KLA introductie m. Parkinson
● ziekte van Parkinson → een progressieve neurologische aandoening, waarbij
degeneratie van dopamine producerende cellen in de substantia nigra (onderdeel
van de basale ganglia) leidt tot een verminderde dopamine productie. wordt er in de
substantia nigra minder dopamine aangemaakt, dan zal de signaaloverdracht tussen
de uiteinden van de axonen vertragen.
● oorzaak: onbekend. betrokkenheid van genetische en omgevingsfactoren (leven op
platteland; toxische stoffen) is aannemelijk. hoofdtrauma kan ook een oorzaak zijn.
rokers hebben 25% minder kans (nicotine bescherming).
● er is een verhoogd overlijdensrisico, meest voorkomende doodsoorzaak:
longontsteking
● incidentie Nederland ong 7900 patiënten per jaar. komt 1,5 x vaker voor bij mannen
dan bij vrouwen. de prevalentie neemt toe met het stijgen van de leeftijd.
Diagnose stellen
alleen via post mortem onderzoek van het brein kan parkinson met 100% zekerheid worden
vastgesteld. de klinische diagnose wordt gesteld op basis van een combinatie van
symptomen.
stap 1: bradykinesie (bewegingstraagheid) als hoofdsymptoom. met daarbij 1 van de 3
volgende symptomen:
1. rigiditeit; (stijfheid) continu licht verhoogde weerstand bij passief bewegen van
ledematen
2. rusttremor: voortdurende schudbeweging van één of meer lichaamsdelen die wordt
veroorzaakt door een onwillekeurige samentrekking van spieren, frequentie 4-7 Hz,
heviger bij emoties en koudheid.
3. balansproblemen. vertraagde/ afwezige houdingsreflex. die niet veroorzaakt worden
door primair visuele, vestibulaire, cerebellaire of proprioceptieve disfunctie. twee
uitvalspassen bij pull test is normale reactie.
stap 2: exclusiecriteria: meerdere beroertes of hoofdtrauma’s, antipsychotica of dopamine
depleterende medicijnen, meer dan 1 aangedaan familielid, blijvende remissie (dat het
steeds weer over gaat en terugkomt), negatieve respons op hoge dosis levodopa, strikt
unilateraal symptomen na 3 jaar ziekte, aantal neurologische symptomen, blootstelling aan
een bekend neurotoxine
stap 3: ondersteunende factoren: unilateraal begin, aanwezigheid van rusttremor,
progressieve aandoening, blijvend asymmetrisch beeld ten nadele van de kant waar de
ziekte begon, uitstekende respons op levodopa, ernstige levodopa geïnduceerde chorea,
levodopa respons gedurende minimaal 5 jaar, klinisch beloop van minimaal 10 jaar.
● reukproblemen en onverklaarbare schouderklachten is vroeg symptoom van ziekte
van parkinson
● de diagnose is meestal pas boven 60 jaar.
● vaak treden sensorische, cognitieve en gedragsmatige, communicatieve
veranderingen op
, ● geen armzwaai en geen axiale rotatie (als ze wel doen dan vallen ze) tijdens het
lopen zie je vaak aan het begin van parkinson
Beloop
Vroege fase
fase 1: beginstadium met lichte symptomen aan één lichaamszijde
fase 1,5: eenzijdig met beginnende axiale problemen (axiaal: dat de romp gaat mee doen)
fase 2: tweezijdig, geen balansproblemen, mogelijk een licht kyfotische houding, traagheid
en spraakproblemen, houdingsreflexen intact
fase 2,5: matige ziekteverschijnselen met herstel op retropulsietest
Middenfase
fase 3: matig tot ernstige ziekteverschijnselen, enkele houdings- en balansproblemen, lopen
is aangedaan maar mogelijk zonder hulp, fysiek onafhankelijk
fase 4: ernstige ziekteverschijnselen, gedeeltelijke hulpbehoevendheid, lopen en staan is
aangedaan maar nog mogelijk zonder steun
Late fase
fase 5: eindstadium, volledige invaliditeit, lopen en staan zonder hulp onmogelijk, continue
verpleegkundige zorg noodzakelijk (heel weinig mensen behalen deze fase)
Parkinsonismen (atypische parkinson):
- progressieve supranucleair parese (PSP)
- meervoudige systeem artrofie (MSA)
- medicijn geïnduceerde parkinsonisme
- corticobasale degeneratie
- vasculair parkinsonisme
Waarom van belang om te weten? beloop van ziektebeeld parkinsonismen gaat vaak veel
sneller. PSP begint vaak later. MSA begint wat eerder en beloop is veel sneller dan bij PSP
PSP:
- verticale blikparese (niet kunnen volgen van de ogen van iets wat voor het gezicht
gebeurt)
- symmetrisch begin
- sneller beloop, vroeg vallen, problemen slikken, spreken
- ernstige rigiditeit
- slecht respons levodopa
- frontaal dementie (motor roekeloos, hele gevaarlijke dingen doen)
MSA
- symmetrisch begin
- sneller beloop: vroeg vallen
- vroege autonome stoornissen oa orthostatische hypotensie (snel bloeddrukdaling bij
verandering van positie)
- geen tremor
- pyramidale tekenen (coördinatieproblemen)
, - cerebellaire tekenen (MSA-C)
Vasculair parkinson
- multipele infarcten subcorticaal en basale kernen
- benen meer aangedaan dan benen
- tremor vaak afwezig
- dementie, plas problemen, vaak pyramidale tekenen
- slechte respons L-Dopa
- soms normal pressure hydrocephalus
- transfers, ADL, communicatie, eten en loop taken worden moeilijker
Richtlijn Parkinson
5 aandachtsgebieden richtlijn parkinson
1. fysieke capaciteit
2. lopen
3. transfers
4. balans
5. handvaardigheid
je wilt voor de patiënt zelfmanagement belangrijke punten hierbij zijn
- empathie tonen
- patiëntgecentreerde zorg
- ondersteuning zelfmanagement
- expertise
- zorgcoördinatie, prioriteiten, voorkeuren, plan, communicatie
- samenwerken
5A’s-Model
- achterhalen wat actuele activiteiten en belangrijkste problemen zijn
- adviseren over het belang van de verandering
- afspreken welke doelen nagestreefd gaan worden
- assisteren
- arrangeren
anamnese en onderzoek
1. inventarisatie patient (pre assessment form PIF)
2. anamnese
3. meetinstrumenten
inhoud intake vragenlijst (meetinstrumenten in de zorg)
- inventariseren probleemgebieden
- inventariseren (bijna) vallen, gevaar van vallen
- inventariseren freezing
- inventariseren lichamelijke activiteiten