14-04-2020
Beroepsproduct 1
ATTENT INTERMEZZO ETAGE 3
Annemarie Hegeman – 595890 – VE05
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Examinator: Jacqueline Theunissen
,Inhoudsopgave
1 – Keuze zorgvrager ......................................................................................................................................................... 2
1.1 Kennis maken met de zorgvrager .............................................................................................................................. 2
1.2 Eigen aandeel in de zorg ........................................................................................................................................... 2
1.3 Verantwoording midden complexe zorg ..................................................................................................................... 2
2 - Zorgbehoefte van de zorgvrager ................................................................................................................................. 3
2.1 De anamnese ............................................................................................................................................................. 3
2.2 Ordenen en prioriteren ............................................................................................................................................... 3
2.3 Betrokken naasten en zelfmanagement..................................................................................................................... 4
3 - Samenwerkingsdiagnose: NANDA-I ............................................................................................................................ 5
4 Zorgresultaten: NOC ....................................................................................................................................................... 6
5 - Interventies .................................................................................................................................................................... 6
5.1 NIC ............................................................................................................................................................................. 6
5.2 Zorgtechnologie ......................................................................................................................................................... 6
6 - Uitvoering zorg .............................................................................................................................................................. 7
6.1 Verantwoordelijkheid en samenwerking verschillende disciplines ............................................................................. 7
6.2 Continuïteit van zorg .................................................................................................................................................. 7
7 - Rapportage .................................................................................................................................................................... 7
8 - Evaluatie ......................................................................................................................................................................... 8
8.1 Algemene evaluatie .................................................................................................................................................... 8
8.2 Evaluatie samenwerkingsdiagnose ............................................................................................................................ 8
9 - Analyse en reflectie over de samenwerking en coördinatie van de zorg ................................................................ 9
Bijlage 1 – MBG ................................................................................................................................................................ 11
Bijlage 2 – Complexiteit van de zorgvrager ................................................................................................................... 13
Bijlage 3 – Opnameformulieren ....................................................................................................................................... 17
Bijlage 4 – Gezondheidspatronen van Gordon .............................................................................................................. 20
Bijlage 5 – Voorlopige samenwerkingsdiagnosen ........................................................................................................ 22
Bijlage 6 – SeMaS vragenlijst .......................................................................................................................................... 23
Bijlage 7 – Was schema voor mevrouw ......................................................................................................................... 27
Bijlage 8 – Rapportage verpleging .................................................................................................................................. 28
Bijlage 9 – Overdrachtsrapportage arts ......................................................................................................................... 29
Bijlage 10 – Rapportage ‘was schema’ ........................................................................................................................... 30
Bijlage 11 – Barthel-index vooraf de interventies ......................................................................................................... 31
Bijlage 12 – Barthel-index achteraf de interventies ...................................................................................................... 32
Bijlage 13 – Waarderingsformulier ................................................................................................................................. 33
1
Annemarie Hege man – 595890 – beroepsproduct 1
,1 – Keuze zorgvrager
1.1 Kennis maken met de zorgvrager
Gedurende mijn derde leerjaar als HBO-verpleegkundige loop ik stage op de leerafdeling bij Attent
Intermezzo etage 3. Dit is een overbruggingsafdeling, de zorgvragers komen vanaf andere
instellingen of etages om bij ons op het volgend verblijf te wachten, de thuissituatie te ontlasten of
even aan te sterken. Hierdoor zijn er altijd verschillende ziektebeelden en leeftijden aanwezig.
Gedurende deze stage is mevrouw R. opgenomen op de afdeling. Het betreft een ongehuwde
vrouw van 72 jaar, mevrouw heeft een kleine sociale kring, is alleenstaand en heeft geen kinderen.
Mevrouw is vanuit haar thuissituatie in het ziekenhuis opgenomen vanwege ondervoeding en
zelfverwaarlozing. Mevrouw is bekend met COPD (bijlage 1) en een angststoornis, bij angst gaan
mevrouw hyperventileren, mevrouw raakt dan in paniek. Deze angst is vooral tijdens de
ochtendzorg.
Daarnaast is mevrouw bekend met geheugenproblemen. Mevrouw wordt verdacht van een
dementieel syndroom. Ook is mevrouw bekend met zelfverwaarlozing en is mevrouw zeer ernstig
gedesoriënteerd, heeft mevrouw een zeer groot risico op dwalen, zeer ernstige somberheid en
zeer veel angst. Mevrouw heeft een twijfelachtige cognitie en is hierdoor beperkt in haar
functioneren. Wanneer mevrouw bezig is met een opdracht en is afgeleid dan laat mevrouw de
aandacht voor de opdracht vallen.
Tevens lijdt mevrouw ook aan hypertensie, hypercholesterolemie, hyperthyreoïdie, migraine, acute
lymphangitis en vitamine D deficiëntie.
Na de ziekenhuisopname is mevrouw opgenomen op etage 1 in onze zorginstelling. Dit is een
revalidatieafdeling. Mevrouw heeft hier geleerd weer zoveel mogelijk zelf te kunnen doen,
bijvoorbeeld zelfstandig zichzelf te wassen.
Hier is veel tijd in gaan zitten omdat mevrouw tijdens deze momenten last heeft van angst,
hierdoor laat mevrouw makkelijk de zelfzorg uit handen vallen en wil mevrouw dat de
zorgverleners het wassen en aankleden van mevrouw overneemt. Mevrouw geeft zelf aan baat te
hebben bij structuur. Mevrouw heeft daarom een dag planning waarop zij precies kan zien hoe laat
wat gebeurt.
1.2 Eigen aandeel in de zorg
Mevrouw is vanaf etage 1 overgeplaatst naar onze etage. Allereerst heeft mevrouw gerevalideerd
en bij ons is mevrouw aan het wachten op haar nieuwe woning. Mevrouw staat op de wachtlijst
van de Drie Gasthuizen Groep. Op de afdeling maken wij gebruik van een zorgplan, en hierop
rapporteer je ook. Wanneer iemand een doel heeft op een bepaald onderwerp moet je allereerst
hierop rapporteren, wanneer iemand geen doel heeft op hetgeen dat je wil rapporteren mag je in
het dossier rapporteren. Ook wordt er een activiteitenplan gemaakt wat weergeeft welke taken of
acties er uitgevoerd moeten worden rondom de zorgvrager. Denk hierbij aan douchen, bijvoeding,
wegen of controles uitvoeren.
Ik ben tijdens mijn diensten een aantal keer bij mevrouw geweest om mevrouw te ondersteunen
tijdens de zorgmomenten en ben ik regelmatig een gesprekje aangegaan met haar. Bij mevrouw is
het vooral intensief begeleiden en sturen in de zorg. Mevrouw kan heel veel zelf, alleen wordt zij
belemmerd door de angst in haar kunnen. Mevrouw heeft geen vertrouwen dat ze zich zelfstandig
kan wassen doordat zij zo angstig en paniekerig is. Daarnaast zegt mevrouw ook het douchen
vaak af door de angst.
1.3 Verantwoording midden complexe zorg
Op de afdeling wordt er niet gewerkt met meetinstrumenten om de zorgzwaarte van de zorgvrager
te meten. Wel wordt er gekeken naar het zorgprofiel van de zorgvrager, oftewel de
zorgzwaartepakketten.
Het zorgprofiel beschrijft de zorgbehoefte van de zorgvrager, oftewel hoeveel en wat voor zorg
iemand nodig heeft. Dit gaat via de WLZ en CIZ. In de WLZ staat welke zorgprofielen er zijn en de
CIZ is een instelling die vast stelt of iemand recht heeft op zorg.
Er zijn 7 zorgprofielen onder “verpleging en verzorging” die allemaal beginnen met de letters VV,
gevolgd door een cijfer (wat is een zorgprofiel en welke zorgprofielen zijn er?”, 2018).
2
Annemarie Hege man – 595890 – beroepsproduct 1
, Mevrouw heeft een zorgzwaarte van VV4, dit betekent beschut wonen met intensieve begeleiding
en uitgebreide verzorging.
Mevrouw R. is een midden complexe patiënt in een midden complexe zorgsituatie omdat er bij
mevrouw een ernstige angst speelt, hierdoor is het gedrag van mevrouw vaker niet dan wel
voorspelbaar. Bij mevrouw kunnen deze angstklachten vaak de hele dag door ontstaan en hier
reageert mevrouw elke keer anders op, maar de angst is voornamelijk tijdens de momenten van
zorg. Daarnaast heeft mevrouw heel wat diagnoses die elkaar beïnvloeden, met als belangrijkste
de COPD en de angststoornis die effect hebben op elkaar. Door de COPD heeft mevrouw last van
benauwdheidsklachten, deze spelen vooral een grote rol tijdens een moment van angst.
Tijdens deze momenten kan er niet worden volstaan met richtlijnen of protocollen. Omdat deze
situatie per persoon en moment verandert. Daarnaast heeft mevrouw tijdens deze momenten
intensieve begeleiding nodig. Mevrouw moet aangesproken worden en geholpen worden de
ademhaling weer normaal te krijgen, dit is min of meer voortdurend, omdat mevrouw deze
momenten de hele dag door kan hebben, tijdens deze momenten is mevrouw moeilijk te sturen in
haar gedrag en eigen bijdrage in de zorg. Doordat mevrouw moeilijk te sturen is in haar eigen
bijdrage in de zorg is mevrouw beperkt in haar zelfmanagement en zelfredzaamheid, mevrouw
heeft moeite met zelfstandig de zorg uitvoeren, mevrouw heeft angst bij de zelfzorg. Hier ga ik
verder op in bij punt 2.4.
In bijlage 2 heb ik overzichtelijk gemaakt welke van deze criteria van toepassing zijn in de casus
van mevrouw, dit doe ik in het document ‘de complexiteit van de zorgvrager’ (Hogeschool van
Arnhem en Nijmegen, 2016).
2 - Zorgbehoefte van de zorgvrager
2.1 De anamnese
De anamnese wordt op de afdeling afgenomen aan de hand van opnameformulieren. Wij hebben
een opnameformulier voor nieuwe intake en een opnameformulier voor een overname van een
andere etage. Deze voeg ik beide toe aan bijlage 3.
Deze gegevens worden tijdens een opnamegesprek ingevuld samen met de zorgvrager en het
liefste en wanneer dit mogelijk is met naasten erbij. Naar mijn idee wordt er tijdens de opname niet
naar alles gevraagd wat relevant is. Zo ben ik er tijdens een gesprek met mevrouw achter
gekomen dat mevrouw liever met haar voornaam en ‘je’ aangesproken wordt. Dit geeft mevrouw
een huiselijker gevoel. Zo’n huiselijk gevoel kan ook bijdragen aan een prettig verblijf en hoe
iemand reageert op bepaalde situaties.
Omdat ik merk dat de anamnese niet volledig is ben ik bij mevrouw gaan zitten en heb ik
In samenspraak met mevrouw de elf gezondheidspatronen van Gordon ingevuld (Hesselink 2013,
p 35-38). Dit heb ik gedaan om een beter beeld te krijgen van de situatie van mevrouw en achter
nog meer dingen te komen in vergelijking met de opname. Per gezondheidspatroon heb ik
aangegeven of deze functioneel of disfunctioneel is. Deze informatie heb ik nog aangevuld met
gegevens uit het dossier van mevrouw (bijlage 4).
2.2 Ordenen en prioriteren
Uit de gesprekken die ik met mevrouw heb gevoerd en aan de hand van de uitwerking van de elf
patronen van Gordon kwamen er verschillende patronen uit die disfunctioneel zijn bij mevrouw.
Per disfunctioneel patroon kwamen de volgende verpleegkundige diagnosen naar voren, deze heb
ik verder uitgewerkt in bijlage 5. Deze diagnosen zijn te vinden in het Zakboek Verpleegkundige
diagnosen (Carpenito Movet, 2015). Gezondheidsveronachtzaming, (risico op) ondervoeding,
zelfzorgtekort – wassen/lichaamsverzorging, ongemak, angst, inadequate communicatie en de
posttraumatische reactie.
Deze verpleegkundige diagnosen heb ik volgens de behoeftehiërarchie van Maslow geprioriteerd.
(Hesselink, 2011, pp. 67-68).
Volgens deze behoeftehiërarchie moet de mens eerst gemotiveerd zijn om aan de basisbehoeften
te voorzien voordat ze verder gaan met andere behoeften, dit is fase 1 tevens de onderste trede.
Onder de basisbehoefte vallen de fysiologische behoeften, dus de lichamelijke behoeften zoals
eten, drinken en slaap, maar ook bijvoorbeeld de lichamelijke verzorging.
3
Annemarie Hege man – 595890 – beroepsproduct 1