Samenvatting Goederenstroom H1-H7
Examentermen
1.1)
Aandachtspunten proces goederenontvangst
leveringen, werkzaamheden, mensen, middelen,
tijd, ruimte & overige
Controle en registratie binnengekomen goederen,
achterdeurprocedure, leveringsvoorwaarden,
formulieren en administratie, methoden van
intern transport achterdeurprocedure:
veiligheid van medewerkers bij lossen van
goederen.
1.2)
Aandachtspunten proces retourneren goederen/emballage, reclameren.
Retourneren waarom retourneren? Voor wie zijn de retourkosten,
goederen bij retournatie op een handige plek leggen zodat ze makkelijk weer
meegenomen kunnen worden.
Emballage herbruikbare verpakking; pallets, kratten, flesjes
Reclameren leverancier laten weten dat er iets mis is met de bestelling
1.3)
Aandachtspunten proces goederenopslag grootte, aantal artikelen,
gewicht, kans op derving, omzetsnelheid
Opslagmethoden, opslag van goederen in relatie met fysieke eigenschappen
magazijnstelling, pallets, koelcel, vloer, buiten
Bijvoorbeeld: is het handig om een wasmachine ergens bovenop een stelling
te plaatsen? Nee, dus, houd rekening met fysieke eigenschappen van
goederen bij het opslagproces
Behandeling van goederen
1.4)
, Fucntie magazijn, factoren van invloed op grootte en indeling opslagruimte,
technische eisen opslagruimte, magazijnindelingen
Functie magazijn goederen opslaan, bestellingen bewaren
Factoren: wat voor soort winkel? Kleine detailhandel of supermarkt
Magazijnindeling vrij, vast en gemengd
1.5)
FIFO = First in first out, LIFO = Last in first out
Distributiecentrum = groot magazijn die goederen levert naar dezelfde
winkels in het land
Extern magazijn = magazijn op afstand van de winkel
Ompakken = goederen bundelen (sixpack)
Externe goederenstroom = route die het product maakt vanaf bestelling
Interne goederenstroom = route product vanaf levering
Fastmovers/snellopers = producten die snel verkopen (vaak
seizoensgebonden)
Franco = betalen voor verzending
Rembours = betalen bij ontvangst
Manco = te weinig
Pakbon = geleidedocument met informatie over de bestelling
Vrachtbrief = geleidedocument met informatie over de levering
Derving = waardeverlies van je goederen
1.6)
Kwalitatieve controle = controle op kwaliteit
Kwantitatieve controle = controle op aantal
Colli = verpakkingsheid
Steekproefcontrole = enkeling producten controleren
Integrale controle = alles producten controleren
2.1)
Redenen om te inventariseren technische voorraad en werkelijke voorraad
checken, kijken hoeveel je op voorraad hebt, kijken voor derving, procedures
goed worden uitgevoerd, of er bijna lege schappen zijn, automatische
bestelsystem nog goed werkt
VOORRAADADMINISTRATIE
Onderdelen inventarisatieplan:
1. Voorbereiding treffen
2. Voorraad opnemen
3. Voorraad administratie bijhouden
4. Resultaten bespreken
5. Winkel op orde brengen