Hoofdstuk 4: verbintenissenrecht – de onrechtmatige en rechtmatige daad
Onrechtmatige daad: inbreuk op een recht, een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of
een doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijke
verkeer beaamt.
Wanneer er schade word geleden en iemand die schade vergoed wilt hebben.
Vier vereiste voor schadevergoeding:
1. Er moet allereerst sprake zijn van een daad die onrechtmatig is
2. Deze onrechtmatigheid moet de dader kunnen worden toegerekend
3. Er moet schade zijn geleden
4. De schade moet het rechtstreekse gevolg zijn van de onrechtmatigheid van de daad; er dient
met andere woorden, sprake te zijn van causaal verband tussen de schade en de daad.
Onrechtmatigheid van de daad: gevoelsmatig heeft het woord onrechtmatigheid al aan dat het hier
gaat om een daad of handeling die niet te accepteren valt. Iemand is bij het plegen van een
onrechtmatige daad zijn boekje te buiten gegaan.
Het gaat om alternatieve voorwaarden, dat wil zeggen: schending van iedere categorie afzonderlijk
levert een onrechtmatige daad op.
Inbreuk op een recht
Onrechtmatige daad Handelen in strijd met een wettelijke plicht
Handelen in strijd met het ongeschreven
recht (schending van zorgvuldigheidnorm)
1. Inbreuk op een recht: hieronder valt niet de schending van een recht dat is ontstaan op
grond van een gesloten overeenkomst.
2. Strijd met een wettelijke plicht: handelt iemand in strijd met een plicht door de wet
opgelegd, dan levert dit een onrechtmatige daad op. De wet zegt bijvoorbeeld dat je het
auteursrecht en het octrooirecht van anderen moet eerbiedigen. Houd je je daar niet aan
dan resulteert dat in een onrechtmatige daad.
3. Strijd met het ongeschreven wet: het gaat hier om fatsoenregels die niet in acht worden
genomen, of anders gezegd zorgvuldigheidsnormen.
Toerekening: het is niet voldoende om de onrechtmatigheid van de daad aan te tonen, wil je althans
schadevergoeding verkrijgen. Ook zul je moeten bewijzen dat aan de dader kan worden toegerekend.
Art 6:162 BW. De eiser zal dus moeten aantonen dat:
- De dader schuld heeft aan het ontstaan van de onrechtmatige daad; hem een verwijt kunnen
worden gemaakt of dat (schuldaansprakelijkheid)
- De gevolgen van de onrechtmatige daad, ook al trof de dader geen enkele schuld, gewoon
voor zijn rekening komen en wel krachtens de wet of krachtens de verkeersopvattingen
(risicoaansprakelijkheid).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper indyvandenhemel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.