Hoofdstuk 1: Wat is democratie?
Vrede van Münster/Westfalen
Soevereine staat: een staat die op een bepaald gebied met duidelijke grenzen het hoogste gezag
uitoefent en het monopolie van geweldsuitoefening heeft
Thomas Hobbes:
- Burgers hebben er belang bij alle macht bij een soeverein onder te brengen. Het gaat dan om
geweldsuitoefeningen, straffen, wetten maken, het bepalen van de inhoud van het
onderwijs.
- Verstandig om een soeverein te steunen, want een ander alternatief is een oorlog van allen
tegen allen (een leven dat ‘poor, nasty, brutish and short’ is)
Politiek: het maken van keuzes waaraan allen in een staat zijn gebonden
- Keuzes maken voor algemeen belang
Groot dilemma
- Efficiënt besturen: snel en daadkrachtig besturen, doelmatig resultaat
- Maximale participatie: deelname van burgers in de politiek, een proces van democratische
besluitvorming met een zorgvuldige afweging van de verschillende belangen
Democratie
Een democratie in de meest zuivere vorm (directe democratie Athene) komt nauwelijks meer
voor. In plaats daarvan zijn er vormen van indirecte of representatieve democratie.
Representatieve democratie: het volk kiest vertegenwoordigers die de beslissingen nemen en met
een zekere regelmaat bij verkiezingen aan de bevolking verantwoording moeten afleggen over hun
beleid
- Voordelen: snellere besluitvorming, volksvertegenwoordigers verdiepen zich grondig in
onderwerpen, politieke macht is verdeeld over meerdere personen en instituties
- Kenmerken:
1. Individuele vrijheid: openlijke meningsuiting en vrije inrichting van hun leven binnen de
wet
2. Politieke grondrechten: burgers kunnen hun vertegenwoordigers kiezen (mandaat) en
zichzelf verkiesbaar stellen
3. Politie en leger beperkte bevoegdheid: geweld mag in bepaalde gevallen toegepast
worden en burgers mogen niet zomaar aangehouden worden
4. Onafhankelijke rechtspraak: rechters zijn onafhankelijk van regering en parlement en
hoeven geen verantwoording af te leggen
5. Persvrijheid: massamedia moeten de burgers goed informeren m.b.t. referenda en
verkiezingen
- Onderscheid parlementaire stelsel en presidentiële stelsel:
Parlementaire stelsel: rechtstreeks gekozen parlement het hoogste machtsorgaan
kabinet van ministers en staatssecretarissen. Zij moeten altijd verantwoording
afleggen aan het parlement. Hebben vaak een niet-gekozen staatshoofd. Is het een
koning? constitutionele monarchie (met grondwet)
Presidentiële stelsel: bevolking kiest het parlement en de president (Frankrijk en VS).
President staat aan het hoofd van de regering, uitvoerende macht en benoemt en
ontslaat ministers naar eigen keuze. Mist het ontbindingsrecht: macht om het
parlement te ontbinden
Dictatuur
Dictatuur: de drie machten zijn niet van elkaar gescheiden, maar ze zijn in handen van een kleine
groep mensen
, Het hoofdkenmerk is dat ze geen trias politica kennen en burgers hebben niet of nauwelijks inspraak
in de politiek. Ook kunnen ze hun rechten niet opeisen.
- 5 kenmerken:
1. Beperkte individuele vrijheid: grondrecht bestaan niet of zijn beperkt
2. Nauwelijks politieke vrijheid: tegenstanders weggewerkt of gemarteld,
schijnverkiezingen
3. Overheidsgeweld: macht verdedigd met harde hand o.a. door politie, leger, geheime
dienst
4. Geen onafhankelijke rechtspraak: rechters zijn sympathisanten van de machtshebbers en
de uitkomst van ‘politieke processen’ staat vast
5. Massamedia en kunstuitingen onder censuur: gefilterde info en critici worden
gearresteerd
3 soorten dictaturen
- Ideologisch: het communisme heeft de macht en de burgers hebben weinig tot geen
individuele vrijheid. Macht is weggelegd voor diegenen die de ideologie steunen. Ook is er
sprake van indoctrinatie: het volk hoort niets anders dan communistisch gedachtegoed
(Cuba en Noord-Korea)
- Religieus of theocratie: de godsdienst is verheven tot staatsideologie. Iran:
machtsuitoefening is gebaseerd op de sharia en imams en ayatollahs hebben invloed op het
bestuur en dagelijks leven. Volk kiest wel een parlement en president, maar met
toestemming van niet-gekozen geestelijk leiders
- Militaristisch: het leger heeft de macht (Birma, nu Myanmar en Midden- en Zuid-Amerika
tijdens WOII)
Hoofdstuk 2 Politieke stromingen
Ideologie
Ideologie: een samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting van de
samenleving
Bij een ideologie draait het om twee aspecten:
1. Normen en waarden: deze moeten voor iedereen gelden. Uit een waarde komt een norm
voort
2. Gewenste sociaaleconomische verhouding van de samenleving: wat is een rechtvaardige
verdeling van de welvaart? Er is onderscheid tussen links en rechts:
Links: sterke, actieve rol van de overheid op het gebied van economie, uitkeringen,
onderwijs en gezondheidszorg. De overheid moet de zwakkeren helpen en
beschermen en de ongelijkheid verminderen
Rechts: zo weinig mogelijk bemoeienis van de overheid op sociaaleconomisch
gebied. Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen bestaan.
Politieke midden: een ideologie tussen links en rechts in
3 Stromingen
- Liberalisme: de samenleving is op zijn best als ieder individu zich optimaal kan ontplooien.
Wat goed is voor het individu, is goed voor de mens. Alle mensen zijn gelijkwaardig.
Belangrijke begrippen: vrijheid, individuele verantwoordelijkheid en tolerantie. De liberalen
zijn voorstander van een verzorgingsstaat op bepaalde voorwaarden.
De stroming ontstond na de Franse Revolutie. Er waren veel dictaturen geweest en men
verzette zich tegen het principe dat de macht van de koning berustte op de wil van god.
Liberalen vroeger: gegoede burgerij die meer politieke macht en persoonlijke en
economische vrijheid wilde. Progressieve liberalen streden tegen kinderarbeid en
voor vrouwenkiesrecht
Liberalen nu: vrijemarkteconomie met kerntaken voor de overheid: defensie,
onderwijs, bescherming van de rechtsstaat en klassieke grondrechten
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anne-mariemussche. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.