Strafrecht Periode 2
Wat houdt het begrip strafrecht in: Het deel van het publiekrecht waarbij bepaalde handelingen
strafbaar worden gesteld. Doelen hiervan: 1. Vergelding en 2. Algemene Preventie. 3. Speciale
Preventie
1. Een straf die moet volgen omdat een bepaald delict is begaan.
2. Een straf wordt opgelegd, om andere burgers te behouden om dezelfde daad uit te voeren.
3. Een straf kan worden opgelegd, om te voorkomen dat een dader in herhaling treedt.
In het strafrecht maken we onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht.
Materieel: Inhoud, dus bij welke gedragingen past een straf en welke straf. Voornamelijk wetboek
van strafrecht, maar ook WED, WvW, losse bepalingen bij afzonderlijke wetten. Diefstal,
mishandeling, witwassen.
Wanneer je het materiële strafrecht overtreedt komt het formeel strafrecht aanbod.
Formeel: Regels rondom inrichting strafproces. Voornamelijk wetboek van strafvordering.
Verschillen tussen materieel en formeel strafrecht:
Materieel strafrecht: Formeel strafrecht:
Gaat over de verboden gedragingen en de Gaat over de gang van zaken als er eenmaal
straf die hierop staat. is vastgesteld at er een strafbaar feit is gepleegd.
Het geeft antwoord op de vragen: Het geeft antwoord op de vragen:
Welke gedragingen zijn strafbaar? Welke bevoegdheden hebben de
Wie kunnen daarvoor worden gestraft? opsporingsambtenaren als ze een
Welke omstandigheden zijn van belang strafbaar feit opsporen?
voor de strafbaarheid? Welke rechten heeft de verdachte?
Welke straf mag worden opgelegd? Hoe verloopt de rechtszaak tegen de
verdachte?
Opzet College 1:
Inleiding strafrecht Hoofdpersonen en procedure
Het strafbare feit
Wederrechtelijkheid Betekenis 1 & 2
Hoofdpersonen: Slachtoffer, Politie, Officier van Justitie, Rechter-commissaris ( Regelt het
vooronderzoek ), Strafrechter, Verdachte + advocaat, Getuige, Reclassering ( Zorgt er voor dat iemand
niet opnieuw de fout in gaat )
Procedure:
Rechtbank ( Eerste aanleg ):
Sector kanton: Voor overtredingen
Politierechter: Alleen sprekende rechter, die oordeelt over eenvoudige misdrijven
Meervoudige kamer: Meerdere rechters die oordelen over moeilijkere misdrijven
Gerechtshof ( “Tweede aanleg” ): Oordeelt in hoger beroep over strafzaken.
Hoge Raad ( “Derde aanleg” ): Oordeelt over zaken na het Gerechtshof
,Het strafbare feit Hoofdstuk 1
De voorwaarden
Iemand is strafbaar als er sprake is van:
1. Een menselijke gedraging, Daarbij gaat het om een gewilde spierbeweging, die kan bestaan uit
een doen of nalaten. Iemand die de daad niet verricht kan wel strafbaar worden gesteld. Denk aan het
schenken van een biertje aan een minderjarige, de eigenaar kan ook strafbaar worden gesteld. Maar
ook rechtspersoon (functioneel daderschap). Nalaten = Geen hulp verlenen wanneer dit wel mogelijk
was.
2. Die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving,
De delictsomschrijving is de strafbaar gestelde norm Het moet in het wetboek staan!
Bijvoorbeeld: Het legaliteitsbeginsel art. 1 Sr
Hij die opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan
moord, gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete
van de vijfde categorie.
3 Die wederrechtelijk is, In strijd met het recht is meestal: als je voldoet aan een
delictsomschrijving. Let op! Soms zijn er uitzonderingen ( rechtvaardigingsgronden )
4. En aan schuld te wijten! Verdachte moet een verwijt kunnen worden gemaakt. Dat wil zeggen,
de verdachte had anders kunnen handelen, maar heeft dit niet gedaan. Schulduitsluitingsgrond.
Strafuitsluitingsgronden:
Rechtvaardigingsgronden Nemen strafbaarheid feit weg
Overmacht
Noodweer
Wettelijk voorschrift Wederrechtelijkheid
Ambtelijk bevel
Ontbreken materiële wederrechtelijkheid
Schulduitsluitingsgronden Nemen strafbaarheid dader weg
Overmacht
Noodweer-exces
Onbevoegd gegeven ambtelijk bevel Schuld
Ontoerekeningsvatbaarheid
Avas ( Afwezigheid van alle schuld )
Wanneer kun je een rechtszaak starten?
1. Is de dagvaarding geldig?
2. Is de rechter bevoegd?
3. Is het OM ontvankelijk?
4. Redenen om de vervolging te schorsen?
, 5. Kan het ten laste gelegde feit worden bewezen?
6. Is het bewezen verklaarde een strafbaar feit?
7. Is de verdachte strafbaar?
8. Veroordeling . Straf / maatregel opleggen?
Vraag PPT: Om van een strafbaar feit te kunnen spreken moeten er aan een aantal voorwaarden zijn
voldaan. Welk van de onderstaande voorwaarden worden daar onder andere onder verstaan?
a. Het moet gaan om een actieve menselijke gedraging, dus niet een nalaten of niet doen EN die
gedraging moet wederrechtelijk zijn.
b. Het moet gaan om een actieve menselijke gedraging, dat kan zijn een actieve handeling of een
nalaten of niet doen EN die gedraging moet verwijtbaar zijn.
c. Het moet gaan om een gedraging die valt binnen de termen van een delictsomschrijving of een
gedraging die naar heersende opvatting van de HR strafbaar is EN die gedraging moet wederrechtelijk
zijn.
Het strafbare feit: bestanddelen en elementen.
Wat zijn bestanddelen? Geschreven onderdelen van een delictsomschrijving. Geschreven in de wet.
Moeten in tenlastelegging opgenomen worden en moeten bewezen worden verklaard door de rechter.
Bijvoorbeeld: Hij die aan een ander opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toebrengt, wordt, als schuldig
aan zware mishandeling, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de
vijfde categorie.
Wat zijn elementen? Ongeschreven voorwaarden om iemand te kunnen straffen. Er zijn twee
elementen: Wederrechtelijkheid en schuld!
Dus Bestanddelen staan in de Delictsomschrijving ( DO ) en moeten bewezen worden verklaard
door de rechter.
Elementen staan niet in de DO maar worden verondersteld aanwezig te zijn wil er sprake zijn van een
delict.
Iemand is strafbaar als er sprake is van: Een menselijke gedraging, die valt binnen de grenzen van een
wettelijke delictsomschrijving die wederrechtelijk is, en aan schuld te wijten.
Roze = Bestanddelen – Blauw = Elementen
Vraag PPT: Welke bewering is juist?
A: Bestanddelen en elementen zijn synoniemen.
B: Bestanddelen moeten in het proces bewezen worden en elementen niet.
C: Als schuld of opzet in de delictsomschrijving wordt genoemd is verwijtbaarheid geen element
meer.
Verschillende strafbare feiten:
Verschillende onderscheidingen
Overtreding / Misdrijf