Kern 1a/c | Renee Reijnders
Kern 1a/c P1
Week 1
Leerdoelen A: Kennismaking met gezondheid
Beschrijft de eigen visie op gezondheid en gezondheidszorg vanuit eigen ervaringen en
ideeën
Legt in eigen woorden de begrippen holistische zorg, zelfmanagement en zelfredzaamheid uit
Legt in eigen woorden de zes dimensies van positieve gezondheid uit
Onderscheidt in grote lijnen de verschillende levensfasen op basis van de kenmerken en
patronen
Uitgewerkte leerdoelen A
Eigen visie op gezondheid en gezondheidszorg:
Gezondheid: Gezond zijn is het goed kunnen participeren in de samenleving zonder belemmering
door complicaties van het lichaam maar ook mentaal. Het is een combinatie van factoren: het
geestelijke en het fysieke, maar ook de omgevingsfactoren. Dat maakt gezondheid, het goed in je vel
zitten.
Gezondheidszorg: Mijn visie op de gezondheidszorg is positief. Over het algemeen vind ik dat het in
Nederland erg goed geregeld is. Je wordt altijd snel geholpen en iedereen kan zorg krijgen d.m.v. een
zorgverzekering en dat vind ik iets heel goeds.
Holistische zorg:
Zorg waarbij gekeken wordt naar de mens als geheel en naar alle relevante factoren die van invloed
zijn op het welzijn van die persoon.
Zelfmanagement:
Het zelf kunnen maken van keuzes, bijvoorbeeld het zelf bepalen van welke zorg je belangrijk vindt of
wat je belangrijk vindt in het leven. Bedenken, organiseren van.
Zelfredzaamheid:
Dit is het vermogen van iemand om voor zichzelf te zorgen en dus zelfstandig door het leven te gaan.
De uitvoering.
6 dimensies van positieve gezondheid:
Lichaamsfuncties
medische feiten, medische waarnemingen, fysiek functioneren, klachten
en pijn, energie
Mentale functies en -beleving
cognitief functioneren, emotionele toestand, eigenwaarde/zelfrespect,
gevoel controle te hebben, zelfmanagement en eigen regie, veerkracht
Spiritueel/existentiële dimensie/zingeving
zingeving/meaningfulness, doelen/idealen nastreven, toekomstperspectief,
acceptatie
Kwaliteit van leven
kwaliteit van leven/welbevinden, geluk beleven, genieten, ervaren
gezondheid, lekker in je vel zitten, levenslust, balans
Sociaal maatschappelijke participatie/meedoen
sociale en communicatieve vaardigheden, betekenisvolle relaties, sociale
1
, Kern 1a/c | Renee Reijnders
contacten, geaccepteerd worden, maatschappelijke betrokkenheid,
betekenisvol werk
Dagelijks functioneren
basis Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL), instrumentele ADL,
werkvermogen, health literacy.
De verschillende levensfasen op basis van de kenmerken en patronen:
Theorie van Erikson (Psycholoog)
2
, Kern 1a/c | Renee Reijnders
Leerdoelen C: Evident… of niet?
Legt in eigen woorden het model van EBP uit en de noodzaak van EBP uit.
Kan het verschil tussen een visie, theorie, concept, model, raamwerk en methode uitleggen
Geeft voorbeelden van leefstijl-/risicofactoren (persoons-/omgevings- en maatschappelijk
gebonden factoren t.a.v. gezondheid)
Legt in eigen woorden uit hoe een verpleegkundige een professionele relatie aangaat met een
zorgvrager.
Uitgewerkte leerdoelen C
Model van EBP (Evidence-based practice)
Evidence-based practice (EBP) is het uitvoeren van een handeling door een beroepsbeoefenaar op
zo'n wijze dat de uitvoering is gebaseerd op de best beschikbare informatie over doelmatigheid en
doeltreffendheid. Je hebt steeds de juiste en nieuwste informatie van een patiënt, waardoor je
steeds de beste zorg kan toepassen. Ook houd je constant rekening met de voorkeuren van de
zorgvrager.
Het verpleegkundig proces
Anamnese Diagnose Doel Interventie Uitvoeren Evalueren
3
, Kern 1a/c | Renee Reijnders
Diagnose: Verpleegkundige diagnose is anders als een medisch diagnose.
Evalueren: Doe je ook tussendoor, je zet iets in op je diagnose en het doel, stel interventies werken
niet. Dan ga je evalueren, dus dat gebeurd ook tussendoor. Gebeurd continu.
Het verschil tussen een visie, theorie, concept, model, raamwerk en methode
Visie= Je persoonlijke kijk op een bepaald onderwerp.
Theorie= Een wetenschappelijk bewezen denkbeeld op een bepaald vraagstuk.
Concept= Het ligt nog niet vast, er is nog mogelijkheid voor bepaalde inbreng.
Model= is een hulpmiddel om een wetenschappelijk onderwerp te beschrijven. Een weergave van
het totaalplaatje, waardoor je een goede visie krijgt. Een verpleegplan is bijvoorbeeld ook een model.
Volgens een bepaalde theorie kan je een model gaan opstellen.
Raamwerk= Een schematisch plan dat nog verder moet worden ingevuld. Een kader waarbinnen nog
van alles kan gebeuren.
Methode= Een manier waarop je iets gaat onderzoeken/uitwerken. Het werken volgens een
bepaalde methode is een methodiek.
Zinloze rituelen in de zorg= Rituelen die altijd worden gedaan door verplegers, maar die niet nodig
zijn. Bijvoorbeeld: om de 10 minuten iemand zijn bloeddruk of polsslag opmeten. Je ziet dingen ook
al vanuit je eigen kennis. Temperatuurmeting hoeft bijvoorbeeld niet standaard, dit doe je pas nadat
je bij iemand iets opmerkt.
Preventie& vormen= Het voorkomen van. Vb. preventief gesprek: Een gesprek met meneer van
Stiphout over zijn rookgedrag t.a.v. zijn gezondheid.
Primaire preventie: Niks aan de hand en proberen te voorkomen. Vb.: Vaccinatie die je als kind
zijnde krijgt.
Secundaire preventie: Een vroege opsporing van een ziekte vb.: borstkanker komt bij je familie vaak
voor en daarom doe je een onderzoek.
Tertiaire preventie: Het voorkomen van dat iets onaangenaams zich gaat herhalen/verspreiden. Je
bent ziek maar je gaat ervoor zorgen dat die ziekte niet erger wordt. Vb.: Zorgen dat kanker niet
wordt uitgezaaid.
Voorbeelden van leefstijl-/risicofactoren
Leefstijlfactoren= Gewoontes die in je leven telkens terugkomen. Kunnen positief en negatief zijn.
Risicofactoren= Genetische bepalingen, ziektes, afwijkingen, etc
Leefstijlfactoren kunnen ook risicofactoren zijn.
Persoonsgebonden factoren t.a.v. gezondheid: voeding, beweging, welzijn ( kleine kringetje)
Omgevings- gebonden factoren t.a.v. gezondheid : milieu, rokers in omgeving (middelste
kringetje)
Maatschappelijk gebonden factoren t.a.v. gezondheid : zorgstelsel, wat onze overheid regelt
aan het milieu, maatschappij die rekening houdt met de volksgezondheid (grootste kring)
Hoe gaat een verpleegkundige een professionele relatie aan met een zorgvrager
Een verpleegkundige doet dit doormiddel van goed te anticiperen en aanpassen op de behoefte van
de zorgvrager. Professioneel is ook het anders omgaan met zorgvragers dan met bijvoorbeeld je
beste vriend wanneer deze zorg nodig heeft. Je moet ook een stukje emotie kunnen inhouden, wil je
professioneel overkomen.
KBS
Maak inzichtelijk met meneer van Stiphout wat het roken met hem doet.
4
, Kern 1a/c | Renee Reijnders
Het roken is een probleem voor: zijn vrouw, een wijkverpleegkundige die hem komt
verzorgen, evt. kleinkinderen (dit kan je ook gebruiken bij het inzicht maken om meneer
Stiphout te laten stoppen met roken, op gevoel inspelen)
Niet zeggen: jij mag niet roken, maar het op een respectvolle en doordachte manier brengen
Mindmap
gezondheid
risicofactoren gezondheidszorg
leefstijlfactoren holistische zorg
preventie (primair,
zelfmanagement
secundair, tertiair)
zinloze rituelen zelfredzaamheid
Kern
1a/c
week 1
positieve
methode
gezondheid
raamwerk theorie van Erikson
evidence Based
model
Practice
concept visie
theorie
5