Het lerende kind – implicaties voor leren en onderwijs
College 1: rekenen 1
Literatuur
1. Schneider et al (2011). Relations among conceptual knowledge,
procedural knowledge, and procedural flexibility in two samples
differing in prior knowledge.
2. Baroody (2006). Mastering the basic number combinations.
Hoe rekent Nederland?
Vanaf 1987 t/m 2011:
Schattend rekenen, getallen en getalrelaties, hoofdrekenen: optellen
en aftrekken, procenten zijn kinderen beter in geworden
Bewerkingen: optellen en aftrekken, samengestelde bewerkingen,
bewerkingen: vermenigvuldigen en delen zijn kinderen slechter in
geworden
Mensen/ media schetsen heel negatief beeld van huidige
rekenprestaties van kinderen, maar ligt aan wat je belangrijkste
vindt.
En ten opzichte van een absolute standaard?
Genoeg kinderen halen het basisniveau: doel = 85% (altijd boven
90%)
Te weinig kinderen halen het streefniveau: doel = 65% (lager dan
50%)
En in internationaal perspectief?
TIMMS-2015 (groep 6):
Nederlandse leerlingen hoge prestaties
Maar niveau daalt significant sinds 1995, ook t.o.v. andere
landen (die juist beetje vooruitgaan) daalt Nederland een
beetje
Relatief kleine range (zwakken niet zo zwak, maar sterken dus
ook niet zo sterk). Nederland is dus relatief homogeen qua
schoolprestaties.
PISA (15-jarigen)
Van 2003 tot 20015 dalen Nederlandse prestaties, in 2018
weer omhoog.
Nederlandse leerlingen scoren zeer hoog, van Europese landen
hoogste prestaties. Slechts 6 landen scoren significant hoger
(allemaal Aziatisch)
Dus: hoe rekent Nederland?
Best goed (in internationaal perspectief)
Maar nationaal gezien:
Percentage dat streefniveau haalt (1S) stelt teleur
Trends:
Gemiddeld genomen geen dalende lijn, geen veranderingen
over tijd. Maar trends verschillen sterk per onderdeel.
, Het lerende kind – implicaties voor leren en onderwijs
Nederlandse peilingen laten dus zien dat kinderen niet
achteruit zijn gegaan t.o.v. andere jaren.
Maar internationale peilingen laten wel dalende lijn zien.
Internationale peilingen laten dus wel een daling zien van
Nederlandse kinderen t.o.v. andere jaren. Hoe kan dit?
o Dit kan komen doordat de internationale toets kan
mismatchen met de onderwezen stof in een land. De
internationale toets sluit niet naadloos aan bij het
curriculum in een land. Vandaar laat de internationale
peiling een andere tendens zien dan de peiling in een
land zelf.
o Dus het gaat helemaal niet dramatisch met rekenen in
Nederland.
Rekenende kinderen: ontwikkeling van strategieën voor simpele
sommen
Kinderen beginnen vrij omslachtig met informele strategieën = premature
strategieën. Vervolgens doorlopen ze stadia van reken strategieën.
Punt Baroody (2006): strategieën doorlopen, niet stampen. Het onderwijs
is te veel gericht op stampen, maar dan wordt het betekenisloos
opgeslagen in het brein.
- fase 1: telstrategieën
- fase 2: redeneerstrategieën
- fase 3: beheersing (mastery)
Twee visies: conventional wisdom versus number-sense view
Ontwikkeling van strategieën: model Siegler (1996)
Overlapping waves theory
Ontwikkeling van omslachtige strategieën naar effectieve strategieën. De
oranje is dus een informele strategie, bijvoorbeeld op de vingers tellen. En
de gele is juist een efficiënte strategie, die pas later opkomt en blijft.
, Het lerende kind – implicaties voor leren en onderwijs
Sommige strategieën komen op en andere verdwijnen weer, en wordt door
elkaar heen gebruikt.
Automatiseren vs. Memoriseren
Automatiseren = vrijwel routinematig uitvoeren van rekenhandelingen
Memoriseren = ‘uit het hoofd’ kennen van rekenfeiten
Baroody: implicaties voor instructie
1. Moedig informele (premature) strategieën aan dan kom je tot
getalbegrip, big ideas (dat 3 + 4 en 4 + 3 hetzelfde is en dat de
volgorde niet uitmaakt)
2. Moedig het zoeken naar patronen en relaties aan betekenisvol
memoriseren
3. Oefenen is belangrijk, maar niet drill practice. Dus op een
betekenisvolle manier.
4. Beheersing = elke efficiënte strategie, niet alleen het memoriseren van
rekenfeiten. Kan ook zijn dat je het heel snel kunt uitrekenen, zonder al
te veel cognitieve energie.
Het realistisch onderwijs, Nederlandse rekenonderwijs, heeft best veel
raakvlakken met de number sense view van Baroody.
Schneider, Rittle-Johnson & Star (2011)
“When children practice solving problems, does this also enhance their
understanding of the underlying concepts?”
“Under what circumstances do abstract concepts help children invent
or implement correct procedures?”
Er zijn 3 soorten kennis:
Conceptuele kennis
Procedurele kennis: weten wat je moet doen bij som
Procedurele flexibiliteit: op 1 moment verschillende strategieën in hun
repertoire hebben
Onderzoeksvragen
1. relaties tussen conceptuele en procedurele kennis
, Het lerende kind – implicaties voor leren en onderwijs
2. rol van voorkennis bij deze relatie
3. hoe dragen conceptuele en procedurele kennis bij aan procedurele
flexibiliteit?
Vier theorieën:
1. Concepts-first
2. Procedures-first
3. Inactivation view: beinvloeden elkaar niet, niet veel bewijs voor, kun je
weglaten.
4. Iterative model: beinvloed elkaar de hele tijd
Welke sluit het minst aan bij number-sense van Baroody?
Welke het meest?
Concepts- first. Baroody hamert op het begrip, dat je moet begrijpen
wat je doet.
Hun onderzoek
- domein rekenen-wiskunde: vergelijkingen oplossen
• 3 (y + 5) = 12
• 3 (x + 1) + 6 = 5 (x + 1)
- leerlingen op de middelbare school (13-14 jaar)
• studie 1: weinig voorkennis (N = 228)
• studie 2: meer voorkennis (N = 304)
- pretest – training – posttest design
Voor conceptuele kennis ging het over begrip van algebra (13 items)
Voor procedurele kennis moesten ze vergelijkingen oplossen (9 items)
3 bekend
6 nieuw
Voor procedurele flexibiliteit:
• genereren verschillende oplossingsmethoden (6 items) vb. los
vergelijking ... op verschillende manieren op; welke is het
makkelijkst en snelst?
• herkennen verschillende oplossingsmethoden (8 items) vb. voor
vergelijking ..., kies alle mogelijke vervolgstappen (4 keuzes)
• beoordelen van niet-standaard oplossingsmethoden (6 items) vb.
5(x + 3) + 6 = 5(x + 3) + 2x 6 = 2x wat heeft leerling gedaan om
die stap te zetten? Was dat handig?
Observeren Latente constructen (niet observeerbaar) en observeerbaar
gedrag
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nkdvreeegberts. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.