Samenvatting PKG – alle hoofdstukken
Hoofdstuk 1 – Wat is abnormaliteit
Psychopathologie; studie naar mensen die leiden aan mentale, emotionele en vaak fysieke pijn
Abnormaliteit; verschilt per context
- Cultureel relativisme; geen universele standaarden of regels voor gedrag, verschillende
definities voor normaal gedrag, afhankelijk van cultuur, invloed van geslacht
- Ongewoonheid; gedrag dat afwijkend is, ook afhankelijk van relativistisch spectrum,
abnormaal maar positief gedrag = excentriek
- Ongemak; persoon voelt ongemak door gedrag
- Verhouding tot psyche; abnormaal gedrag alleen bestempelen als psychische aandoening, als
het niet door ziekte wordt veroorzaakt.
Vier dimensies voor abnormaliteit; moderne abnormaliteit wordt beoordeeld via deze criteria
- Dysfunctional; als gedrag iemands functioneren in het dagelijks leven belemmerd
- Distress; gedrag en gevoelens die ongemak veroorzaken bij diegene of uit de omgeving
- Deviant; sterk afwijkend gedrag, wordt als abnormaal gezien
- Dangerous; gedrag dat gevaarlijk is voor individu of omgeving
Geschiedenis; drie theorieën voor beschrijven abnormaal gedrag
- Biologisch; abnormaal gedrag veroorzaakt door lichamelijke systemen
- Bovennatuurlijk; abnormaal gedrag als resultaat van goddelijke interventie, vervloeking etc
- Psychosociaal; abnormaal gedrag als resultaat van trauma’s
Abnormaal gedrag vroeger;
- Verdrijven van boze geesten, exorcisme
- Balans van Yin en Yang in Oude China
- Biologische theorieën in oude Egypte, Griekenland en Rome
- Biologische en psychosociale theorieën in middeleeuwen
- Hekserij; geesten zieken werden als heks bestempeld
- Psychische epidemieën; veel mensen vertoonden ineens abnormaal gedrag
- Gestichten; ziekenhuizen voor mensen met abnormaal gedrag
- 18e en 19e eeuw ontspanning tegen stress
- Vanaf 20e eeuw onderzoek naar biologische, psychologische en sociale theorieën
- Hersenpathologie als uitleg voor alle stoornissen
- Analyse en later psychoanalyse door Freud
- Behaviorisme; klassieke en operante conditionering
- Cognitieve revolutie in jaren ‘70
Tegenwoordig;
- Medicinale behandelingen
- Deïnstitutionalisering
- Managed care; coördineren van zorg
Hoofdstuk 2 – Theorieën en behandelingen van abnormaliteit
Theorie; set ideeën die framework vormt als basis voor fenomeen
Therapie; behandeling gebaseerd op een theorie, die ingaat op de factoren die de stoornis
veroorzaken
Nature-nurturedebat – ligt de verklaring in iemand natuur of opvoeding; biologisch, psychologisch of
sociocultureel
Biopsychosociale benadering; combinatie van biologische, psychologishce en socioculturele factoren,
wordt tegenwoordig meest gebruikt
Behandeling; (meest effectief in combinatie)
- Biologisch; medicatie
- Psychologisch en sociocultureel; psychotherapie
,Biologische benadering;
Oorzaken;
- Hersendisfunctie; schade aan een deel van de hersenen
- Biochemische onbalans; onbalans van bepaalde neurotransmitters in de synaps
kan worden beïnvloed door heropname; pre-synaptische neuronneemt de
neurotransmitter terug op, waardoor aanwezigheid toeneemt
kan worden beïnvloed door degradatie; post-synaptische neuron laat enzym vrij, waardoor
neurotransmitter afbreekt, lage aanwezigheid
Serotonine; emoties en impulsen, agressief of angstig gedrag
Dopamine; ervaren van beloning, beïnvloed door bv alcohol en drugs
Norepinephrine; stimulerend effect, te weinig zorgt voor depressie
GABA; inhibeert acties van andere neurotransmitters, te weinig bij angstklachten
het endocriene systeem; klieren die hormonen produceert (bv hypofyse)
- Genetische abnormaliteiten; wanneer de structuur van chromosomen veranderd, kan dit
gevolgen hebben bv syndroom van Down
polygenetisch proces; meerdere fouten op genen zijn nodig om te leiden tot een stoornis
Interactie tussen gen en omgeving;
- Genetisch bepaald temperament of talent beïnvloeden omgeving die we kiezen
- Omgeving werkt als katalysator (versterkende factor) voor genetische neigingen
- Epigenetica; omgevingscondities kunnen van invloed zijn op expressie van genen, chemisch
aanpassen van DNA door omgeving
Therapie door medicatie;
- Verlicht symptomen door functioneren van neurotransmitters te verbeteren
- Antipsychotisch; hallucinaties en wanen verminderen, atypische antipsychotica
- Antidepressiva; verminderen symptomen depressie
SSRI’s; beïnvloeden serotonine-neurotransmittersysteem
SNRI’s; werken op serotonine en norepinephrine
- Lithium; stemmingsstabilisator bv bipolaire stoornis, anti-convulsants bij behandeling manie
- Benzodiazepine; verminderen angstsymptomen, erg verslavend
Elektroconvulsieve therapie en hersenstimulatie;
- Epileptische aanval opgewekt door een stroomstoot door de hersenen te laten gaan,
effectief bij depressie
- Tegenwoordig vaker rTMS; magnetische pulsen richten op specifieke hersenstructuren
- Tegenwoordig vaker deep brain stimulation; elektroden stimuleren de vagus zenuw, die
doelgebieden in de hersenen stimuleert
Psychochirurgie; hersenoperatie om bepaald symptoom te stoppen, wordt niet vaak gebruikt
Psychosociale benadering;
Gedragsbenaderingen; focus op invloed van belonen en straf op gedrag
- Klassiek conditioneren; neutrale stimulus paren met stimulus die leidt tot respons
- Operant conditioneren; gedragingen die leiden tot response versterken
- Modeling; nieuwe gedragingen leren door te imiteren van anderen die belangrijk voor je zijn
- Leren door observatie; beloningen en straffen observeert bij andermans gedrag
Cognitieve benadering;
Onze cognities (gedachten en overtuigingen) vormen onze gedragingen en emoties.
- Causale attributie; welke betekenis we aan een gebeurtenis geven en wat we voortaan
verwachten bij soortgelijke gebeurtenissen
- Globale assumpties; assumpties over onszelf en de wereld
Cognitieve therapie; helpen om negatieve gedachtes en disfunctionele overtuigingen te identificeren
en trotseren, probleemoplossingsstrategie om met concrete problemen om te gaan CGT
, Psychodynamische benadering;
Gedrag, emoties en gedachten worden beïnvloed door onbewuste processen
- Seksuele drive en agressieve drive als basis voor motiveren gedrag
- Id; systeem waar libido ontstaat (seksuele drive), zo snel mogelijk zo veel mogelijk plezier
maken, zo min mogelijk pijn
- Ego; systeem dat aan wensen en behoeftes probeert te voldoen, binnen de regels van de
maatschappij
- Superego; opslagruimte voor gedragsregels, vormen morele standaarden
- Psychoseksuele fasen; oraal (stimulatie van de mond als baby), anaal (stimulatie
anus/zindelijkheid als peuter), fallisch (vormen van seksuele oriëntatie als kleuter), latent
(ontwikkelen vaardigheden en interesses als kind), genitaal (seksuele drives vanaf puberteit).
- Egopsychologie; nadruk op belang van reguleren van verdedigingsmechanismen voor gezond
functioneren
Therapieën;
Cliënten helpen om maladaptieve coping-strategieën en onbewust conflict te herkennen
- Vrije associatie; cliënt praat over wat er maar in hem opkomt, therapeut interpreteert
transference; als cliënt therapeut als belangrijk iemand ziet
- Interpersoonlijke therapie; patroon van relaties gedurende leven
Humanistische benadering;
Mensen hebben aangeboren neiging om goed te zijn en voluit te leven, onderdrukking van
maatschappij onderdrukt deze neigingen
zelfactualisatie; vervulling van potentieel voor liefde en betekenis
Therapie;
Mensen helpen hun grootste potentieel te ontdekken door zelfexploratie
- Cliënt centered theapy; met reflectie als belangrijkste strategie
Familiesysteem-benadering;
Familie is een complex interpersoonlijk systeem met eigen hiërarchie en regels
- Inflexible family; veel weerstand tegen de buitenwereld en verandering
- Enmeshed family; veel te betrokken in elkaars leven
- Disengaged family; elkaar geen aandacht geven
- Pathological triangular relationship; ouders vermijden conflict door kinderen te betrekken
- Hele familie moet behandeld worden
Emotiegerichte benadering;
Hoe mensen hun emoties begrijpen en reguleren
- Cognitieve en gedragstherapie samen met mindfulness
- Dialectical behavior therapy; omgaan negatieve emoties
Socioculturele benadering;
Kijken naar de volledige samenleving (factoren als oorlog, natuurrampen of honger bv).
- Cross-culturele problemen in de behandeling; cultuur kan op invloed zijn voor hoe de cliënt
behandeld wilt worden of hoe de cliënt behandeld wordt
Preventie;
- Primaire preventie; tegengaan van ontwikkeling stoornis, voordat die begint
- Secondaire preventie; stoornis in vroege fase ontdekken en remmen
- Tertiaire preventie; bij mensen die al een stoornis hebben, voorkomen van terugval en
impact op leven beperken
Elementen bij effectieve behandeling;
- Positieve relatie met therapeut
- Goede uitleg of interpretatie geven vanuit therapeut
- Client accepteert en geloofd interpretatie