Samenvatting week 1
Rechtvaardigheid concepten, reikwijdte en vormen
- Conceptuele tegenstellingen in rechtvaardigheid:
o Conservatieve vs. Idealistische rechtvaardigheid
‘’huidige wetgeving, huidige afspraken, huidige verdeling van goederen, diensten,
rijkdom, kansen op werk, inkomen, scholing enz. is goed en houden zo’’
Vs.
‘’nee! Zoals het is en gaat, is helemaal niet rechtvaardig, er moet veel veranderen’’
o Correctieve vs. distributieve rechtvaardigheid
Straffen, corrigeren, opvoeden rechtvaardigheid vs. Rechtvaardigheid als
verdelingsvraagstuk
o Procedurele vs. Substantieve rechtvaardigheid
Procedure, regels, onafhankelijke, consequentie toepassing van regels vs. Prestatie,
verdienste, materiele en immateriële inhoud & uitkomst.
- Drie manieren van denken over rechtvaardigheid
1. Utilitarisme: heeft het nut als principe van rechtvaardigheid
Maximaliseren van welzijn en geluk voor de grootste groep mensen als doel (meeste
stemmen gelden)
Ten koste van individuen, ten koste van minderheden, het is rechtvaardig.
Het is dus eerlijk als er daklozen zijn die bedelen op straat, want het is de minderheid van
de bevolking.
2. Deugd(isme): heeft het deugd als principe van rechtvaardigheid
Deugd is eigenschap van een persoon
Rechtvaardigheid word gezien als een (karakter)eigenschap. Het is intrinsiek
Geen rationele, bedachte regels (zoals beleid, protocollen etc.) nodig.
Het zit in je gedrag
3. Egalitarisme: het gelijkheid als principe van rechtvaardigheid
a. Strikte gelijkheid
i. Iedereen krijgt hetzelfde
ii. Iedereen krijgt evenveel
iii. Iedereen krijgt evenveel van hetzelfde
iv. De basis is voor iedereen hetzelfde
v. Het resultaat is voor iedereen hetzelfde
b. Proportionele gelijkheid: ongelijke verdeling van…, ongelijke behandeling
i. Toeslagen (huur, zorg, seniorenkorting, studentenkorting)
ii. Gehandicaptenparkeerplek
iii. Belasting op inkomen
c. Responsible-sensitive egalitarisme: verantwoordelijkheid (agency)
= de competenties hebben om verantwoordelijkheid te nemen voor en
te dragen over jouw vrijheid én die van anderen, en dat je aanspreekbaar
bent op jouw handelen.
, - Welzijn-gebaseerde principes: het welzijnsniveau van de mensen is van primair moreel
belang
Sociaal werk is een sociale rechtvaardigheidsberoep
- Het doel van sociaal werk is individueel welzijn creëren, individuele ontplooiing mogelijk
maken maar ook sociale rechtvaardigheid nastreven.
- Normatief en ethisch kader: het respect voor de menselijke en sociale waardigheid. De
middelen en methodes daarbij zijn zorg en methoden.
Sociaal of juridisch ingevuld (of een combinatie ervan)
- Utopie: in de fantasie geconstrueerde ideale maatschappelijke toestand
Grote utopieën: gevaarlijk, kunnen leiden tot totalitaire en autocratische regimes. Zoekt
naar meer structurele rechtvaardigheid, waarvoor al dan niet hervormingen noodzakelijk
zijn. (samenleving)
Kleine utopieën: moet meer aandacht voor zijn, heeft te maken met individuele
benadering met aandacht voor de menselijke waardigheid. (individu)
- Geen eenheid van methode, wel een methodenpluralisme. (doel= sociale rechtvaardigheid,
methode= zorg en mensenrechten)
- Mensenrechten
1. Formuleren de minimale basisvoorwaarden voor individuele zelfbeschikking
2. Leggen de lichtsnoeren vast voor het sociale verkeer, zonder te bepalen hoe het sociale leven
eruit moet zien
3. Moeten worden bekeken vanuit het perspectief van de ‘progressive realisation’ staat in
een gespannen verhouding met het resultaatgericht karakter van rechten.
- Menselijke waardigheid: persoonsgebonden denken, uitgangspunt is dat de mens een
absolute intrinsieke en onvergelijkbare waarde heeft.
- Sociale waardigheid: gaat verder dan de elementaire levensbehoeften en de bijbehorende
sociaaleconomische grondrechten
Verwijst naar de maatschappelijke opdracht die erin bestaat de grondrechten voor de
burgers te realiseren, terwijl het concept menselijke waardigheid vaak een meer
subjectieve invulling krijgt capabilitybenadering
- Acht opdrachten voor het (toekomstig) sociaal werk:
1. Koester het inzicht in grond- en mensenrechten als een kompas in functie van sociale
rechtvaardigheid
2. Volg de negen grondrechten van artikel 23 van de Grondwet op je kompas 7
3. Hanteer een ethisch perspectief, met name de sociale waardigheid, bij oplossingsgericht
en structureel werken
4. Bewaak op permanente manier de sociale rechtvaardigheid via een toets van de
effectiviteit van (mensen)rechten
5. Combineer in het rechtenperspectief de sociale en de juridische dimensie, alsook het
structureel en individueel werk
, 6. Maak sociale grondrechten helder, toegankelijk en realistisch voor kwetsbare groepen
7. Streef naar een meer gemeenschapsgerichte invulling van de mensenrechten
8. Investeer in een maatschappelijk verantwoorde sociaal-juridische praktijk in functie van
een vermenselijking van justitie.
- Rechtenbenaderingen
1. Juridisering van de samenleving in positieve en negatieve zin beschrijven van een
trend in de samenleving
2. Rechtenbenadering als handelingskader voor juridische en sociale professionals een
strijd via het recht. Slechten van drempels en hindernissen voor het realiseren van
rechten
3. Rechtenbenadering als dominant globaal paradigma. Concept mensenrechten worden in
een niet louter juridische betekenis gebruikt. Valt samen met ‘gewone’ rechten en er
wordt een maatschappelijke functie aan die rechten toebedeeld.
Samenvatting week 2
Sociaal werk en het streven naar een meer rechtvaardige
samenleving
- Sociaal werk rechtvaardigheid een belangrijke waarde
o Signaleren van knelpunten, misstanden, onrechtvaardigheden waar cliënten last van
hebben
o Rekening houden met de persoonlijke kwetsbaarheid van mensen met weinig
hulpbronnen. Ook oog hebben voor de mogelijkheid dat het niet alleen aan de
individu, maar ook aan sociale uitsluiting
Sociaal werk richt zich op het sociaal functioneren van mensen
- Cliëntenproblematiek is sociale problematiek. Door gebrekkige impulsreactie geframed als
individuele problematiek
- Impulsregulatie: leren zich voldoende te beheersen en niet elke impuls die in hen
bovenkomt, te volgen.
Belangrijk onderdeel van socialisatie
- Social workers: agogisch vakmanschap: combinatie van houdingsaspecten als begripvol,
zorgzaam, empathisch, meelevend, respectvol en vaardigheden als het vertrouwen winnen
van de cliënt, aansluiten bij en afstemmen op de cliënt.
Zonder zichtbaar machtsgebruik deuren open krijgen die voor andere professionals vaak
gesloten blijven.
Rekening houden dat woede-uitbarstingen bij cliënten niet altijd (alleen maar)
voortkomen uit persoonlijke krenking of frustratie in combinatie met het gebrekkige
vermogen zichzelf in de hand te houden, maar dat de uitbarstingen (ook) morele
gronden kunnen hebben die de cliënt zelf vaak niet volledig helder voor ogen staan.
Meerduidig kijken: niet in termen van of – of maar van en – en. Centraal hierbij staat de
normatieve spanning tussen het tegelijkertijd helpen en invoegen van de cliënt, helpen