Samenvatting Ouderen en GGZ
Belangrijke informatie
Elementen van Persoonsgerichte zorg
1. Compassie: de cliënt ervaart nabijheid, vertrouwen, aandacht en begrip.
2. Uniek zijn: de cliënt wordt gezien als mens met een persoonlijke context die ertoe
doet en met een eigen identiteit die tot zijn recht komt.
3. Autonomie: voor de cliënt is de mogelijkheid van eigen regie over leven en
welbevinden leidend, ook bij de zorg in de laatste levensfase.
4. Zorgdoelen: iedere cliënt heeft vastgelegde afspraken over en inspraak bij de doelen
ten aanzien van zorg, behandeling en ondersteuning.
Vragen over persoonsgerichte zorg altijd beantwoorden met de vier elementen!
Ouderen: Week 1
Opname verpleeghuis
Een wijkverpleegkundige of huisarts kan een opname in het verpleeghuis aanvragen. Het
Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), geeft hier een indicatie voor. Hier staat precies hoeveel
zorg er nodig is. De indicatie voor ouderen in een verpleeghuis wordt uitgedrukt in VV’s:
Verpleging en Verzorging. Bijv. VV Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide
verzorging.
CIZ
De CIZ onderzoekt zorgvuldig uit wie recht heeft op zorg uit de Wet langdurige zorg (Wlz).
Het CIZ heeft zes weken de tijd om reguliere aanvraag voor zorg vanuit de Wlz af te
handelen. Wanneer er sprake is van een aanvraag in het kader van bijzondere
omstandigheden, dan heeft het CIZ twee weken de tijd om de aanvraag af te behandelen.
Indicatieaanvraag bij CIZ voor:
Zorg uit de Wet langdurige zorg
Behandeling op grond van de Wlz
ADL-assistentie (hulp bij algemene dagelijkse levensverrichtingen in een ADL-woning)
Besluit tot opname en verblijf, op grond van de Wet zorg en dwang (Wzd)
Het CIZ heeft vanaf 1 januari, met de ingang van de Wet zorg en dwang (Wzd), ook taken
gekregen omtrent:
Rechterlijke machtiging (Wzd)
Voorwaardelijke machtiging (Wzd)
Beslissing rechter na opname voorwaardelijke machtiging (Wzd)
Verlenging van de inbewaringstelling (Wzd)
Diabetes mellitus
,Bij diabetes mellitus type 1, is er sprake van een tekort aan insuline. Hierdoor neem je geen
suiker op uit het bloed. Diabetes is een chronische ziekte.
Het ontstaat meestal al op jonge leeftijd, maar kan op elke leeftijd ontstaan.
Bij diabetes type 1 is de oorzaak een absolute deficiëntie van de insuline afscheiding
waardoor er dus een tekort is van insuline. (er wordt te weinig insuline af gegeven). Hierdoor
heb je snel te veel suiker in je bloed. Dit komt doordat je door het tekort aan insuline geen
suiker/glucose kan worden opgenomen. Het begint vaak op een jonge leeftijd, voor het 30e
levensjaar. De oorzaak is een vernietiging van de bètacellen in de pancreas, vaak als gevolg
van een auto-immuunreactie. Bètacellen zijn cellen in de alvleesklier die insuline aanmaken.
Ze zitten in de eilandjes van Langerhans. Als er na het eten veel bloedsuiker in je bloed zit,
reageren de bètacellen al binnen 10 minuten. Ze geven opgeslagen insuline af en maken
nieuwe insuline aan.
Risicofactoren
Genetische factoren, DM type 1 in de familie, bepaalde virusinfecties, blank ras, leven in een
noordelijk klimaat en de aanwezigheid van een andere auto immuunziekte.
Behandeling en wanneer behandelen?
De behandeling bestaat uit insuline, controle bloedsuiker spiegel (HbA1c test), gezonde
leefstijl met voldoende lichaamsbeweging en een verantwoord eetpatroon.
De bloedsuiker is een probleem bij diabetes patiënten als deze hoger is dan 11.1 mmol/l of
lager dan 3.9 mmol/l. Mensen zonder diabetes kunnen afwijken van deze waardes, maar
hun lichaam is in staat dit zelf op te lossen.
Gevolgen DM
De gevolgen van een lage bloedsuiker (hypo) zijn het verliezen van bewustzijn, (bij een hypo
langer dan 30 min) er kunnen schadelijke stoffen ontstaan in de bloedvaten, bloed wordt
lokaal stroperig en de kans op trombose neemt toe. Lichamelijke reacties die kunnen
Optreden bij een hypo zijn honger hebben, moe zijn, trillen, zweten, hartkloppingen en
spierzwakte.
De gevolgen van een hoge bloedsuiker (hyper) zijn het hebben van een dorst, slaperigheid,
veel plassen, hoofdpijn, concentratieproblemen en roodheid. Ook kan het lichaam verzuren
(ketonen), waardoor je misselijk kan worden en kan gaan braken. Vaak ruikt je ademhaling
naar aceton en heb je een versnelde ademhaling.
Symptomen
- polyurie (overmatig urineproductie)
- polydipsie (veel drinken)
- polyfagie (veel eten)
- hevige dorst en vermagering
Nierfunctiestoornissen
De nieren hebben veel verschillende functies. Ze verwijderen afvalstoffen, zorgen er voor dat
er precies genoeg vocht en zouten in het lichaam blijven, regelen de bloeddruk en maken
hormonen die zorgen voor voldoende rode bloedcellen en sterke botten. Wanneer u
nierfunctiestoornissen hebt werken deze functies onvoldoende.
,Oorzaak
Er zijn verschillende oorzaken waarom nieren minder goed functioneren. Onderstaande
oorzaken komen het meest voor:
- Aangeboren afwijkingen: de nieren functioneren vanaf de geboorte al minder goed. In
het begin merkt een patiënt hier vaak weinig van. Maar naarmate iemand ouder wordt,
gaat de nierfunctie achteruit.
- Ziekte: bijvoorbeeld suikerziekte en hoge bloeddruk zorgen voor schade aan de nieren.
De nieren krijgen moeite om de afvalstoffen en de vochtbalans te reguleren.
- Een vernauwing in de slagader van de nier: de nieren krijgen te weinig bloed en raken
beschadigd.
- Door uitdroging of te lage bloeddruk: de nieren krijgen te weinig bloed en functioneren
(tijdelijk) minder goed.
- Medicijnen: veel medicijnen hebben een negatief effect op de werking van de nieren.
Vooral bij patiënten die nog niet weten dat ze nierproblemen hebben, kunnen
medicijnen leiden tot een plotselinge verslechtering.
Oorzaak nierfunctiestoornissen op de IC
Op de intensive care (IC) is de reden van nierfunctiestoornissen vaak uitdroging of een te
lage bloeddruk. Ook komen bij patiënten op de IC nierfunctiestoornissen voor waarbij tijdens
een operatie de slagader naar de nier toe tijdelijk afgeklemd is geweest. De nieren hebben
dan tijdelijk onvoldoende bloed en zuurstof gekregen.
Klachten
Patiënten met nierfunctiestoornissen hebben in het begin vaak geen klachten. Als de
nierfunctie verder achteruit gaat, kunnen zij problemen krijgen met het uitscheiden van
urine. Ze houden dan vocht vast. Dit vocht stapelt zich dan op in de benen en achter de
longen, waardoor benauwdheidsklachten kunnen ontstaan. Ook klachten als vermoeidheid,
jeuk en sufheid passen bij nierfunctiestoornissen. Dat is als gevolg van het niet kunnen
uitscheiden van afvalstoffen. Een verstoorde balans in vitaminen en mineralen kan leiden tot
hartritmestoornissen.
Diagnose
We doen bloedonderzoek om de bloedwaarden van de nierfunctie te bepalen. Een hoge
waarde kan betekenen dat de nieren hun functie niet goed uitoefenen. Om de oorzaak te
bepalen, kijken we ook naar de klachten van de patiënt, de overige ziektebeelden en de
gebruikte medicijnen. Soms doen we aanvullend onderzoek in de vorm van een CT-scan of
een echo.
Behandeling
Als de verminderde nierfunctie komt door medicijnen, dan moet de patiënt daar zo mogelijk
mee stoppen. De balans tussen vocht, mineralen en afvalstoffen corrigeren we met
medicijnen. Zijn de nieren ernstig beschadigd? Dan krijgt de patiënt soms (tijdelijk)
hemodialyse.
Koppeling aan de casus week 1
In de casus staat dat mevrouw Latoya vochtletsel onder de borsten en in de buikplooi heeft.
, Als de nierfunctie verder achteruit gaat, kunnen patiënten problemen krijgen met het
uitscheiden van urine. Ze houden dan vocht vast. Dit zou de oorzaak kunnen zijn voor het
vochtletsel. Daarnaast is mevrouw ook erg traag en snel buiten adem. Het vocht stapelt zich
namelijk op in de benen en achter de longen waardoor benauwdheidsklachten kunnen
ontstaan. Ook klachten als vermoeidheid, jeuk en sufheid passen bij nierfunctiestoornissen.
Dat is als gevolg van het niet kunnen uitscheiden van afvalstoffen. Een verstoorde balans in
vitaminen en mineralen kan leiden tot hartritmestoornissen. Bij mevrouw Latouya is ook
sprake van hartfalen door de nierfunctiestoornissen. Een mogelijke oorzaak bij mevrouw
Latouya zou dan ook diabetes kunnen zijn. Suikerziekte en hoge bloeddruk zorgen voor
schade aan de nieren. De nieren krijgen moeite om de afvalstoffen en de vochtbalans te
reguleren.
Hartfalen
Hartfalen of decompensatio cordis is een chronische progressieve aandoening waarbij de
pompfunctie van het hart verminderd. De belangrijkste risicofactoren voor hartfalen zijn
coronaire hartziekten en hypertensie. Andere risicofactoren zijn: diabetes, roken, een
verhoogd cholesterolgehalte, overgewicht en COPD.
Klachten
Als gevolg van hartfalen hoopt zich vocht op in de benen, longen en andere weefsels in het
lichaam. Je bent daardoor sneller moe of kortademig en houdt vocht vast. Je organen en
spieren krijgen niet genoeg zuurstof en voedingsstoffen. De bloedvaten raken vol en er lekt
vocht uit. Dit gebeurt vooral naar de longen, buik, benen en enkels.
Bij lichamelijk onderzoek vindt men stuwing van de halsvenen, crepitaties (knetterende
bijgeluiden van de longen) en afwijkende harttonen.
Behandeling
Hartfalen is niet te genezen, tenzij een transplantatie, en de behandeling richt zich dan ook
op de verlichting van de symptomen en verminderding van de belasting van het hart. De
behandeling omvat leefstijlinterventies, vocht- en zoutbeperking en medicijnen (diuretica,
antihypertensiva, anitaritmica en middelen die hartfrequentie verlagen). Preventie is
mogelijk door de behandeling van de risicofactoren zoals hypertensie, coronaire hartziekten
en diabetes mellitus.
Oorzaken
Je kunt hartfalen krijgen door schade aan je hart, zoals bij een hartinfarct. Ook als je heel
lang een hoge bloeddruk hebt, werkt je hart op den duur minder goed. Daarnaast kunnen
andere (hart)ziekten tot hartfalen leiden.
Koppeling met casus week 1
Bij mevrouw zijn risicofactoren: overgewicht, diabetes. De klachten die mevrouw heeft zijn
kortademigheid, vermoeidheid, gewichtstoename (BMI 42). Bij mevrouw lijkt het me dat de
behandeling gericht wordt op het aanpassen van mevrouw haar leefstijl waardoor ze kan
afvallen en medicijnen (diuretica om bijvoorbeeld het vocht af te voeren).
Verband nierfunctiestoornissen en hartfalen