Samenvatting Verdieping Bouwrecht
Alle hoorcolleges, literatuur, uitgewerkte
weekopdrachten, paper 1 + 2 + 3
Vrije Universiteit Amsterdam
2020/2021
1
,Deze samenvatting bestaat uit de hoorcolleges van het vak Verdieping Bouwrecht, inclusief een
korte samenvatting achter elk hoofdstuk van de voorgeschreven hoofdstukken uit het boek
Bouwrecht in kort bestek en de wekelijkse opdrachten (globaal uitgewerkt). Daarnaast krijg je
de opdrachten van paper 1 en 2 en het schriftelijke tentamen van 17 december 2020. De vragen
van paper 1 waren in 2020 hetzelfde als in 2019 en daarvoor. Dus waarschijnlijk krijg je ook
dezelfde opdrachten in 2021 en daarna, met eventueel wat kleine toevoegingen, maar de kern
is waarschijnlijk precies hetzelfde als alle voorgaande jaren.
Inhoudsopgave
Week 1: Bouwrecht in context
Week 2: De traditionele bouworganisatievorm (I): de ontwerpovereenkomst
Week 3: De traditionele bouworganisatievorm (II): de uitvoeringsovereenkomst
Week 4: De traditionele bouworganisatievorm (III): het bouwteam
Week 5: De geïntegreerde bouworganisatievorm (I): de ontwerp- en uitvoeringsovereenkomst
Week 6: Bespreking weekopdracht
Week 7: Kostenoverschrijding en vertraging: claims
Week 8: De oplevering en haar rechtsgevolgen
Week 9: Samenlopende fouten
Week 10: De koop-/aannemingsovereenkomst
Week 11: De toekomst van het bouwcontractenrecht
Week 12: Geschilpreventie- en beslechting in het privaatrechtelijk bouwrecht
Week 13: Slotcollege
2
,Week 1: Bouwrecht in context
Inhoudsomschrijving
In deze eerste week van het vak proberen we een belangrijke basis te leggen voor de weken die
nog gaan komen. Dat doen we door in te gaan op vragen als: welke actoren kunnen bij de
realisatie van een bouwproject zijn betrokken? Welke functies moeten in dat kader worden
vervuld? Op welke wijzen kunnen die functies organisatorisch over de actoren worden
verdeeld? Welke (rechts)verhoudingen gaan die actoren onderling met elkaar aan? Vervolgens
gaan we in zowel op de individuele belangen van de betrokken actoren als de belangen van de
samenleving als geheel die met de realisatie van een bouwproject zijn gemoeid. U leert hoe
deze verschillende belangen bij een concreet bouwproject met elkaar op gespannen voet kunnen
komen te staan, wat in dat kader de meest voorkomende problemen zijn die zich in de praktijk
kunnen voordoen en wat de juridische relevantie van die problemen is.
Leerdoelen
Aan het einde van deze week kunt u, mede aan de hand van concrete voorbeelden
- de begrippen ‘bouwproces’, ‘bouwprocesfunctie’, ‘bouworganisatievorm’, ‘traditionele
bouworganisatievorm’, ‘geïntegreerde bouworganisatievorm’ en ‘(bouw)contractvorm’
herkennen, toelichten, onderscheiden en hanteren;
- de kenmerken van de bouworganisatievormen die in de praktijk kunnen worden
onderscheiden opsommen, toelichten en problematiseren;
- de grondbeginselen van het bouwcontractenrecht opsommen en toelichten;
- de belangrijkste bronnen van het bouwcontractenrecht opsommen, toelichten,
onderscheiden en relateren aan de bouworganisatievormen die kunnen worden
onderscheiden.
Te bestuderen wet- en regelgeving, literatuur en jurisprudentie
Wet- en regelgeving (een quick scan van de hoofdlijnen volstaat)
- Titel 7.7 en 7.12 BW;
- DNR 2011
- UAV 2012
- Model Basis Overeenkomst (MBO) met bijbehorende UAV-GC 2005
- DBFM Overeenkomst Rijkswaterstaat 2018
- DBFMO Overeenkomst Rijksvastgoedbedrijf 2018
Literatuur
- M.A.B. Chao-Duivis & A.G. Bregman, Bouwrecht in kort bestek, Den Haag: Instituut
voor Bouwrecht 2016, hoofdstukken 1 en 3.
- C.E.C. Jansen/Regieraad Bouw, Leidraad Aanbesteden Bouwopdrachten 2009, Gouda
2009, Hoofdstuk 2, paragraaf 2 en paragraaf 5.1 t/m 5.3; Hoofdstuk 4, paragraaf 2 en
paragraaf 5.4 (gepubliceerd op Canvas).
Aanbevolen
- Regieraad Bouw, Sleutelpublicatie: Beter aanbesteden in de bouw. Regels bieden
ruimte voor kwaliteit, efficiency en innovatie, Gouda 2006, p. 14 t/m 28 (gepubliceerd
op Canvas).
- Regieraad Bouw, Leidraad Aanbesteden Bouwopdrachten 2009, Gouda 2009,
Hoofdstuk 2, paragraaf 5.4 (gepubliceerd op Canvas).
- C.E.C. Jansen, ‘Algemene voorwaarden en de bouw’, in: B. Wessels en R.H.C.
Jongeneel en (red.), Algemene voorwaarden, Deventer: Kluwer 2017, p. 731 t/m 749.
3
,Hoorcollege 1
Wat verstaan we precies onder ‘de bouw’? Het is een containerbegrip. De bouw wordt als
economische sector grosso modo altijd verdeeld op de volgende wijze. We maken een
onderscheid tussen bouwprojecten die in de grond-, weg- en waterbouw worden gerealiseerd
(GWW-sector; de bruggen, het spoor, viaducten, wegen, tunnels). Dat is 1 tak van sport. En
dan heb je daarnaast de burgerlijke- en utiliteitsbouw (B&U). Hierbij maken we een
onderscheid tussen de woningbouw en echte utiliteitsbouw (ziekenhuizen, universiteiten,
scholen etc.).
Welke belangen zijn er met ‘de bouw’ gemoeid?
- Veel winst bij verduurzaming van de samenleving. Niet alleen automobielindustrie en
de boeren die een tandje bij moeten zetten, ook de bouw. Belangrijk voor de
economische sector, belangrijk in strijd tegen het klimaatprobleem, werkgelegenheid,
maar ook voor de kwaliteit van het leven.
Wat is er nodig voor een nieuw bouwproject?
- Begint altijd bij een conceptueel idee, het ‘wat’. Iemand die met een plan aan komt
zetten voor een nieuw ziekenhuis, nieuwe weg, nieuw gebouw op de campus van de uni
etc. Dat is waar het bouwproces begint.
- Daar is geld voor nodig, de financiering;
- Inherent aan bouwprojecten is, is dat ze ergens op, onder of boven een stuk grond
gerealiseerd moeten worden, dus je hebt ook een stuk grond nodig.
- Op een stuk grond kun je niet zomaar doen en laten wat je wil; je zult daar
toestemmingen voor moeten krijgen. Niet alleen publiekrechtelijke toestemming via
de band van het omgevingsrecht, maar denk ook aan de privaatrechtelijke
toestemmingen die je nodig hebt om een project te kunnen realiseren op, boven of onder
een stuk grond.
- Wat dan volgt, is – belangrijke fase in het bouwproces – de fase waarin het ontwerp
van het bouwproject gerealiseerd wordt. In die ontwerpfase wordt als het ware op papier
dat conceptuele idee uitgewerkt.
o Het ‘wat’ en – vaak ook – het ‘hoe’.
- Dan gaat er gebouwd worden, de feitelijke realisatie van het project. De bouwfase.
- Als die klaar is, dan is het project klaar, maar het bouwproces stopt eigenlijk nooit,
omdat we ook tot onderdeel van dat bouwproces rekenen de exploitatiefases.
- Er moet eigenlijk voortdurend gesleuteld worden aan zo’n project, je moet het
bijhouden, onderhouden, renoveren, soms groot onderhoud, lichte verbouwing etc. Dan
kan in principe eeuwen doorgaan. Dus onderhoud en renovatie.
- Slopen. We gaan nadenken over en nieuw conceptueel idee en dan beginnen we weer
van voren af aan. Het bouwproces is niet lineair, maar circulair.
Bouwprocesfuncties
- F (‘Finance’);
- D (‘Design)’
o Inclusief het verkrijgen van toestemmingen
- B (‘Build’)
o Ook wel C (‘construct’) (bij infrastructuur)
- M (‘Maintenance’)
- O (‘Operate’) (exploiteren).
Bouworganisatievormen
4
,De bouworganisatievorm zegt iets over hoe de functies van het bouwproces over de deelnemers
aan het bouwproces zijn verdeeld. In het navolgende zullen variaties van de traditionele en de
geïntegreerde bouworganisatievorm worden behandeld.
Traditionele bouworganisatievorm
Kenmerkende onderscheid tussen de traditionele bouworganisatievorm (hierna: TBOV) en de
geïntegreerde bouworganisatievorm (hierna: GBOV) is dat bij de traditionele bouworganisatie-
vorm een opdrachtgever de verschillende functies van het bouwproces over meerdere partijen
zal verdelen, terwijl bij de geïntegreerde bouworganisatievorm, zal die twee belangrijke
functies, namelijk het ontwerp en de bouw (D&B), over het algemeen in 1 hand leggen,
namelijk bij de aannemer.
Bij de TBOV blijft de opdrachtgever een hele hoop zelf doen. Wat hij uitbesteedt is
bijvoorbeeld bouw (B), ontwerp (D) en maintenance (M). F&O blijven in ieder geval bij de
opdrachtgever.
GBOV: daar besteedt de opdrachtgever een aantal functies gelijktijdig in handen van 1 en
dezelfde partij uit.
TBOV (1): opdrachtgever zorgt zelf voor
financiering, ontwerpt zelf het bouwproject, zorgt
ook voor onderhoud als het klaar is, maar 1 ding
doet hij niet zelf en dat is het bouwen, dat wordt
uitbesteed. Dit is de meest traditionele bouw-
organisatievorm die we kennen. Vooral toegepast
op opdrachtgevers die regelmatig bouw-
projecten laten uitvoeren en die zelf ook
beschikken over expertise over het maken van
het ontwerp, onderhoud en exploitatie. Met
name in de overheidssector heb je veel
opdrachtgevers die dat helemaal zelf kunnen
invullen en die vervolgens alleen de bouw
uitbesteden.
TBOV (2): opdrachtgever besteedt twee
belangrijkste functies van het bouwproces uit aan
2 afzonderlijke partijen. Eerst maakt de
architect het ontwerp en als dat klaar is vraagt hij
een aannemer het ontwerp te realiseren/ bouwen.
Hij sluit 2 aparte contracten, 1 met de ontwerper
en 1 met de bouwer. Over het algemeen
gebruiken wij het begrip architect voor ontwerp
van gebouwen en utiliteitsbouw (woningen,
scholen, ziekenhuizen, kantoorgebouwen). Gaat
het daarentegen om het ontwerp van infra-
structureel project (wegen, tunnels, bruggen,
viaducten, spoor), dat zijn projecten die
ontworpen worden door de ingenieurs.
5
, Dit model is constant toegepast sinds de Franse revolutie tot aan de eeuwwisseling. Betekent
niet dat dit model niet meer toegepast wordt, integendeel, maar het is niet meer de enige
bouworganisatievorm die we kennen.
TBOV (3): opdrachtgever besteedt ook het
meerjarig onderhoud aan diezelfde
aannemer.
Andere variant is de zgn.
bouwteamovereenkomst (later: BTO):
nog steeds een vorm waarbij de
opdrachtgever aparte contracten sluit met
de ontwerper en met de bouwer, maar
daarnaast wordt een derde contract
gesloten, als een ellips over alle partijen
heen, en dat is de zgn. bouwteam-
overeenkomst, dus drie contracten: 1.
Ontwerpcontract, 2. Bouwcontract, 3.
Bouwteamovereenkomst. Die BTO is een
samenwerkingsovereenkomst tussen alle
partijen waarbij partijen afspreken dat
wanneer die ontwerper bezig is het ontwerp
uit te werken op papier dat die aannemer alvast over de schouders van de ontwerper meekijkt
en die aannemer kan vanuit zijn deskundigheid als bouwer ook adviezen geven aan die
ontwerper. Dus bij BTO vervult de aannemer alvast een adviesrol waar de ontwerper van
kan profiteren.
→ De voorgaande situaties zijn allemaal varianten van de traditionele bouworganisatievorm.
Geïntegreerde bouworganisatievorm: D&B
De opdrachtgever besteedt de ontwerp- en
bouwfunctie niet meer apart uit aan twee aparte
partijen, maar hij legt die in handen van één en
dezelfde partij, namelijk van de opdrachtnemer.
Verder doet hij zelf nog de F, M en O. D en B besteedt
hij uit. Het nieuwe is dus dat hij beide functies in
handen legt van 1 en dezelfde partij. Deze manier van
bouwen is in de jaren 90 van de vorige eeuw in
opkomst geraakt en is afkomstig uit de Anglo-
Amerikaanse wereld (VS, VK, Canada).
6