Inleiding in de psychologie
H9 Geheugen, aandacht en bewustzijn
§1 Overzicht: Het informatieverwerkingsmodel
Het informatieverwerkingsmodel:
repeteren
coderen
Zintuiglijk Zintuiglijk Korte Langetermijn-
input geheugen aandacht termijn-/werkge ophalen geheugen
heugen
Zintuiglijk geheugen Aandacht speelt geen rol. Zintuiglijke input wordt voor zeer korte
tijd onthouden, maar er is een zeer grote capaciteit. Informatie
wordt hier verloren door er geen aandacht aan te besteden.
Werkgeheugen Wanneer wij onze aandacht richten op de input in het zintuiglijk
geheugen, wordt informatie bewerkt, maar niet opgeslagen. Hier
kunnen we ongeveer 7 +/- 2 brokjes informatie vasthouden,
afkomstig uit het zintuiglijk geheugen, of het
langetermijngeheugen (in principe wordt het werkgeheugen dus
altijd gebruikt wanneer we ergens bewust mee bezig zijn).
Informatie gaat hier verloren doordat we de informatie niet
voldoende actief herhalen en verwerken, waardoor het niet
wordt opgenomen in ons langetermijngeheugen.
Langetermijn- Wanneer we met aandacht de informatie in het korte termijn
geheugen geheugen bewerken, wordt het vastgelegd. Hierna kunnen we dit
zonder aandacht weer terughalen naar het werkgeheugen.
Informatie kan hier verloren gaan, wanneer informatie lange tijd
niet meer wordt geactiveerd.
Dual-processing Er zijn twee manieren van denken: Het snelle, onbewuste denken en
theorieën het langzame, bewuste denken. Het ‘snelle’ denken kan niet uitgezet
worden, ook al zou dit wel leiden tot een betere oplossing, zoals te zien
is in de Stroop test. (pag. 316)
§2 Aandacht: de poort naar bewustzijn
Pre-attente De analyse die wordt gemaakt of zintuiglijke informatie het waard is om
verwerking doorgestuurd te worden naar het werkgeheugen.
Cocktailparty- Het vermogen om belangrijke informatie (zoals iemand je naam horen
fenomeen zeggen) op te vangen terwijl we ons concentreren op andere informatie
(bijvoorbeeld een gesprek op een rumoerig cocktailfeest).
Dat mensen dit vermogen hebben impliceert dat informatie onbewust via een
route buiten onze aandacht verwerkt wordt, terwijl we bewust andere
informatie verwerken. (Dit kan bijvoorbeeld onderzocht worden in een
laboratorium door twee verschillende stemmen tegelijkertijd af te spelen.)
Meestal zijn we hiertoe in staat als er qua kwaliteit van de stimuli verschil is.
Aandacht is hier dus een belangrijke poortwachter.
1
,Inleiding in de psychologie
Onopzettelijke Wanneer we op een stimuli focussen, daardoor andere stimuli ons niet
blindheid meer opvallen. (Een goochelaar zwaait met links, maar doet de truc
met rechts.)
Echoïsch geheugen Auditieve zintuiglijk geheugen. (Deze echo kunnen we opslaan voor
maximaal 10 seconden.)
Iconisch geheugen Visueel zintuiglijk geheugen. (Dit kunnen we opslaan voor 0,33 sec.)
Priming De activatie van informatie van het langetermijngeheugen door de
zintuiglijke informatie, waardoor we een andere perceptie of
gedachtegang kunnen hebben/krijgen.
3 algemene conclusies voor pre-attente verwerking:
Stimuli waar geen aandacht aan wordt besteed activeren toch sensorische en
perceptuele gebieden van de hersen.
Aandacht vergroot de activiteit die taakrelevantie stimuli produceren in sensorische
en perceptuele gebieden van de hersenen en het vermindert de activiteit die taak-
irrelevante stimuli produceren.
Neurale mechanismes in de voorste delen van de cortex zijn verantwoordelijk voor
de verdeling van aandacht.
Spatial neglect Wanneer iemand een beschadiging heeft aan de rechterhelft, de
linkerkant van een stimuli niet kunnen zien.
(ruimtelijke verwaarlozing)
§3 Werkgeheugen: Het actieve, bewustzijn
Volgens Baddeley bestaat het werkgeheugen uit een aparte maar interactieve
componenten:
Fonologische loop Het onthouden van verbale informatie
o Short-term Het aantal getallen/woorden die iemand kan opnoemen na een
memory span korte tijd. (Meestal het aantal items dat iemand kan noemen
binnen 2 seconden voor een snelle prater is dit dus meer.)
o Working Dit is meestal 2 items korter dan de short-term memory span.
memory span
Visuospatial Visuele en ruimtelijke informatie
schetsblok
Centrale uitvoerder Coördineren van de hersenactiviteit en voor het brengen van
informatie naar het werkgeheugen vanuit het zintuiglijk geheugen
en het langetermijngeheugen.
Episodische buffer (Pas in 2000 toegevoegd.)
2
,Inleiding in de psychologie
§4 Uitvoerende functies
Uitvoerende functies van het werkgeheugen: (niet hetzelfde als centrale uitvoerder)
Het bijwerken/updaten van het werkgeheugen
Switchen tussen allerlei verschillende taken
Inhiberen (niet gewilde informatie buiten het werkgeheugen houden)
Hierover zijn vier conclusies getrokken:
Er zijn overeenkomsten en verschillen tussen de functies.
Er is een genetische component, maar kan wel aangepast worden door gedrag.
Bv. sporten
Ze zijn gerelateerd aan en voorspellen belangrijke klinische en maatschappelijke
resultaten. Bv. Personen met betere uitvoerende functies hebben vaak meer
zelfdiscipline
Zijn vaak ontwikkelingsstabiel (tijdens het ouder worden)
De uitvoerende functies vinden plaats in de prefrontale cortex. Personen die hier een
beschadiging hebben, hebben vaak moeilijkheden met plannen, beslissingen maken, emoties
reguleren en gedrag en gedachtes inhiberen. (Phineas Gage, pag. 330)
§5 Geheugen als de representatie van kennis
Lange termijn Alle het verbale en non-verbale geheugen: herinneringen, talen,
geheugen vaardigheden, regels etc.
Expliciet geheugen Het geheugen dat gemakkelijk teruggebracht kan worden in ons
bewustzijn en dat we verbaal kunnen beschrijven. Door middel
van aandacht kan het worden uitgelegd.
o Episodisch Omvat ervaring uit het verleden, zoals autobiografische
geheugen gebeurtenissen, die we in ons bewustzijn kunnen tergroepen en
door middel van aandacht bewust kunnen omschrijven
o Semantisch Is niet gebonden aan specifieke gebeurtenissen, maar is een
geheugen verzameling van generieke betekenissen waardoor we ons begrip
van de wereld vormen. Weer dmv aandacht beschrijven.
Impliciet geheugen Is moeilijk onder woorden te brengen. Het bevat de onbewuste,
door ervaring gevormde routines waarmee ons gedrag vorm
krijgt. Hierbij speelt aandacht geen rol. Wanneer we hier wel
aandacht aan besteden, gaat de uitvoering vaak fout. Speelt zich
dus ook vaak af buiten ons bewustzijn.
o Klassieke conditionering
o Procedureel Omvat alle motorische vaardigheden, gewoonten en routines die
geheugen we onbewust uitvoeren. Aandacht speelt hier geen grote rol,
behalve op het begin als we de vaardigheid aan het leren zijn.
o Priming
3
, Inleiding in de psychologie
Temporaalkwab Het vertonen van normale capaciteiten om allerlei soorten impliciete
geheugenverlies herinneringen te vormen en te gebruiken, maar niet het vermogen
hebben om nieuw episodische herinneringen te vormen, door schade in
de hippocampus. (H. M. pag. 335)
Infantiel Geen herinneringen hebben van de vroege kindertijd. Dit komt
geheugenverlies waarschijnlijk door het verschil tussen hoe we informatie des tijds
codeerde en hoe we die nu willen ophalen.
Kinderen jonger dan 4 jaar en ouderen vertonen over het algemeen een slechter episodisch
geheugen dan het semantisch geheugen, wat gerelateerd kan zijn aan onvolwassenheid of
schade in de prefrontale cortex.
§6 Geheugen als het proces van herinneren
Er zijn twee soorten repetities:
Herhalen
Coderen
o Elaboratie Het binden van nieuwe informatie aan informatie die al in het
langetermijngeheugen aanwezig is. Door het te begrijpen
onthouden we het beter.
o Organisatie De informatie op een overzichtelijke manier categoriseren of
beschrijven.
- Samenvatten of schematiseren
- Chunking: Verschillende eenheden samenvoegen.
Bv. ezelsbruggetjes om letters te onthouden.
o Visualisatie Verbale informatie op een visuele manier weergeven, waardoor
we de informatie in het verbale en het visuele geheugen kunnen
opslaan. Bv. mindmappen, memory walk
Anterograad Het niet meer kunnen vormen van langetermijn herinneringen na een
geheugenverlies ongeval.
Retrograad Geheugenverlies van herinneringen voor het ongeval.
geheugenverlies
Slapen na het studeren/leren helpt bij het consolideren (onthouden en kunnen ophalen) van
kennis. Het kan er ook voor zorgen dat je de nieuwe informatie vanuit een ander perspectief
kunt gaan bekijken.
§7 Het ophalen van informatie vanuit het langetermijngeheugen
Associatie door Het associëren van concepten doordat we ze vaak samen zien of
contiguïteit meemaken.
Bv. bord en servet, appel en boom, een gezicht en een naam.
Associatie door Het associëren van concepten doordat ze overeenkomsten hebben.
gelijkenis Bv. appel en roos (beide rood)
4