Week 6 Goederenrecht
Te behandelen onderwerpen:
Toepasselijk recht.
Te bestuderen:
Strikwerda/Schaafsma (12e dr.) nrs. 218 t/m 222, 235-237
Wetseditie
Verordening (EU) nr. 1215/2012, Brussel I herschikking, artt. 1-3, 24 lid 1
Verordening (EG) 593/2008, Rome I, artt. 1-2, art. 14
Burgerlijk Wetboek, Boek 10, titel 10
Jurisprudentie- en wetgevingsbundel
Wetgeving
Transponeringstabel EVO – Rome I.
Preambule bij Rome I.
Literatuur
L. Steffens, Met een kluitje het riet ingestuurd? Onduidelijke taal in de voorgestelde verordening over
het toepasselijke recht op de derdenwerking van cessie, TvI 2018/41, p. 256-264.
P. Vlas, conclusie AG bij HR 16 september 2016 (Daytona), JOR 2016/323
T.H.D. Struycken, Zekerheidsrechten in het internationale handelsverkeer, NTHR 2013-2, p. 75-87.
L. Strikwerda, conclusie AG bij HR 3 september 1999 (R.H. van der Boon/RG Lease BV), NIPR
2000/22.
Th.M. de Boer, noot bij HR 8 mei 1998 (Klooster in een landschap), NIPR 1998/194.
Jurisprudentie
HvJ EU 9 oktober 2019, ECLI:EU:C:2019:848 (Paribas / Teambank)
HR 16 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2118, NJ 2018/177 (Daytona)
HR 8 mei 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2644 (Klooster in een landschap)
HR 3 september 1999, ECLI:NL:NR:1999: ZC2954 (R.H.van der Boon/RG Lease BV)
, Wij willen weten dat jullie weten hoe het IPR in elkaar zit.
Artikel Struyken gaat eigenlijk verder dan de stof.
Opgaven ter voorbereiding van de werkgroep
A.
Tony van Duin verkeert in een midlife crisis. Op een vrijdagavond in september 2019 besluit hij tot
aankoop van een antieke Porsche. Op zaterdagochtend denkt hij er nog net zo over, en rijdt hij naar België
naar een dealer. Daar voegt hij de daad bij het woord en koopt een Porsche 944 uit het bouwjaar 1983. Hij
krijgt de auto direct mee en rijdt weer naar Amsterdam.
NB Naar Belgisch en Frans recht is het aangaan van een koopovereenkomst in beginsel voldoende voor
het overgaan van de eigendom naar de koper, zonder dat een afzonderlijke leveringshandeling is vereist"
--> dit is een voorbeeld van het zgn. 'consensuele stelsel' (i.t.t. ons Nederlandse translatieve stelsel waar
eigendomsoverdracht pas tot stand komt als voldaan is aan de vereisten van geldige titel,
beschikkingsbevoegdheid van de vervreemder en een leveringshandeling). Zie Struycken in NTHR, p.
156 e.v.
Vragen
1. Welk recht bepaalt of Tony van Duin eigenaar is geworden van de auto op het moment dat hij zijn
auto op de parkeerplaats voor zijn huis parkeert?
Tony schaft een auto aan in België. Is een koopovereenkomst. Er is een eigendomsoverdracht. Vraag
naar toepasselijk recht, op de goederenrechtelijke kwestie (dus niet op de koopovk).
Hoe herken je een goederenrechtelijke vraag? Dat is stap 1. Wie is de eigenaar dan weet je wel
dat het goederenrecht is.
Vraag is of eigendomsoverdracht heeft plaatsgevonden.
Welke bronnen zijn er? Er is nog geen verordening op dit terrein. Ook geen verdrag. Dus daarom
zitten we in Boek 10 van ons BW. Dat bevat conflictenrecht. En dan Titel 10, goederenrecht.
Er dient een onderscheid te worden gemaakt, welk recht van toepassing is en wie er eigenaar is
geworden (Daytona arrest en Van der Boon arrest).
Wie is eigenaar geworden?
Bronnen: Boek 10 en ongeschreven regels.
Art. 10:127 lid 1 BW basisbepaling. Maar ook overige bepalingen van Titel 10 even goed
doorlezen!
Hoofdregel: lex rei sitae. Het gaat om een zaak. Daar kijk je eerst naar. Recht van de staat op
welks grondgebied de zaak zich bevindt.
Vervolgens heb je aparte regels voor schepen en luchtvaartuigen (lid 2 en 3)
Maar van belang is lid 4: wat met het toepasselijke recht allemaal gaat regeren. Daar weet je
ook zeker dat het dan gaat om een goederenrechtelijke kwestie, dus goed om te checken.
Maar is niet limitatief.
Onder art. 10:127 lid 4 sub d BW.
Van belang is ook lid 5: voor toepassing van vorig lid, van belang het tijdstip wanneer een
rechtsfeit geschiedt. Dat is essentieel. Staat waar de zaak zich bevindt welk peilmoment
neem je? Lid 5 geeft aan, het moment waar je naar moet kijken is het tijdstip waarop de
daarvoor noodzakelijke rechtsfeiten geschieden.