Samenvatting Psychologie van het dagelijks leven
Leerjaar 1, Periode 1
Toetsdoelen:
Hoofdstuk 1 Geest, gedrag en psychologische wetenschap
1. De student kan wetenschappelijke informatie van pseudowetenschappelijke informatie
en common sense onderscheiden.
2. De student kan de zes belangrijkste perspectieven van de psychologie en hun
kenmerken op hoofdlijnen benoemen en kan de zienswijze van de zes perspectieven
herkennen in metaforen en uitspraken.
3. De student kan de vier stappen van de wetenschappelijke methode benoemen en
beschrijven.
4. De student kan de vijf soorten psychologisch onderzoek onderscheiden en aangeven in
welke situatie welk soort onderzoek van toepassing is.
Psychologie afkomstig uit het Oudgrieks. Psyche betekend ‘geest’. Het aanhangsel ‘-
ologie’ betekend ‘gebied van studie’. De letterlijke betekenis van psychologie is dus ‘de
studie van de geest’.
Tegenwoordig gebruiken psychologen een bredere definitie: Psychologie is een breed
veld, met vele specialismen, maar in wezen is psychologie de wetenschap van gedrag en
geestelijke processen.
Belangrijk punt: psychologie houdt zich niet alleen bezig met geestelijke processen, maar
ook met gedragingen. Dus zowel interne geestelijke processen (denken voelen en
begeren) als externe waarneembare gedragingen (praten, glimlachen, lopen).
Tweede belangrijk aspect: Het wetenschappelijk onderdeel van de psychologie. De
wetenschap van de psychologie is gebaseerd op objectieve, verifieerbare gebeurtenissen.
Drie soorten psychologen:
1. Experimenteel psychologen (soms onderzoek psychologen genoemd). Voeren het
meeste onderzoek uit dat nieuwe psychologische kennis creëert.
2. Docenten psychologie. Geven les aan studenten van bacheloropleidingen van HBO
en universiteiten.
3. Toegepast psychologen. Gebruiken de kennis die door onderzoek is vergaart om
mensen te helpen door middel van coachen en trainingen.
Enkele van de populairste toegepaste specialisaties:
1. Arbeids- en organisatiepsychologen. Hebben zich gespecialiseerd in aanpassingen
aan werkplekken om de productiviteit van de arbeid te verbeteren. Bijvoorbeeld
het ontwikkelen van programma’s om werknemers te motiveren.
2. Sportpsychologen. Helpen atleten hun prestaties en motivatie te verbeteren. Door
trainingssessies te plannen en leren met hun emoties om te gaan.
Sportpsychologen kunnen ook onderzoek doen.
3. Schoolpsychologen. Deskundigen op het gebied van lesgeven en leren. Houden
zich bezig met onderwerpen die schoolprestaties kunnen beïnvloeden. Ook richten
zij zich op sociale omstandigheden van leerlingen (tienerzwangerschappen en
verslavingen).
4. Klinische psychologen en counselors. Helpen mensen zich aan te passen op
sociaal en emotioneel gebied. Helpen met keuzes maken en problemen op te
lossen etc.
5. Forensisch psychologen. Werken met het wets- en rechtssysteem. Forensisch
psychologen kunnen gevangenen testen om vast te stellen of ze vrijgelaten
kunnen worden of fit genoeg zijn om voor de rechtbank te verschijnen. Kunnen
ook verklaringen beoordelen.
6. Omgevingspsychologen. Proberen de interactie met onze omgeving en het milieu
te verbeteren.
, 7. Gerontopsychologen. Beoordelen het functioneren van ouderen en verstrekken
begeleiding, in overleg met cliënten, familie, verzorgers en artsen.
Verschil tussen psychologie en psychiatrie.
Psychiatrie is een medisch specialisme en maakt geen deel uit van de psychologie.
Psychiaters hebben een medische opleiding genoten en hebben daarnaast een
gespecialiseerde opleiding achter de rug in de behandeling van geestelijke en
gedragsmatige problemen, meestal met behulp van geneesmiddelen.
De psychologie beslaat het hele terrein van het menselijk gedrag en de geestelijke
processen, van hersenfuncties tot sociale interacties. De opleiding van psychologen is dus
ook niet medisch van aard.
Psychologie en pseudopsychologie
Pseudopsychologie: niet-onderbouwde psychologische aannamen die als
wetenschappelijk waarheden worden gepresenteerd (bijv. handlezen, horoscopen etc.)
We leggen de nadruk op zes vaardigheden van kritisch denken. Elk van deze
vaardigheden is gebaseerd op een specifieke vraag waarvan we menen dat je die zou
moeten stellen als je met nieuwe ideeën te maken krijgt.
1. Wat is de bron?
2. Is de bewering redelijk of extreem?
3. Wat is het bewijsmateriaal? Het is belangrijk dat er wetenschappelijk
bewijsmateriaal is, en geen anekdotisch bewijsmateriaal (getuigenissen die de
ervaringen van iemand of enkele personen schetsen, maar ten onrechte voor
wetenschappelijk bewijs worden gezien).
4. Kan de conclusie zijn beïnvloed door bias? Bias een vooroordeel, vervorming of
vertekening van een situatie, meestal op basis van persoonlijke ervaringen en
waarden.
Emotionele bias De neiging om oordelen te vellen gebaseerd op attitudes en
gevoelens, in plaats van op een rationele analyse van het bewijsmateriaal.
Confirmation bias (bevestigingsbias) de neiging om informatie die niet bij je
opvattingen aansluit te negeren of te bekritiseren en om in plaats daarvan
informatie te zoeken waar je het wel mee eens bent.
5. Worden veelvoorkomende denkfouten vermeden?
6. Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig?
Kernvraag 1.2 Wat zijn de zes belangrijkste perspectieven van
de psychologie?
De moderne psychologie gaat zo’n 25 eeuwen terug de geschiedenis in tot de Griekse
filosofen Socrates, Plato en Aristoteles. Deze stelden dat emoties het denken kunnen
verstoren en dat onze waarnemingen slechts interpretaties zijn van de ons omringende
wereld.
Ongeveer dezelfde tijd werden er in Aziatische en Afrikaanse samenlevingen ook
psychologische ideeën ontwikkeld. In Azië verkende ze vooral met yoga en boeddhisme
het bewustzijn. En in Afrika ontstonden er andere verklaringen voor persoonlijkheid en
psychische stoornissen vanuit traditionele spirituele opvattingen. Op basis van deze
volkspsychologie ontwikkelde sjamanen (genezers) behandelingen.
Perspectief Idee Wat bepaalt gedrag? Wie?
Biologisch Het lichaam kan De hersenen, zenuwstelsel, René
perspectief apart van de endocriene stelsel Descartes
geest worden (hormoonstelsel) en genen.
, bestudeerd
Cognitief perspectief De Iemands unieke patroon van Wilhelm
wetenschappelij waarnemingen, Wundt en
ke methode kan interpretaties, William
worden verwachtingen, overtuigingen James
gebruikt om de en herinneringen.
geest te
bestuderen
Behavioristische Psychologie De prikkels in onze omgeving John Watson
perspectief moet de en de voorgaande en B.F.
wetenschap van consequenties van ons Skinner
observeerbaar gedrag
gedrag zijn,
niet van
mentale
processen.
Perspectief van de Psychodynamis 1. Processen in onze 1. Sigmu
gehele persoon che onbewuste geest nd
(whole person) psychologie: 2. Onze aangeboren Freud
persoonlijkheid behoefte om te 2. Carl
en psychische groeien en ons Roger
stoornissen potentieel zo goed s en
komen voort uit mogelijk te Abrah
processen in verwezenlijken. am
het onbewuste 3. Unieke Maslo
Humanistische persoonlijkheidskenm w
psychologie: erken die in de tijd en 3. De
psychologie in alle situaties oude
moet de nadruk consistent zijn. grieke
leggen op n
menselijke
groei en
potentieel in
plaats van op
psychische
stoornissen.
Psychologie van
karaktertrekken
en
temperament:
individuen
kunnen worden
begrepen in
termen van hun
temperament
en blijvende
karaktertrekken
.
Ontwikkelingsperspe Mensen De interactie tussen Mary
ctief veranderen als erfelijkheid en omgeving, die Ainsworth,
gevolg van een zich het hele leven door uit in Jean Piaget
interactie voorspelbare patronen. en vele
tussen erfelijke anderen.
eigenschappen
en de omgeving
Sociocultureel Sociale en De kracht van de situatie Stanley
perspectief culturele Milgram,
, invloeden Philip
kunnen de Zimbardo en
invloed vele anderen.
overstemmen
van alle andere
factoren die
gedrag
beïnvloeden
Zes belangrijke perspectieven van de psychologie:
1. Het biologische perspectief het psychologische perspectief dat de oorzaken van
gedrag zoekt in het functioneren van de genen, hersenen, zenuwstelsel en
hormoonstelsel.
2. Het cognitieve perspectief één van de belangrijkste psychologische
perspectieven, waarbij de nadruk ligt op mentale processen, zoals leren,
geheugen, perceptie en denken als vormen van informatieverwerking.
3. Het behavioristische perspectief een psychologische invalshoek die de bron van
onze handelingen zoekt in stimuli vanuit de omgeving, in plaats van innerlijke
mentale processen.
4. Whole-person perspectief
5. Het ontwikkelingsperspectief
6. Socioculturele perspectief
De zeventiende-eeuwse Franse filosoof René Descartes stelde het eerste radicaal nieuwe
idee voor dat uiteindelijk leidde tot de moderne psychologie: een scheiding tussen de
spirituele geest en het fysieke lichaam. Dankzij vele ontdekkingen en de scheiding van
Descartes konden wetenschappers voor de eerste keer aantonen dat er biologische
processen ten grondslag liggen aan sensaties en eenvoudige reflexmatige gedragingen,
in plaats van mysterieuze spirituele krachten.
Descartes behoorde tot het rationalisme een filosofiestroming die de ratio, het denken,
als enige middel zag om aan wetenschap en filosofie te doen.
De filosofiestroming het empirisme heeft hier echter veel kritiek op. Empiristen zien het
denken als onnodig en zelfs storend in wetenschap en filosofie. Zij beweren dat
waarnemingen, ervaringen en experimenten de enige ware bronnen van kennis zijn. Een
empirist (John Locke) beweerde dat de mens bij geboorte een tabula rasa is: een
onbeschreven blad dat door ervaring, leerprocessen en opvoeding persoonlijkheid en
vaardigheden krijgt.
Het moderne biologische perspectief
Vierhonderd jaar later vormt Descartes revolutionaire perspectief de basis van het
moderne biologische perspectief. Moderne biologische psychologen hebben lichaam en
geest weer samengevoegd. Zij beschouwen de geest als product van de hersenen. Onze
persoonlijkheid, voorkeuren, gedragspatronen en vaardigheden komen voort uit onze
lichamelijke eigenschappen. Daarom zoeken biologische psychologen naar de oorzaken
van gedrag in zenuwstelsel, hormoonstelsel (endocriene stelsel) en de genen.
De biologische psychologie wordt gecombineerd met de biologie, neurologie en andere
disciplines die geïnteresseerd zijn in de hersenen.
Een ander belangrijke variant van de biologische psychologie is voortgekomen uit ideeën
die circa vijfhonderd jaar geleden door Charles Darwin zijn geformuleerd. Volgens deze
evolutionaire psychologie komt een groot deel van het menselijk gedrag voort uit
overgeërfde neigingen (genetische aanpassingen om te kunnen overleden en
voortplanten); dit standpunt wordt in hoge mate ondersteund door recent onderzoek in
de genetica.