Samenvatting artikelen toegepaste sociologie
Artikel 1 Handreiking Maatschappelijke ondersteuning, kenmerken van
professioneel handelen
De Wmo doet een beroep op de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van de burger,
om zo de kwaliteit van leven te verbeteren.
Vijf kwaliteitskenmerken:
1. Eigen kracht versterken
2. Op de vraag afgaan
3. Binden en verbinden
4. Integraal werken
5. Signaleren en agenderen
Deze vijf kwaliteitskenmerken zijn gekoppeld aan de Competenties Maatschappelijke
Ondersteuning. Beroepsgroepen hebben die competenties nodig om, samen met hun organisaties
en met de burger zelf, aan de kenmerken te voldoen.
De belangrijkste doelstellingen van de Wmo zijn zelfredzaamheid, participatie en sociale
samenhang. De kwaliteitskenmerken leveren een bijdrage aan realiseren van deze doelstellingen:
burgers zijn in staat om hun problemen op te lossen en zelf keuzes te maken in de door hen
bepaalde richting, al dan niet met behulp van hun omgeving.
Burgers, vrijwilligers, professionals en overheden kunnen alleen samen zorgen voor een
samenleving waarin iedereen mag en kan meedoen.
Instrumenten:
- Praktijkvoorbeelden: dienen als inspiratie voor instellingen op de terreinen van wonen, zorg
en welzijn die de kwaliteit van hun dienstverlening binnen de Wmo en Welzijn Nieuwe Stijl
verder willen verbeteren en willen weten hoe andere organisaties met specifieke
uitdagingen omgaan
- De reflectietool: een instrument om de professional te helpen inzicht te krijgen in zijn
professionele handelen binnen de Wmo en Welzijn Nieuwe Stijl
- De zoekwijzer/databank: verbindt de kwaliteitskenmerken en de behoefte aan bij- en
nascholing met het beschikbare aanbod aan opleidingen
- Databank effectieve sociale interventies: hierin is een steeds groeiend aantal interventies te
vinden
De kwaliteitskenmerken en daaraan gekoppelde uitwerkingen brengen de dialoog op gang op
verschillende niveaus:
- Tussen professionals onderling
- Tussen professionals en hun organisaties
- Tussen burgers, professionals en hun organisaties
- Tussen gemeenten, burgers en hun organisaties
- Tussen organisaties en hun opdrachtgevers
Eigen kracht versterken
De professional is gericht op het ondersteunen van eigen regie, het versterken van het vermogen
om de regie te voeren, en het versterken van de eigen kracht van burgers, gebaseerd op hun
mogelijkheden, talenten en wensen. De professional stimuleert wat mensen wel kunnen, al dan niet
,met extra steun vanuit hun eigen omgeving en zo nodig met steun van andere professionals of
vrijwilligers.
Het effect is dat mensen in staat zijn hun problemen op te lossen en zelf keuzes te maken in de door
hen bepaalde richting, al dan niet met behulp van hun omgeving. Ze voelen zich ondersteunend bij
het voeren van regie over hun leven en het versterken van hun vermogen om te beslissen.
De competenties van de professional die hierbij horen zijn:
Versterkt eigen kracht en zelfregie
Stimuleert verantwoordelijk gedrag
Bij de organisatie staat de vraag van de burger centraal, niet het aanbod. De burgers worden
betrokken bij oplossingen en ondersteuning. De professionals hebben de ruimte om buiten de
gebaande paden te gaan. Daarnaast wordt de eigen kracht van professionals versterkt.
Op de vraag af
De professional weet wat er speelt. Hij is aanwezig, toegankelijk en proactief. Hij heeft inzicht in wat
er speelt bij de burgers en in de wijk. Hij vangt signalen op en zorgt dat burgers zich vrij en veilig
voelen om hun verhaal te doen. Hij pakt situaties op tijd aan en zoekt met burgers naar oplossingen.
Het effect is dat burgers snel de weg naar de professional vinden. Ze weten waar ze met vragen
terecht kunnen. Problemen worden snel zichtbaar zodat ze op tijd samen met de burger kunnen
worden aangepakt.
De competenties van de professional die hierbij horen zijn:
Is zichtbaar en gaat op mensen af
Verheldert vragen en behoeften
De organisatie biedt een laagdrempelige, herkenbare en toegankelijke entree en heeft aansluiting
op lokale ketenstructuren. Ook biedt de organisatie continuïteit in dienst- en hulpverlening. Ook
heeft de organisatie een aanbod dat is afgestemd op de vraag. Binnen de organisatie is er ruimte
voor reflectie, kennisontwikkeling en innovatie van de professional.
Binden en verbinden
De professional ondersteunt de burger om de verantwoording voor zichzelf, zijn naaste omgeving
en zijn medeburgers vorm te geven. Hij zoekt verbinding met burgers, mantelzorgers, sociale
netwerken, vrijwilligersinitiatieven en wijkverbanden. Hij streeft naar afstemming tussen informele
en formele ondersteuning waarbij deze elkaar aanvullen en versterken.
Het effect is dat individuen en groepen burgers zich verantwoordelijk voelen voor de leefbaarheid en
sociale cohesie in buurten. Betrokkenen ondersteunen elkaar en werken samen om duurzaam te
voorzien in de behoefte van (kwetsbare) burgers aan ondersteuning.
De competenties van de professional die hierbij horen zijn:
Verbindt gezamenlijke en individuele aanpak
Stuurt aan op betrokkenheid en participatie
De organisatie biedt ruimte voor het aangaan van verbintenissen. De professional heeft ruimte en
tijd nodig om contacten, initiatieven en samenwerkingsverbanden te kunnen realiseren. Daarnaast
is er bij de organisatie duidelijkheid over de grenzen van de verantwoordelijkheid en de taken van de
,professional. Deze moet zijn rol, positie en taak helder naar buiten kunnen brengen. Ook wordt er bij
de organisatie opengestaan voor nieuwe doelgroepen.
Integraal werken
De professional legt verbindingen met en tussen burgers, met andere professionals en diensten, om
passende ondersteuning te realiseren. De burger en zijn vragen staan centraal. Zijn problemen
kunnen meestal niet door één instelling of één voorziening worden opgelost. Hij stemt af en werkt
samen met anderen.
Het effect is dat de burger planmatige, efficiënte en transparante individuele of collectieve
ondersteuning ervaart, door samenwerking en afstemming van vragen en behoeften tussen alle
partijen.
De competenties van de professional die hierbij horen zijn:
Werkt samen en versterkt netwerken
Beweegt zich in uiteenlopende systemen
De organisatie biedt de mogelijkheid om het aanbod af te stemmen op de vraag en ondersteuning
op maat te geven. Ook is er duidelijkheid in wat de eigen organisatie wel en niet kan bieden.
Daarnaast is er ruimte voor de professional om creatieve oplossingen en samenwerking te
realiseren. Ook is er aansluiting bij lokale ketenstructuren en regieafspraken.
Signaleren en agenderen
De professional staat midden in de samenleving. Hij signaleert problemen en kansen met en van
individuen en groepen, in wijken en buurten. Hij handelt proactief en onderneemt actie om
knelpunten en mogelijkheden onder de aandacht te brengen en er mee aan de slag te gaan. Hij
vertaalt individuele problemen naar een hoger plan.
Het effect is dat burgers op tijd preventief ondersteunt worden zodat problemen niet verergeren.
Knelpunten worden aangekaart bij betrokken partijen en opdrachtgever(s) zodat collectieve
oplossingen kunnen worden gevonden.
De competenties van de professional die hierbij horen zijn:
Doorziet verhoudingen en anticipeert op veranderingen
Benut professionele ruimte en is ondernemend
De organisatie biedt ruimte voor de professional om ondernemend en innovatief te zijn en om van
plannen af te wijken. Daarnaast is er ondersteuning van de professional bij belangenbehartiging en
politieke agendering. Ook wordt er opgekomen voor de belangen van burgers, wijken en buurten bij
organisaties en instanties.
, Artikel 2 Sociologie en de moderne samenleving: sociologie,
samenlevingsproblemen en hoofdvragen
Desintegratie is de opheffing van samenhang, het uiteenvallen.
Er waren in de 18e en 19e eeuw twee ontwikkelingen die bij burgers en politici grote bezorgdheid
opriepen over een mogelijke desintegratie van de samenleving en die voor sociologen aanleiding
waren om over de sociale cohesie van de moderne samenleving na te denken:
1. De eerste was de vrees dat de samenleving in tegengestelde kanten uiteen zou vallen en
verscheurd zou worden door conflicten. Deze vrees werd gevoed door meerdere
gebeurtenissen en ontwikkelingen, zoals de al dan niet succesvolle revoluties vanaf het einde
van de 18e eeuw, de opkomst van klassenconflicten als gevolg van groeiende sociale
ongelijkheden in de eerste fase van de industriële ontwikkeling, het ontstaan van elkaar
beconcurrerende nationalistische groepen, etc.
2. Een tweede proces, dat steeds weer opnieuw als bron van desintegratie wordt beschouwd, is
het individualiseringsproces. Dat kan omschreven worden als die veranderingen binnen het
geheel van sociale relaties waardoor mensen in de loop van de tijd meer zelfstandigheid en
keuzevrijheid hebben verworven. Hierbij kun je denken aan het verzwakken van traditionele
familie-, gemeenschaps- en religieuze banden, waardoor individuen meer vrijheid kregen om te
gaan en te staan waar ze willen, om over hun eigen leven te kunnen beschikken en mee te
kunnen beslissen over zaken die hun aangaan. Vaak wordt dit proces verbonden met de vrees
dat mensen zich steeds meer alleen door hun eigen belangen laten leiden en dat de solidariteit
met anderen steeds meer zal verdwijnen.
Wat de samenleving bijeenhoudt:
- Wederzijdse afhankelijkheid (of eigenbelang)
- Dwang (of macht)
- Gedeelde waarden en normen en een daarmee verbonden saamhorigheidsbesef dat de
basis vormt voor onderlinge solidariteit
Sociale stratificatie heeft betrekking op de sociaal-economische dimensie van sociale gelijkheid.
Het is een indeling van de bevolking in hiërarchisch geordende standen of klassen, die zich
manifesteert in het bestaan van sociale (lagere en hogere) lagen in de maatschappij
(maatschappelijke gelaagdheid).
Twee tegenovergestelde visies over de sociale ongelijkheid in de moderne samenleving. Beide visies
nemen als vertrekpunt de constatering dat in de moderne, industriële samenleving gebroken wordt
met het principe dat kenmerkend was voor de voorafgaande standenmaatschappij, namelijk dat
iemands positie in de samenleving bepaald wordt door iemands afkomst, de stand waarin hij of zij
geboren is en waaraan hij of zij bepaalde rechten en verplichtingen ontleent.
- Volgens de eerste visie zal er een samenleving ontstaan waarin iemands positie gebaseerd is op
diens prestaties, op de nuttige bijdrage die hij of zij levert aan het welzijn van de samenleving
als geheel. Dat maakt geen einde aan de sociale ongelijkheid, sommige prestaties zijn nu
eenmaal uitzonderlijker en belangrijker dan andere. Maar het maakt de samenleving wel meer
open: het leidt er toe dat de juiste persoon op de juiste plaats terechtkomt en bevordert zo de
kansen van mensen om hogerop te komen. Dat is de vorm van sociale ongelijkheid die bij een
maatschappij past die gebaseerd is op industriële ontwikkeling en vooruitgang. Deze visie
wordt ook wel de theorie van de industriële prestatiemaatschappij genoemd en bezit een
grote aanhang.
- Volgens de aanhangers van de tweede visie is de openheid van de moderne samenleving
grotendeels een illusie. Er ontstaan in de moderne samenleving nieuwe scheidslijnen, in eerste