100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting hoorcolleges MTO A €4,49
In winkelwagen

College aantekeningen

Samenvatting hoorcolleges MTO A

 16 keer bekeken  0 keer verkocht

Deze samenvatting omvat alle hoorcolleges van inleiding methodenleer A inclusief allerlei voorbeelden die in de colleges en werkgroepen zijn besproken. Ik heb zelf met deze samenvatting het tentamen gehaald met een 7,5.

Voorbeeld 4 van de 50  pagina's

  • 18 januari 2021
  • 50
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • G. moors
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
zoemoonen23
MTO-A-MAW: Inleiding methodenleer

Week 1
Vier verschillende grondvormen van onderzoeksstrategieën
1. Experimenten
 Beste manier om de oorzaak achter een fenomeen te vinden
 Een vermoeden dat getest kan worden door een experiment
 Voorwaarden moeten constant blijven voor een goed experiment
 Voorbeeld: je kan testen of mensen anders reageren op net geklede docenten door
de leraar de ene keer net te kleden en de andere keer casual
2. Veldstudie
 Jezelf onderdompelen in een set van gebeurtenissen waar een fenomeen
natuurlijkerwijs plaatsvindt  eerstehands informatie
 Lastig om een geschikte onderzoeksgroep te vinden
 Voorbeeld: je gaat in een winkelcentrum staan en bekijkt wie de trap neemt en wie
de lift, je hebt hier geen invloed op
3. Surveyonderzoek
 Administratie van enquêtes en interviews genomen bij grote groepen
 Hoe vaak komen bepaalde dingen voor in een groep?  Generaliseren
 Risico’s, hoge kosten
 Gebruik je alleen in het hier en nu, en dus niet in iets algemeens over tijd
4. Beschikbare data
 Data die aanvankelijk wordt verzameld met een ander doel dan waarvoor de
onderzoeker het wil inzetten
 Verbale- en non-verbale data
 Lastig om data te verkrijgen en bronnen te coderen
 Informatie kan niet vergelijkbaar zijn of bruikbaar genoeg zijn om er conclusies
uit te trekken
 Gaat altijd over dingen die je kan weten uit het verleden

Empirische regels over wetenschappelijke verklaringen bestaan uit proposities die veranderingen
veralgemeniseren.
Propositie = iets algemeens
Hypothese = meer persoonlijk en gespecificeerd

Onderzoek wordt gedaan om 3 redenen:
- Exploratory research = verkennend onderzoek. Om een fenomeen te onderzoeken, om
een betere onderzoeksvraag te formuleren als je weinig informatie hebt
- Descriptive research = beschrijvend onderzoek. Om een gemeenschap te beschrijven, om
een fenomeen te beschrijven, erg gestructureerd en bevat veel feiten
- Explanatory research = verklarend onderzoek. Om relaties te beschrijven en te testen
tussen variabelen, het zoekt naar een reden waarom fenomenen ontstaan door oorzaken en
gevolgen te beschrijven

,Enkelvoudige (bivariate) hypothese: verwacht verband tussen twee variabelen (afhankelijke en
onafhankelijke)

Hypothese opstellen door de zeggen wat je verwachting is hoe 2 variabelen met elkaar in verband
staan

X Y

X = onafhankelijke variabele (oorzaak)
Y = afhankelijke variabele (gevolg)

Voorbeelden:
“Hoe hoger de emotionele intelligentie van een persoon, hoe hoger het bedrag dat iemand aan
goede doelen besteedt”
 X = emotionele intelligentie
Y = bedrag
 2x metrisch, verband leggen tussen twee metrische variabelen: hoe hoger, hoe hoger
 Uitspraak formuleren over hoe een stijging in het ene (onafhankelijke variabele) een
stijging (daling) in het andere (afhankelijke variabele) veroorzaakt

“Hoe hoger de emotionele intelligentie, hoe groter de kans dat iemand in een depressie komt”
 X = emotionele intelligentie
Y = in een depressie komt
 Afhankelijke variabele = nominaal (categorische variabele, je hebt het of je hebt het niet)
Onafhankelijke variabele = metrisch
 Uitspraak doen over de kans dat je in een bepaalde categorie gaat behoren naarmate het
niveau van X gaat stijgen

“Vrouwen scoren hoger op emotionele intelligentie dan mannen”
 Uitspraak doen over een verschil tussen de groepen die je gaat vergelijken gedefinieerd
door X in het niveau van de afhankelijke variabele Y
 X = metrisch = emotionele intelligentie
Y = nominaal = geslacht, man of vrouw




Meervoudige hypothese: verwacht verband tussen een afhankelijke Y en meerdere
onafhankelijke variabelen X (X1, X2, X3 enz.)

,Er zijn vier types meervoudige hypothesen:
 Je doet uitspraken over het relatief belang van verschillende onafhankelijke variabelen in
het verklaren van de afhankelijke variabele
(meervoudige oorzakelijkheid, waarbij je accenten gaat leggen  X1 heeft een sterker
effect dan X2)




Voorbeeld:
Y = afhankelijke variabele, nominaal, herintreding op de arbeidsmarkt

“De kans op herintreding op de arbeidsmarkt neemt toe met opleidingsniveau en neemt af
met het niveau van de uitkering. Het effect van opleiding is hierbij sterker dan het effect
van het uitkeringsniveau.”




 Mediatie effect
= interpreterende hypothese
= de invloed van de onafhankelijke variabele X1 op de afhankelijke variabele Y is niet
direct, maar loopt via het effect van X1 op de mediërende of interveniërende variabele X2
= indirect effect




Voorbeeld:
“Hoe ouder een persoon is, hoe kleiner de kans op herintreding op de arbeidsmarkt. Dit
effect wordt volledig gemedieerd door de mogelijkheid tot herintreding; immers: hoe
ouder men is, hoe minder mogelijkheden er zijn tot herintreding en hoe minder
mogelijkheden, hoe lager de kans tot herintrede.”

, Gedeeltelijke mediatie (= direct + indirect effect)
De manier waarop leeftijd gelinkt kan worden met herintreding op de arbeidsmarkt heeft
gedeeltelijk te maken met mogelijkheid tot herintreding, maar het is ook een effect dat
direct een rol speelt los van de mogelijkheden




 Modererend effect
= interactiehypothese
= de invloed van X1 op Y is conditioneel op de moderator X2; of: het effect van X1 op Y
is verschillend naar gelang de waarde van moderator X2
= conditioneel effect (versterkend + of verzwakkend - effect)




Voorbeeld:
“Hoe hoger de bereidheid tot arbeid, hoe hoger de kans tot herintreding op de
arbeidsmarkt. Dit effect wordt versterkt door de mate waarin herintreding mogelijk is.”

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zoemoonen23. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52928 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd