consequenties.