Periode 2.2 De hulpvraag in de sport & bewegen context
Fysiotherapeutisch handelen
,Inhoud
Week 1..................................................................................................................................................... 3
FH 1 Diagnostiek craniovertebrale instabiliteit ................................................................................... 3
FH 2 Behandeling craniovertebrale instabiliteit ................................................................................ 11
FH 3 diagnostiek craniovertebrale instabiliteit ................................................................................. 12
Week 2 De schouder ............................................................................................................................. 13
FH 7 Schouderinstabiliteit diagnostiek .............................................................................................. 13
FH 8 Schouderinstabiliteit behandeling ............................................................................................ 20
FH 9 De pijnlijke aanval 1 .................................................................................................................. 28
FH 10 De pijnlijke aanval 2 ................................................................................................................ 30
Week 3 liesklachten............................................................................................................................... 32
Echo 1 ................................................................................................................................................ 32
FH 13 en 14 gastcollege..................................................................................................................... 34
FH 15 liesklachten (analyse voetbaltrap en diagnostiek 1) ............................................................... 35
FH 16 liesklachten (diagnostiek 2 DOHA) .......................................................................................... 38
FH 17 liesklachten hands-on ............................................................................................................. 40
FH 18 TU/sportcentrum – liesklachten (FIFA 11 + Copenhagen) ..................................................... 45
Tape ................................................................................................................................................... 46
Week 4 De elleboog .............................................................................................................................. 48
FH 19 elleboog instabiliteit diagnostiek ............................................................................................ 48
FH 20 elleboog instabiliteit behandeling ........................................................................................... 55
FH 21 elleboog instabiliteit diagnostiek 1 ......................................................................................... 57
FH 23 elleboog instabiliteit behandeling 1 ........................................................................................ 58
Week 5................................................................................................................................................... 59
FH 25 Lumbale instabiliteit diagnostiek ............................................................................................ 59
FH 26 Behandeling lumbale instabiliteit ........................................................................................... 75
Week 6 De knie...................................................................................................................................... 79
FH 31.................................................................................................................................................. 79
FH 32 Gastcollege .............................................................................................................................. 87
FH 34 Speciële diagnostiek en fase 1 behandeling (functieniveau) VKB reconstructie .................... 89
Week 7 De enkel.................................................................................................................................... 91
FH 37 enkelletsel ............................................................................................................................... 91
FH 39 diagnostiek enkelletsel focus op hands on ............................................................................. 96
FH 40 diagnostiek enkelletsel focus op hands off ........................................................................... 100
,Week 1
FH 1 Diagnostiek craniovertebrale instabiliteit
Leerdoelen
1. De fysiotherapeut in opleiding (FIO) kent de symptomen die bij een instabiliteit van de
craniovertebrale regio horen.
2. De FIO kent de specifieke testen van de craniovertebrale regio.
3. De FIO kent de anatomische structuren in de craniovertebrale regio.
Voorbereidende opdracht (1,5 SBU)
Bekijk de KNGF richtlijn nekpijn, met name de inleiding en het diagnostische gedeelte
Beantwoord de volgende vragen:
1. Welke rode vlaggen zijn aanwezig in deze casus
2. Welke diagnostische testen zou jij gebruiken om bepaalde zaken in of uit te sluiten
3. Wat is nodig om uiteindelijk een duidelijk beeld te krijgen van de symptomen
KNGF – richtlijn nekklachten
Nekpijn wordt onderverdeelt in 4 verschillende graden:
Graad 1 Nekpijn zonder tekenen of symptomen die kunnen wijzen op grotere structurele
pathologie en die niet of nauwelijks invloed heeft op activiteiten in dagelijks leven.
Graad 2 Nekpijn zonder tekenen of symptomen die kunnen wijzen op grote structurele
pathologie, maar die wel een forse invloed heeft op activiteiten in het dagelijks leven.
Graad 3 Nekpijn zonder tekenen of symptomen die kunnen wijzen op grote structurele
pathologie, waarbij wel neurologische symptomen aanwezig zijn, zoals verminderde
peesreflexen, spierzwakte of sensibiliteitsstoornissen in de bovenste extremiteit,
bijvoorbeeld als gevolg van een cervicale hernia of stenose.
Graad 4 Nekpijn met tekenen of symptomen die kunnen wijzen op ernstige structurele
pathologie. Ernstige structurele pathologie omvat: fracturen, vertebrale dislocaties,
schade aan het ruggenmerg, infecties, tumoren of systemische ziekten, waaronder
gewrichtsontstekingen.
Je wordt doorverwezen naar de huisarts of verwijzend specialist.
Prognose en beloop
Een normaal beloop is wanneer in de 1e 6 weken na ontstaan van pijn, de pijn afneemt en/of
participatie toenemen. Recidiverende nekpijn en nekpijn die langer duurt dan 6 weken wordt gezien
als nekpijn met een afwijkend beloop.
Diagnostisch proces
Bij elke patiënt met nekpijn wordt bij het eerste consult nekpijn graad 4 uitgesloten aan de hand van
de rode vlaggen en het klachtenpatroon. De rode vlaggen bij nekpijn:
Mogelijke pathologie Overeenkomstige rode vlag
Fractuur oudere leeftijd, trauma in voorgeschiedenis,
corticosteroïdgebruik, osteoporose
Cervicale arteriële disfunctie cerebrovasculaire symptomen, zoals
duizeligheid, dubbelzien, misselijkheid,
braken, zwakte van de ledematen en papillaire
veranderingen
, Schade aan ruggenmerg of cervicale neurologische symptomen, bijvoorbeeld
myopathie wijdverspreide neurologische tekenen
in beide armen en/of benen zoals
sensibiliteitsstoornissen, verlies van
spierkracht in de extremiteiten, darm- en
blaasdisfunctie
Infectie (inclusief urineweginfectie of symptomen en tekenen van infectie
huidinfectie) (bijvoorbeeld koorts, nachtelijk zweten),
risicofactoren voor infectie (bijvoorbeeld
onderliggend ziekteproces, bij
immunosuppressiva, open wond, intraveneus
drugsgebruik, blootstelling aan
besmettelijke ziekten)
Maligne tumoren kanker in de voorgeschiedenis, geen
verbetering van klachten na behandeling
van vier weken, onverklaarbaar gewichtsverlies,
leeftijd > 50 jaar,
slikproblemen, hoofdpijn, braken
Systemische ziekte (herpes zoster, spondylitis hoofdpijn, koorts, eenzijdige huiduitslag,
ankylosis, inflammatoire artritis, reumatoïde brandende pijn, jeuk
artritis)
Na het uitsluiten van graad 4 wordt graad 3 uitgesloten:
Symptomen - Sensorische symptomen in de arm, zoals paresthesieën, gevoelloosheid,
verminderde tastzin.
- Beperkte cervicale ROM, gedefinieerd als een rotatie < 60 graden of een
beperkte pijnlijke rotatie.
- Verminderde spierkracht of spiercontrole
- Uitstralend pijn in de arm
Tekenen - Verminderde peesreflexen, spierzwakte of sensibiliteitsstoornissen
Tests Bevestigen van nekpijn graad 3:
- Positieve Spurling’s test en/of
- Een positieve tractie-/distractietest
Uitsluiten van nekpijn graad 3:
- Een negatieve Upper Limb Tension Test voor de plexus brachialis en de n.
medianus.
Nekpijn graad 3 wordt waarschijnlijk geacht bij de aanwezigheid van 1 of meer tekenen en
symptomen die wijzen op een cervicaal radiculair syndroom én een positieve Spurling’s test en/of
tractie/distractietest.