Samenvatting - Blok C Levensfasen
Hoorcollege 1
Uitleggen op welke manier veranderingen optreden tijdens lichaamsgroei en welke rol
hormonen daarbij spelen.
Groeihormoon: anabool effect op vet- en koolhydraatstofwisseling, ’s nachts afgescheiden,
versterkt trofotrope processen.
- Grootste effect op botgroei.
Thyroxine: schildklierhormoon, geregeld vanuit hypothalamus.
- Hypothalamus geeft TRH af stimuleert hypofyse
- Hypofyse scheidt TSH af stimuleert schildklier
- Schildklier geeft thyroxine af stimuleert stofwisseling, bepaalt basale stofwisseling en
stimuleert ook de groei.
- Hypothyreoïdie: tekort aan thyroxine, kan ontstaan door jodiumgebrek. Kan bij
kinderen leiden tot groei- en ontwikkelingsstoornissen. Ontwikkeling van hersenen
verstoord, mogelijk verstandelijke beperking als gevolg.
- Hyperthyreoïdie: overmaat aan thyroxine, leidt tot verhoogde stofwisseling.
Calciumhomeostase door:
- Parathormoon (PTH), Calcitonine, Vitamine D
- Regelen calciumspiergel door beïnvloeden calciumopname in darm, terugresorptie in nier en
beïnvloeden activiteit osteoblasten en osteoclasten.
- Vitamine D kan omgezet worden in actieve vorm. Zorgt voor bevordering resorptie van Ca en
P in darm en bevordering terugresorptie van Ca in voorurine.
- Parathormoon afgescheiden bij daling van Ca-spiegel. PTH stimuleert osteoclasten om deel
van botkalk op te lossen. Stimuleert terugresorptie van Ca in nieren en stimuleert omzetting
van vitamine D in actieve vorm.
- Calcitonine remt botafbrekende activiteit, waardoor botopbouw en inbouw calcium
overhand krijgen.
Geslachtshormonen ook invloed op lichaamsgroei.
Uitleggen welke veranderingen in het lichaam optreden bij veroudering en welke
fysiologische processen een rol spelen m.b.t. hormonen, cellen, bloedsomloop,
ademhaling, houdings- en bewegingsapparaat, zenuwstelsel en vegetatieve functies.
Vanaf 30e jaar vermindert afgifte van geslachtshormonen.
- Daling oestrogeen zorgt voor minder kalkafzetting in bot verhoogde kans op osteoporose.
- Daling testosteron zorgt voor vermindering spieropbouw, krachtsverlies.
Wanneer telomeren (uiteinden van chromosomen) tot bepaald niveau zijn verkort, wordt celdeling
onmogelijk. Groei- en herstelvermogen van weefsels neemt af. Hoeveel korter telomeren per deling
worden wordt bepaald door erfelijkheid en milieu (roken, obesitas, chronische stress = negatief)
Apoptose = zelfdoding van cellen. Neuronen die niet functioneel zijn, worden opgeruimd. Bevordert
efficiëntie, maar is deels negatief. In centrale zenuwstelsel kunnen maar in beperkte mate nieuwe
zenuwcellen gevormd worden. Meer apoptose, minder beschikbare neuronen die functies van
beschadigde neuronen bij bijv. CVA over kunnen nemen.
, Uitleggen welke invloed leefstijl en omgeving op verouderingsprocessen hebben.
Milieufactoren: felle zon, ongezond eten, stress, roken, alcohol. Zorgen dat veroudering sneller gaat.
Inspanning is goed om veroudering te vertragen. Het zorgt voor hoge stofwisselingsactiviteit in
spieren en dit veroorzaakt een hoge concentratie van oxidanten (CO en zuurstofradicalen).
Oxidanten hebben een negatief effect (DNA en eiwitten beschadigen), maar hebben ook een
positieve kant. Ze vervullen signaalfunctie. Zetten lichaam aan tot productie van antioxidanten. Deze
beschermen de spier tegen verdere beschadiging en stimuleren het herstel van weefselschade.
Hoorcollege 2
Beschrijf meest voorkomende orthopedische aandoeningen bij kinderen (basisschool) en
adolescenten
2 typen scoliose:
Structurele scoliose moeilijker te behandelen
o Idiopathisch (niet zeker wat oorzaak is) 80%
o Congenitaal (aangeboren) 10%
o Overige oorzaken (ernstige infectie als jong kind, trauma) 10%
Niet-structurele/functionele scoliose
Structurele scoliose:
Bij buktest gibbus blijft aanwezig, ene kant is hoger dan andere kant.
Structurele verandering in wervels
Cobbse hoek > 10 graden
o Wervel die het meest gekanteld is boven en onder
streep trekken. Haaks op beide strepen weer een
streep en dat is Cobbse hoek.
Behandeling:
o Fysiotherapie en oefentherapie niet effectief
o Brace weinig effect, vaak hebben kinderen hem te
weinig om en niet therapietrouw.
o Operatie effectief, maar zeer ingrijpend
Niet structurele scoliose:
Verdwijnt bij buktest, geen rotatie en structurele afwijkingen
Cobbse hoek < 10 graden
Oorzaken:
o Beenlengteverschil bekken komt scheef te staan en wervelkolom past zich ook
aan.
o Fysiologisch normaal bij groeiend kind ene kant kan sneller groeien dan de ander
en dit kan weer wegtrekken
o Houding
Beenlengteverschil:
Tot 2,0 cm normaal
> 3 cm is waarneembaar
Tot 5 cm niet-operatief op te vangen