Samenvatting hoorcolleges psychotherapeutische stromingen (5 colleges)
Hoorcollege 1 – introductie module en gedragstherapie
Gedragstherapie
- Behaviourisme (jaren ’20)
- Psychologische stroming die alleen objectief, meetbaar, observeerbaar gedrag
bestudeert
Stimulus (S) black box Respons (R)
Grondleggers: Pavlov Watson Skinner
- Klassieke conditionering Pavlov
- Operante conditionering Skinner
- Model leren (Bandura)
- Opkomst door pleidoor wetenschappelijke onderbouwing therapie (eind ’50)
o Meer onderzoek naar effectiviteit, efficïentie
Drie leerprincipes
Klassieke conditionering Pavlov
Eten (UCS) kwijlen (UCR)
Bel (NS) ….
Eten + bel kwijlen (UCR)
Bel (CS) (CR) kwijlen
Bel …. (extinctie)
Contingentie (betekenis) = voorspelbaarheid, nodig om te overleven
,Klassieke conditionering Watson
Watson = geef me een kind en ik kan alles ervan maken wat ik wil (arts, boer, leraar)
Angst wordt aangeleerd, of het kan in ieder geval
Ontstaan van fobie – generalisatie (wat hij ook eng vindt) – discriminatie (hij niet eng vindt)
Operante conditionering Skinner
Hij doet iets en daar krijgt hij een beloning bij trial and error
Er is sprake van bekrachtiging of beloning van gedrag
Discriminatieve stimulus (Sd) Respons behavior (R) consequense stimulus (Sr)
Rat in box duwen op hendel eten (+S+)
Ontstaan van angst klassieke conditionering
Voortduren van angst operante conditionering, vermijding oid
Operante conditionering: Sr
Intermittent reinforcement: af en toe
beloning geven en het gedrag blijft veel
langer aanwezig. Soms wel, soms niet,
duurt uitdoving langer
, Sociale leertheorie Bandura
Modeling of observationeel leren gedrag vertonen n.a.v. observatie
Zien dat bepaalde gebeurtenissen bij kinderen al dan niet aanwezig zijn, dan gedrag vertonen,
wordt niet beloond of gestraft.
- ‘hogere’ vorm van leren alleen bij mensen werd verwacht
Gedragstherapie – kenmerken
- Gedragstherapeutische proces ook wetenschappelijk (meten van gedrag, functie
analyse, concrete doelstellingen, interventie en evaluatie/nameting).
o Makkelijker dan bij cliënt waar een individueel proces is
- Veel protocolair (met veel evidence), een therapeut kan het zo overnemen en doen.
- Doel: verandering van probleemgedrag, aanleren nieuw gedrag in het hier en nu
- Therapeut: sturend: bepaalt voor grote deel wat er gedaan wordt
- Interventies: aanleren probleemoplossend gedrag en afleren ongewenst gedrag
Aanleren van probleemoplossend gedrag; afleren van ongewenst gedrag (extinctie); exposure
In vitro: situaties nagemaakt dus bijvoorbeeld beelden of foto’s
In vivo: in real life, dus echt iets doen
Voor- en nadelen van gedragstherapie
Voordelen: concreet voor de doeners, breed inzetbaar, evidence-based, kosten-effectief,
protocollair, kortdurend
Nadelen: tabula rasa (is alles te conditioneren), nature versus nurture, alles teruggebracht tot
conditionering – geen ‘zelfreflectie’, relatie tussen S en R, hoe werkt het,
symptoombestrijding, autoritair/alwetend/koud?