Samenvatting Goederenrecht
Major 3.1
Goederenrecht major 3.1
Demi Matena - 1143944
,Inhoudsopgave
College 1 ......................................................................................................................................................... 3
College 2 ......................................................................................................................................................... 7
College 3 ....................................................................................................................................................... 11
College 4 ....................................................................................................................................................... 14
College 5 ....................................................................................................................................................... 19
College 6 ....................................................................................................................................................... 24
College 7 ....................................................................................................................................................... 29
2
,College 1
Bij goederenrecht staat de relatie tussen persoon en zijn goed centraal.
Relatief recht is uitsluitend van toepassing op en van belang voor bepaalde personen die met
elkaar in een rechtsrelatie staan.
Absoluut recht is een recht dat niet alleen te handhaven is op bepaalde personen, maar in
beginsel tegenover iedereen.
Goed, zaak en (vermogens)recht
• Art 3:1 BW; Goederen zijn alle zaken en vermogensrechten.
• Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten, art 3:2 BW.
à Iedere zaak is een goed, maar niet ieder goed is een zaak.
• Zaken worden verder onderverdeeld in; Onroerende zaken en roerende zaken, art 3:3
BW.
• Vermogensrechten is een specifiek recht (dus geen zaak) dat een financiële waarde in
zich draagt. En het is een recht dat een bepaalde persoon toekomt. Art 3:6 BW.
Uitwerking absolute rechten
• Eigendom, art 5:1 BW
= het meest omvattende recht dat er bestaat.
Je mag het goed waarop het recht rust overdragen, gebruiken, bezwaren met recht,
revindiceren, beschermen en ‘vruchten’ ervan gebruiken.
Aantal hoofdregels
Hoofdregel 1 à het eigendomsrecht is het moederrecht en alle andere absolute rechten zijn
beperkte rechten.
Beperkte rechten zijn dus tevens absolute rechten.
Hoofdregel 2 à Naast eigendomsrecht kunnen alle andere absolute rechten (die beperkte
rechten zijn t.o.v. van het moederrecht) op hun beurt als moederrecht optreden m.b.t.
ander absoluut recht.
à Je kan alleen eigenaar zijn van zaken en niet van vermogensrecht.
Als moederrecht kan derhalve fungeren:
- Het eigendomsrecht;
- Ander absoluut recht dat desondanks beperkt recht blijft van het eigendomsrecht
waaruit het is afgeleid;
- Geldvorderingsrecht.
3
,Openbare registers
• Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers.
• Bedoeld om mutaties in rechtstoestand van registergoederen te registreren.
• Negatief stelsel: werkelijke toestand kan afwijken van hetgeen in registers is vermeld.
Inschrijfbaarheid registers
à De feiten die inschrijfbaar zijn staan vermeld in art 3:17 BW.
à Huur- en pachtovereenkomsten zijn niet inschrijfbaar, art 3:17 lid 2 BW.
Bezit en houderschap
• Bezit is het houden van een goed voor zichzelf, art 3:107 lid 1 BW.
Bezitter wordt ook wel possessor genoemd.
• Houderschap is het houden van een goed voor een ander.
Houder wordt ook wel detentor genoemd.
Alle goederen zijn vatbaar voor bezit en houderschap, bestanddelen niet .
Belangrijke artikelen voor bezit en houderschap:
- Art 3:107 lid 2-4 BW; Bezit of houdt men d.m.v. een ander = middellijk bezit of
houderschap. Anders spreekt men van onmiddellijk bezit.
- Art 3:109 BW; Wie houdt, wordt vermoed voor zich te houden.
- Art 3:118 BW; Goede trouw.
Bezit
Bezitsverschaffing is de vorm van levering (dus) standaardeis voor overdracht van roerende
niet-registerzaken en andere vordering dan vorderingen op naam, art 3:90-91 en 93 BW.
Bewijsfunctie
De bezitter van een goed wordt vermoed rechthebbende te zijn, art 3:119 BW. Dit geldt
echter niet voor registergoederen.
Verkrijging en verlies van bezit
Art 3:112 BW bepaalt dat bezit wordt verkregen door inbezitneming, overdracht of door
opvolging onder algemene titel, of o.g.v. art 3:113 lid 1 BW, door occupatie (door een dief).
Overdracht bezitsverschaffing
- Een roerende zaak wordt feitelijk in macht van verkrijger gesteld;
a) Door bezitsverschaffing, art 3:90 lid 1 BW.
b) Wanneer goed niet in de macht van de vervreemder is à een voor dat
doel opgemaakte akte nodig, art 3:95 BW (bijvoorbeeld bij
verzekeringen).
Bezitsoverdracht zonder feitelijke overgave
• De constitutum possessorium, art 3:115 sub a BW.
Eigenaar wordt houder/huurder; er komt een nieuwe eigenaar.
• De brevi-manu-levering, art 3:115 sub b BW.
Houder wordt eigenaar.
• De traditio longa manu levering, art 3:115 sub c BW.
Houder/huurder blijft ongewijzigd, er vindt wisseling van eigenaar plaats.
4
, • Het boek benoemt nog een ‘tussenvorm’, namelijk sine manu.
= een tweezijdige verklaring tot verschaffing van het bezit een der partijen daar waar
beide partijen voorafgaande aan de overdracht al feitelijke macht over de betrokken
zaak hadden.
Gemeenschap
Wanneer een of meer goederen toebehoren aan twee of meer deelgenoten gezamenlijk, art
3:166 lid 1 BW. Aandelen zijn gelijk, tenzij…. lid 2 .
Een gemeenschap kan ontstaan door:
• Bij samenwoners
• Het door meerdere personen in eigendom verkrijgen van een goed door bijvoorbeeld
koop of o.g.v. erfrecht.
• Zaaksvorming, art 5:16 lid 1 en 3 BW.
Verdeling
• Art 3:182 BW; Alle deelgenoten moeten meewerken.
• Art 3:183 BW; Vorm van verdeling is in principe vormvrij, tenzij…..
• Art 3:185 lid 2 BW; Wijze van verdeling door de rechter
Mandeligheid
Is een vorm van gemeenschap van een onroerende zaak die toebehoort aan eigenaars van
verschillende erven en tot gemeenschappelijk nut.
- Art 3:166 t/m 188 BW
- Art 5:60 t/m 69 BW
Wijze van ontstaan;
• Overeengekomen in een notariële akte en inschrijving in de openbare orde, art 5:60
BW;
• Van rechtswege, art 5:62 BW.
Rechten en verplichtingen mede-eigenaars mandeligheid
• Elkaar toegang verlenen, art 5:64 BW
• Verdeling kosten onderhoud, reiniging, vernieuwing, art 5:65 BW
• M.b.t. overdracht, art 5:66 BW
• M.b.t. aanbouw, art 5:67 BW
• M.b.t. goot op scheidsmuur, art 5:68 BW
Wijzen van beëindiging
• Door een notariële akte, gevolgd door een inschrijving daarvan in openbare registers,
art 5:61 lid 1 sub b BW.
• Door beëindiging van de gemeenschap.
• Het nut van de zaak is voor alle erven verloren gegaan (het bijvoorbeeld afbreken van
de mandelige muur) art 5:61 lid 1 sub c BW.
Het recht van appartement
• Aandeel in goederen die in splitsing betrokken zijn, dat bevoegdheid omvat tot
uitsluitend gebruik van bepaalde gedeelten van het gebouw die blijkens inrichting
bestemd zijn of worden om afzonderlijk deel te worden gebruikt.
• = een beperkt, zakelijk genotsrecht.
5