Welke bewering is juist?
A. De ondersteunende processen zijn processen die de producten of diensten voortbrengen.
B. De ondersteunende processen zijn gelijk aan de operationele processen.
C. De operationele processen omvatten alle uitvoerende activiteiten in de organisatie.
D. De operationele processen omvatten de verzorgende activiteiten zoals financiën en personeelszorg en dergelijke
Antwoord: C. De operationele processen omvatten alle uitvoerende activiteiten in de organisatie.
2.
Welke bewering is juist?
A. Verantwoordingsinformatie is een weergave van een complexe werkelijkheid in een getal, op basis waarvan een rationele beslissing kan worden genomen.
B.Een kengetal is de informatie die het operationele proces krijgt om de gewenste activiteit uit te kunnen voeren
C. Stuurinformatie is de informatie die vanuit de operationele processen gegeven wordt over het verloop van de activiteiten.
D. De getalswaarde van een streefgetal geeft het doel aan dat met de uitvoerende activiteiten moet worden bereikt.
Antwoord: D. De getalswaarde van een streefgetal geeft het doel aan dat met de uitvoerende activiteiten moet worden bereikt.
3.
Welke bewering over informatie is juist?
A. De termen informatie en gegevens zijn synoniem
B. Na bewerking van gegevens ontstaat altijd informatie
C.Om informatie te verkrijgen is er altijd een bewerking op gegevens nodig
D. Of een gegeven al of niet informatie is is afhankelijk van de gebruiker
Antwoord: D. Of een gegeven al of niet informatie is is afhankelijk van de gebruiker
4.
Om GIGO te bestrijden bij handmatige gegevensinvoer is de beste methode:
A. zo weinig mogelijk gegevens te gebruiken,
B. de gegevens door speciaal getrainde mensen in te laten voeren,
C. dezelfde gegevens herhaaldelijk, dat wil zeggen meer dan een keer in te laten voeren,
D. controlegegevens aan de data-entry toe te voegen
Antwoord: D. controlegegevens aan de data-entry toe te voegen
5.
Welke bewering is het meest correct
A. Bij decentrale gegevensopslag zijn de gegevens alleen te gebruiken voor de eigen activiteiten en niet door anderen.
B. Bij centrale gegevensopslag zijn de gegevens toegankelijk voor alle toepassingen die de gegevens nodig hebben.
C.Bij gedistribueerde gegevensopslag worden dezelfde soort gegevens op diverse locaties onderhouden.
D. Zowel a, b als c zijn correct
Antwoord: D. Zowel a, b als c zijn correct
6.
Een secretaris van een vereniging verwerkt elke eerste dag van de maand de mutaties in het ledenbestand. Bij deze manier van verwerken van gegevens is sprake van:
A. batchverwerking en centrale gegevensverwerking
B. batchverwerking en decentrale gegevensverwerking
C. real-timeverwerking en centrale gegevensverwerking
D. real-timeverwerking en decentrale gegevensverwerking
Antwoord: A. batchverwerking en centrale gegevensverwerking
7.
Een docent logt in op OSIRIS om te controleren welk cijfer er voor een student staat vermeld. Hij voert het studentnummer in en krijgt meteen antwoord: een 7.0. Hier is sprake van:
A. periodiek standaardrapport.
B. standaardrapport op uitzonderingsbasis.
C. rapportage op aanvraag in specifieke vorm.
D. interactieve rapportage.
Antwoord: D. interactieve rapportage.
8.
Welk antwoord is juist?
Windows Vista is een voorbeeld van:
A. maatwerksoftware
B. toepassingssoftware
C. een besturingssysteem
D. een DatabaseManagementSysteem
Antwoord: C. een besturingssysteem
9.
Welke bewering is juist?
Bij een verzekeringsmaatschappij wordt bij het afsluiten van verzekeringen een informatiesysteem gebruikt. Hiermee worden standaard polisaanvragen snel verwerkt. Met het systeem neemt veel werk uit handen waarin voorheen het inzicht van de verzekeringsagenten voor nodig was.
Dit systeem kan worden beschouwd als een:
A. bestuurlijk informatiesysteem,
B. expertsysteem,
C. transactie verwerkend systeem,
D. documentair informatiesysteem.
Antwoord: B. expertsysteem,
10.
Verkopers van een aantal verzekeringsmaatschappijen maken gebruik van expertsystemen bij hun werk. Een expertsysteem is:
A. een informatiesysteem waarin kennis van experts in de vorm van regels is vastgelegd.
B. een informatiesysteem dat voor verzekeringsexperts bedoeld is.
C. een database managementsysteem dat vanwege de complexiteit alleen door systeembeheerders (experts) bediend kan worden.
D. Zowel a, b als c zijn onjuist.
Antwoord: A. een informatiesysteem waarin kennis van experts in de vorm van regels is vastgelegd.
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting bedrijfseconomie
hoofdstuk 1,2,3,4,6,7,8,10 en 11
geschreven door:
Kim876
De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
Op Stuvia vind je het grootste aanbod aan samenvattingen en collegeaantekeningen. De
documenten zijn geschreven door jouw medestudenten, specifiek voor jouw opleiding!
www.stuvia.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
Algemene economie Bestudeert de relaties tussen consumenten en
producten en tussen producten onderling
- micro niveau: theorie van de
marktvormen (hoe komt de prijs tot
stand)
- macro niveau: economische problemen
van de maatschappij als geheel (inflatie
en werkloosheid)
Bedrijfseconomie Richt zich op economisch handelen binnen de
productie organisaties.
Ondernemingen Productieorganisaties die erop gericht zijn op de
markt inkomen te verdienen. Ze streven naar
winst
Productie middelen, de 3 grote imputs:
- grondstoffen/natuur
- machines, gebouwen/ duurzame productie middelen
- arbeid
Onderneming is een productie organisatie:
In een productie organisatie worden productiemiddelen bij elkaar gebracht en vervolgens in een
productie proces omgezet in producten.
Inkoopmarkt en verkoopmarkt zijn hier erg belangrijk
Kijk naar t schema in je boek op blz. 17
Groote van de winst hangt van efficiency en effectiviteit af.
Efficiency De kosten van het maken van een product zo
laag mogelijk houden. Je kan hierdoor meer
winst maken. Maar belangrijker: Je prijs kan ook
iets lager waardoor meer mensen jouw product
gaan kopen
Effectiviteit Hoe ga je het product verkopen. Voldoet het aan
de eisen. En willen klanten er voor betalen.
Kijk nog even op blz. 18 voor het schema.
Behalve winst zijn er nog meer dingen belangrijk voor een onderneming:
- continuïteit is ook belangrijk om zeker te zijn van t voortbestaan van de onderneming. (winst
ook op lang termijn)
- mission statement: Welke doelen ze aan zich zelf stellen (milieu, zorg)
- zo groot mogelijk omzet. Bedrijven worden vaak in een keer overgenomen zonder dat ze ook
echt meer winst krijgen.
Non-profitorganisaties
- overheid:
Bestaat uit Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Overheid levert vooral collectieve
goederen en diensten. (voorzieningen voor heel de bevolking. De overheid regelt dit omdat:
o Hier het marktmechanisme niet werkt. Consumenten kunnen niet voor zich zelf
bescherming tegen water kopen
o Daarom is er het budgetmechanisme. De overheid heft belastingen zodat alles
betaald kan worden.
o De laatste jaren is er sprake van privatisering; activiteit worden door de overheid
losgelaten naar andere organisaties
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
- Particuliere non-profit organisaties; verzamelen geld in voor goede doelen
Verschillen tussen non-profit en ondernemingen
- non-profit wil bepaalde voorzieningen tot stand brengen. Alle activiteiten hebben te maken
met dat doel
- non-profit is niet economisch zelfstandig, ze kunnen niet voortbestaan uit markttransacties
(donateurs)
- beoordeling van effectiviteit is heel anders bij non-profit. Je kan geen winst cijfer gebruiken.
Er wordt gekeken in hoeverre een bepaald doel is gehaald.
Activiteiten die ondernemingen uitvoeren kun je verdelen in 4 sectoren.
- landbouw en extractie
- industrie
- handel
- dienstverlening
- bij landbouw en extractie zijn grondstoffen helemaal niet zo belangrijk. Wat wel belangrijk is,
is de natuur. Duurzame productiemiddelen zijn daarentegen wel erg belangrijk.
- Bij industriële sector kan er onderscheid worden:
o Stukproductie: maatwerk, 1 klant, op bestelling
o Massaproductie: standaardproduct, bestemt voor markt, op voorraad.
o Serie massaproductie: varianten van het standaard product geproduceerd.
3 imputs kunnen per onderneming verschillen van belang. Maar hoe groter de
automatisering. Hoe belangrijker productiemiddelen zijn.
- handel zorgt voor de distributie van producten. Ze blijven bestaan omdat er geen gelijkheid
is tussen productie en consumptie
o de grootte van de productie en consumptie
o de samenstelling
o het tijdstip
o de plaats.
Een detail handel verkoopt rechtstreeks naar de consument.
Een groothandel koopt in bij de fabrikant en verdeeld het over de detail handel. 3 imputs
kosten veel geld
- bij dienstverlening worden er geen grondstoffen ingekocht. Duurzame productiemiddelen
zijn wel erge belangrijk. Arbeidskosten vormen een belangrijke kostenpost.
Niet-rechtspersonen: inkomstenbelasting
Rechtspersonen: vennootschapsbelasting
Elke onderneming: omzetbelasting
Kijk in je boek naar t voorbeeld van de omzetbelasting op blz. 38
- voor een onderneming is de omzetbelasting geen kostenpost: ze kunnen de belasting terug
vorderen
- ook in de resultatenrekening is niets meer te zien van de omzetbelasting
- de consument is degene die uiteindelijk last krijgt van de belasting. Hij kan de belasting niet
terug vorderen. Voor hem is omzetbelasting een kostprijsverhogende belasting.
Bijzonder situaties in de omzet belasting
- laag tarief: op sommige leveringen is tarief van 6%
- vrijstellingen: Sommige hoeven geen belasting te betalen; banken, verzekeringen, medisch,
agrarisch en onroerend goed
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
o geen omzetbelasting verschuldigd
o de doorberekende omzetbelasting niet terugvorderen
- export: goederen vanuit Nederland naar het buitenland hebben geen last van
omzetbelasting. De mensen in het buitenland zijn de eerste die weer last hebben van de
belasting (nul tarief)
samenwerkingsvormen
- fusie en overname
- franchising
- kartelvorming
fusie en overname:
- groei is makkelijker door een bedrijf over te nemen.
- Overname van aandelen vind hier plaats.
- Fusie is dat 2 partijen samensmelten en dat er niet 1 wordt overgenomen
- Verschillende soorten overnames
o Overnemer en overgenomene zelfde bedrijfstak minder concurrentie
o Overnemer en overgenomene werken in andere schakels van een kolom. Dit wordt
ook wel integratie genoemd
o Overnemer en overgenomene opereren in dezelfde schakel van verschillende
kolommen. Parallellisatie/ verbreden van t assortiment
o Overnemer en overgenomene opereren in verschillende schakels van verschillende
bedrijfstakken. Hierdoor veel risicospreiding. Ook wel conglometeranen genoemd.
Franchising.
- zelfstandige ondernemer die zich aansluit bij een grote keten.
- Betaald hiervoor een bepaalde vergoeding.
Kartelvorming
- producenten maken afspraken om concurrentie te verminderen
- dit ligt wel aan de soort marktvorm
o bij volledige concurrentie zijn er veel ondernemingen waardoor er veel concurrentie
is
o bij monopolie is er maar 1 ondernemer, geen kartelafspraken.
o Oligopolie: gering aantal aanbieders. Veel kartel in voor. Consumenten zijn hier de
dupe van dus wordt er veel tegen gestreden. Nederlandse mededingingsautoriteit
kan boetes opleggen aan mensen die afspraken maken.
Hoofdstuk 2
Ondernemingsfinanciering gaat niet alleen over wat je gaat financieren maar ook hoe
- investeringen: Er zijn verschillende alternatieven voor een investering te maken. De waarde
moet uiteindelijk groter zijn dat het investeringsbedrag.
o Er wordt een keuze gemaakt in hoeverre de omzet zou stijgen
o Er kan naar het milieu gekeken worden
o Ook wordt er gekeken naar hoe groot de financierings kosten zijn
- financiering:
o je hoeft niet altijd te kopen, je kan ook leasen en huren
o een eenmanszaak heeft een kleiner vermogen om te financieren dan een nv.
- accounting: het verschaffen van (financiele) informatie betreffend de onderneming
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Kim876. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,48. Je zit daarna nergens aan vast.