De DIO kan de absorptie en transport in het lichaam van respectievelijk eiwit,
koolhydraten en vet beschrijven.
Koolhydraten
Glucose is uniek omdat het tot op zekere hoogte kan worden geabsorbeerd in de mond,
maar voor het grootse deel vind de opname van de voedingstoffen plaats in de dunne darm.
Glucose en galactose komen de cellen langs de dunne darm binnen door actief transport.
Fructose wordt geabsorbeerd door gefaciliteerde diffusie.
De monosachariden gaan door de dunne darmwand naar de haarvaten (capillaire).
Terwijl het bloed uit de dunne darm via de poortader naar de lever circuleert Nemen cellen
daar fructose en galactose op en zetten deze meestal om in verbindingen binnen dezelfde
metabole routes als glucose. Fructose en galactose worden meestal gemetaboliseerd in de
lever, terwijl glucose naar de lichaamscellen wordt gestuurd voor energie
Uiteindelijk leveren alle disachariden op zijn mist rechtstreeks een glucosemolecuul op en
kunnen ze indirect het equivalent van een ander leveren – via metabolisme van fructose en
galactose in de lever
Maltose glucose + glucose
Lactose glucose + galactose
Lactose glucose + fructose
Vetten
Glycerol, korte- en middellangeketenvetzuren zijn klein genoeg om de capillaire (haarvaten)
te bereiken.
Monoglyceride, diglyceride en langeketenvetzuren worden in de darmcel opnieuw
opgebouwd tot triglyceride met behulp van micellen en vervoerd in de vorm van
chylomicronen (lipoproteïne).
De darmcellen geven vervolgens de chylomicronen af aan het lymfestelsel. De
chylomicronen worden vervoerd door de lymfe tot ze bij de bloedbaan terecht komen net
voor het hart, in het thoracale kanaal. Het bloed draagt deze lipiden naar de rest van het
lichaam voor onmiddellijk gebruik of opslag.
Het lichaam maakt vier hoofdtypen
lipoproteïne (te onderscheiden door hun
grootte en dichtheid):
- Chylomicronen
- VLDL
- LDL
- HDL
,Eiwitten zorgen voor een hogere dichtheid dan vet.
De chylomicronen zijn de grootste en minst dichte lipoproteïnen.
De chylomicronen transporteren de via voeding binnengekomen lipiden naar de rest van het
lichaam, cellen halen triglyceriden uit de chylomicronen als ze voorbij komen, zodat de
chylomicronen steeds kleiner worden.
Binnen 14 uur na absorptie zijn de meeste triglyceriden zo goed als leeg en blijven er slechts
een paar resten eiwit, cholesterol en fosfolipiden over. Verschillende eiwitreceptoren op de
membranen van de levercellen herkennen en verwijderen deze chylomicronen resten uit het
bloed.
Eiwitten
Een aantal specifieke dragers transporteren aminozuren naar de darmcellen. Eenmaal in de
darmcellen (enterocyten) kunnen aminozuren worden gebruikt voor energie of de
benodigde verbindingen samenvoegen (eiwitsynthese: DNA RNA eiwit). Aminozuren
die niet door de darmellen worden gebruikt, worden over het celmembraan getransporteerd
naar de omringde vloeistof waar ze de capillairen binnendringen door middel van diffusie. in
de lever word het opgenomen in weefsel.
Essentiele aminozuren worden sneller geabsorbeerd dan niet-essentiële
Neutrale aminozuren worden doorgaans ook sneller geabsorbeerd dan normale of zure
aminozuren.
, Visuele samenvatting:
De DIO kan anabole en katabole stofwisseling van respectievelijk eiwit, koolhydraten en
vet uitleggen en de anatomische plaats (weefsel of orgaan) van deze
stofwisselingsprocessen beschrijven.
Metabolisme is het totaal aan chemische reacties in levende cellen. Energie metabolisme
zijn alle manieren waarop het lichaam energie verkrijgt en gebruikt van eten.
Anabole reacties zijn reacties die gaan over het opbouwen. Hiervoor is energie nodig. Kleine
moleculen worden samengevoegd om grotere te maken.
Katabole reacties zijn reacties die gaan over het afbreken. Hierbij komt energie vrij.
Bij een reactie:
- Eindigt het op -lyse dan is het een afbraakreactie = katabool
- Eindigt het op -genese dan is het een opbouw/vorming van reactie = anabool
Koolhydraten
- Glycolyse
Glucose wordt afgebroken waarbij energie vrijkomt. Dit is vrij beperkt in tijdsduur.
De glycolyse starten kost 2 ATP, het levert 4 ATP. Hierbij ontstaat lactaat, maar dat lactaat
wordt in de lever weer omgezet en dat kost 6 ATP. Glycolyse kost dus uiteindelijk energie.
Katabole reactie
Anaeroob
Wanneer er voldoende zuurstof aanwezig is, gaat de reactie aeroob verder en dit levert wel
energie, maar dit valt niet meer onder de glycolyse.
- Glycogenese
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hildef. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.