Kennistoets 2.2 Gezondheid & Preventie (G&P) +
Technologie (T)
GP 2.1 Gezondheidsdeterminant leefstijl & gedrag
Gezondheidsdeterminant leefstijl & gedrag
= alle gedragingen die een + of – invloed hebben op de gezondheid/gezondheidsprobleem
Taak verpleegkundige: gezondheid verbeteren + afname gezondheidsproblemen dmv
gedragsverandering/leefstijlchange op individueel niveau (> gezondheidsvoorlichting)
Leefstijlfactoren/gezondheidsvaardigheden
Voedingsgedrag
> primair verband: caries, overgewicht, hypertensie
> secundair verband: gezondheidsprobleem is primair voedingsgerelateerd, maar ook
andere gezondheidsdeterminanten spelen een rol
Alcohol en drugsgebruik
> matig alcoholgebruik (<2 glazen per dag) heeft een positieve invloed op hart en
bloedvaten beter dan 0
> negatieve invloed: (verkeersongevallen, hartziekten, kanker, verhoogde bloeddruk,
stemmings- en angststoornissen)
- farmacologische verslaving (= toenemende behoefte)
- psychische verslaving (= schaamte en schuldgevoel)
- sociale verslaving (= conflicten, isolement, stigmatisering)
Rookgedrag
> vrouw verslaafd na 3 weken, man verslaafd na 6 weken
> laagopgeleid rookt 2x zoveel als hoogopgeleid
> 85% longkanker door roken, COPD
Bewegingsgedrag
> voldoende beweging heeft positieve invloed op gezondheidsproblemen voorkomen
- coronaire hartziekten
- COPD
- beroerte
- reumatoide artritis
- cystische fibrose
- diabetes type 2
- osteoporose
- depressie
- epilepsie
Seksueel gedrag
> Soa’s, HIV, ongewenste zwangerschap, misbruik
,Rol verpleegkundige
Voeding
Gezond Voorkomen van (welvaarts)ziekten, voorzien in behoefte aan
voedingsgedrag essentiele voedingsstoffen, bevorderen van kwaliteit en duur van
leven bij patienten met en voedingsgerelateerde ziekte, bevorderen
borstvoeding, voorkomen van nadelige gevolgen van
voedselovergevoeligheid
Veilig voedsel Bevoderen en bewaken van de veiligheid tijdens de samenstelling,
bewaring, bereiding voedselproducten, voorkomen van besmetting
(salmonella). Terugdringen consmptie verzadigd vet, bevorderen
consumptie groente en fruit
Alcohol
Verantwoord Jongeren vaardigheden aanleren om met sociale druk om te gaan
alcoholgebruik
Vroegtijdige Jeugdgezondheidszorg
onderkenning
probleemgebruik
Beweging
> optimalisering bewegingsgedrag
Aanpakpunten Geringe kennis risico’s onvoldoende lichamelijke activiteit (chronische
patienten)
Negatieve houding (attitudes) tov bewegen (ouderen)
Seksueel gedrag
Voorlichting Onveilige seks
Negatieve houding tov veilig vrijen (bespreekbaar maken)
,GP 2.2 Endogene gezondheidsdeterminant en zelfmanagement
Endogene, persoonsgebonden gezondheidsdeterminant
= fysiologische en psychische factoren die invloed hebben op
gezondheid/gezondheidsprobleem
Onderverdeeld in
Erfelijke factoren > bepaalt uiterlijke verschillen tussen mensen
Verworven eigenschappen
Erfelijke factoren spelen een rol bij fysiologische kenmerken, intelligentie, aanleg en
persoonskenmerken
Erfelijke factoren – invloed op gezondheid
Afwijkingen in de genen
> cystische fibrose, ziekte van Duchenne
Afwijkingen in chromosomen
> downsyndroom
Multifactoriële gezondheidsproblemen
> aangeboren hartafwijking, spina bifida (open rug), hazenlip, hoge bloeddruk,
hartvaatziekten, ventrikelseptumdefect (gat in wand tussen hartkamers)
> foliumzuur tabletten verlagen de kans op aangeboren afwijkingen bij zwangerschap
Aanleg voor gezondheidsproblemen
> schizofrenie, manische depressiviteit, astma, allergieën, ouderdomsdiabetes,
epilepsie, reuma
Verworven eigenschappen – invloed op gezondheid
Hoge bloeddruk (hypertensie)
> coronaire hartziekten, beroerte, hartfalen, dementie
> negatieve factoren: overgewicht, lichamelijke inactiviteit, te lage consumptie
groente en fruit, (overmatig) alcoholgebruik, roken, consumptie van zout en vet
Afwijking in immuunsysteem
> leidt tot ziekten door bacteriën, virussen, schimmels, parasieten en verschillende
vormen van kanker
> allergieen, chronische autoimmuunziekten (reuma), leverkanker, infectieziekten
(hiv, longontsteking, griep)
Hoog cholesterolgehalte
> coronaire hartziekten
Wisselende glucosespiegel
> diabetes mellitus
Overgewicht en obesitas
> hart-/vaatziekten, diabetes, kanker (dikke darm), artrose, adermalingsorganen,
psychische klachten
> perceptie van lichaamsgewicht = dik zijn of vinden dat je dik bent
Psychische ongezondheid
> ziekte van parkinson, manische depressiviteit
, Veroudering
> alzheimer, osteoporose, diabetes type 2
Rol verpleegkundige
Problemen signaleren en noodzakelijke zorg bieden
Mensen zo goed mogelijk bijstaan
Begeleiden in het leren accepteren
Omgaan met hun beperkingen
Verergering van de klachten voorkomen
Gezondheidsrisico’s vroegtijdig signaleren en gezondheidsproblemen voorkomen +
bevorderen van zelfmanagement
Zelfmanagement bevorderen
Patient centraal
Activerende benadering
Inschatting vaardigheden zelfmanagement
Welke doelen? Hoe ga je die bereiken?
Gezamenlijke besluitvorming en eigen regie centraal
GP 2.3 Model van gedragsverandering
Model van gedragsverandering (intervention mapping)
Contact leggen met patient(engroep), risicoperceptie
> mensen onderschaten de kans die zij lopen om een bepaald gezondheidsprobleem
te krijgen
> doel: patient krijgt inzicht in de relatie tussen gedrag en gezondheidsprobleem
> aansluiten bij bestaande kennis patient, afstemmend op leeftijd, normen en
waarden patient
> participatie verbetert effectiviteit
+ risicoperceptie
+ relatie gedrag en gezondheidsprobleem
+ bevorderen zelfmanagement
+ selectieve waarneming (= patient niet gemotiveerd om te luisteren)
+ selectieve blootstelling (= pikt voorlichting niet op door situatie waar hij/zij in zit)
Verandering van gedragsdeterminanten – attitudes
> attitude verandering
+ kritische voorstelling van het gewenste gedrag maken
+ gedrag evalueren in voor- en nadelen op korte en lange termijn
> obstakels attitudeverandering
+ te veel informatie
+ gezondheidsoverwegingen (sociaal = wat vinden anderen hiervan? Economisch =
hoe duur?)
+ relatie tussen attitude en gedrag (beide moeten veranderen)