1) Stelsel dat de gehele samenleving onder controle probeerde te krijgen.
Voor Geschiedenis:
Duitsland: bestaand pas vanaf 1871, tot die tijd: prinsdommen, hertogdommen etc. wel in
de Duitse Bond en onder hegomonie van Oostenrijk- Hongarije.
Tot stand gekomen na een overwinning op Frankrijk (1870-1871, Frans- Duitse Oorlog).
Keizerrijk.
Dolkstootlegende
1919: Dem. Rep. Van Weimar verdrag van Versailles
Spartacusopstand mislukt (communistisch)
1924: Hitler poogt staatsgreep mislukt, Hitler op gesloten en schrijft Mein Kampf
NSDAP: Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij.
SA en SS Nacht van de Lange messen SA- top vermoord door de SS SA op
genomen in de SS.
Brand in de Rijksdag Marinus van der Lubben, Hitler krijgt de volmachten.
Rusland
Tsaren aan de macht, lijfeigenen (tot Alexander II, plm 18..).
Onder Alexander III anarchistische/ondergrondse bewegingen.
Veel aanslagen gepleegd. Marx schrijft communistisch manifest
Probleem: vooral agrarisch, weinig industrie. In het buitenland grote ondergrondse
beweging die wachten tot zij de macht van de tsaar kunnen overnemen.
Kans als WO I slecht gaat. Februari- revolutie: Kirensky aan de macht
Oktober- revolutie: Bolsjewieken macht overnemen en de andere partijen
buitenspel zetten
Bolsjewieken aan de macht olv. Lenin.
2) Nuttig, maar je moet beide stromingen wel apart zien omdat er toch grote verschillen
tussen de stromingen. (Nazisme en Stalinisme).
3) Stalinisme (wij moeten zorgen dat onze economie sterk is, dat doen we door iedereen
mee te laten werken, ieder mens is een klein radertje in het grote geheel. Als de SU op
orde en kracht is breekt de wereldorde uit) is het zelfde als communisme (= totalitair),
totalitair = Nazistisch gebrek aan beter referentie materiaal
4) Aantonen dat beide totalitaire regimes van elkaar verschillen, veel meer factoren dan
die ene persoon, sommige dingen zijn gegroeid wil historisch proces laten zien van
deze dictatoriale staten om te laten zien waar ze verschillen en waar ze overeenkomen.
Definiëren wat nu een populistische dictatuur is.
5) Geen biografieën, ziet Hitler en Stalin als iets dat gegroeid is in de tijd dmv. een aantal
factoren die in een van beide samen komen en te verklaren hoe dat zo kwam.
De impact van beiden op de wereld
Aldus de recensie: er is nu evenveel aandacht voor beide systemen, ipv. Enkel het
Nazisme.
1
, College 3 Hitler en Stalin op weg naar de dictatuur
Hitler: Volk moet met hem staan, een groot Duitsland, een machtig Duits ras
Stalin: Alles moet terug op de revolutie, die moeten we verdedigen, er is nu 1 revolutie
geweest en die revolutie moet koste wat het kost gehandhaafd worden.
1) Ambitie, het doel heiligt de middelen, gebruik maken van de situatie inzicht (goed
in spelen). De enige die de taak aan kan ben ik Ik ben niet te vervangen (Hitler en
Stalin).
Stalin speelde politiek schaak, maakte gebruik van slimme retoriek, sterk geheugen.
Beide: flexibel, meedogenloos, roekeloos, tactisch flexibel, niet loyaal.
Hitler: had een hypnotisch effect op mensen. Blik op politiek was cynisch en
manipulatief, speeches bevolking aansporen (zijn beweging aan sporen), wat de
politiek doet is niet belangrijk. Gespleten persoonlijkheid privé anders dan
publiekelijk, controlfreak.
Er zijn twee soorten mensen voor Hitler en Stalin: mensen die worden verleid en
overmeesterd, en mensen die worden overmeesterd en uitgesloten.
Volgens Lenin was Stalin altijd klaar om te verraden en Stalin kon heel goed doen
alsof hij een idioot was.
Hitler wist ook dat toen hij in de gevangenis zat dat hij niet moest mee doen met de
sporten, want hij zou verliezen en een leider verliest niet.
3) Ze hebben beide redelijk veel geluk gehad, maar daar geloofden ze zelf niet in.
Beide ideologieën zijn vooral tijdens WO 1 gevormd, visie waarvoor ze alles wilden
opgeven. Charisma. Geslagen door de vader, afzetten vanaf jonge leeftijd tegen
religieuze opleiding, in hun jeugd zijn beide actief geweest als politieke terroristen,
trok meer naar de moeder toe.
Stalin: gevormd tijdens de ondergrondse revolutie altijd bezig met de revolutie, de
staat moet blijven. Conservatiever persoon, wil behouden wat er is. Land besturen
vanuit de steden, ook de agrarische gebieden.
Hitler gevormd: Tijdens WO 1, vluchtte uit Oostenrijk om niet in het leger te hoeven,
in Duitsland gelijk in dienst. Joden als symboolfunctie (in het begin). Hitler is nog op
weg naar iets.
Zat na de putsch vast, kan na vrijlating snel weer de partij oprichten, zijn partij moet
niet samen gaan, andere partijen komen bij ons of niet.
Gaat uiteindelijk samen werken om kanselier te worden (geloofde in dusdanig in
zichzelf dat hij geloofde dat als hij eenmaal kanselier zou zijn het allemaal wel zou
lukken.
Versailles: Leger klein
SA: militaire ingestelde partij, ging steeds zelfstandiger werken (wil de plek van het
leger overnemen). SA top zien Hitler als een gelijke, Hitler vind zichzelf superieur.
Uiteindelijk de SA top vermoord. SS neemt taken van de SA over, leger en lijfwacht.
Hitler gaat iedereen haten die niet met hem is.
Stalin: complottheorie: wie niet voor mij is is tegen de revolutie. krijgt zo het volk
mee. Tegenstanders uit de weg ruimen.
2