100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Gedragswetenschappen 1.2 (Verpleegkunde Windesheim Zwolle) €3,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Gedragswetenschappen 1.2 (Verpleegkunde Windesheim Zwolle)

8 beoordelingen
 149 keer bekeken  17 keer verkocht

Dit is een samenvatting voor gedragswetenschappen periode 1.2. Ik heb de leerdoelen van week 1-7 samengevat aan de hand van de PDF's die op ELO staan, de werk- en hoorcolleges en boeken.

Laatste update van het document: 3 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 31  pagina's

  • 19 januari 2021
  • 19 januari 2021
  • 31
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (101)

8  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: famallioui • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: ikoebrugge • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: maaiked1 • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: marelllankamp • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: IanHamburger • 3 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: verpleegkunde_student • 3 jaar geleden

bedankt voor de 5 sterren!

review-writer-avatar

Door: tiarahagemeijer • 3 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: verpleegkunde_student • 3 jaar geleden

thanks voor de 4 sterren! (:

review-writer-avatar

Door: irishendriks2 • 3 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: verpleegkunde_student • 3 jaar geleden

bedankt voor de 5 sterren! :)

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
verpleegkunde_student
,WEEK 1: INLEIDING ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE

De student kan beschrijven hoe de ontwikkelingspsychologie zich vanuit historisch perspectief
ontwikkeld heeft
Vroegere denkbeelden: geen aparte status/behandeling kind
— Middeleeuwen: kinderen zijn miniatuurvolwassenen
— Reformatie: kinderen zijn zondig en moeten geciviliseerd worden
— Verlichting: bijv. tabula rasa: kind komt leeg op de wereld, ouders vormen het met liefde en
kennis (veel nadruk op nurture)
— Charles Darwin: babybiografieën – een van de eerste geschriften waarin kinderen
methodisch werden bestudeerd

Vanaf 20e eeuw: ontwikkelingspsychologie als discipline en opkomst kinder- en jeugdpsychiatrie
— Alfred Binet: verrichte pionierswerk op het gebied van de intelligentie van kinderen en deed
onderzoek naar het geheugen en naar hoofdrekenen
— G. Stanley Hall: de eerste persoon die het denken en het gedrag van kinderen onderzocht
met behulp van vragenlijsten en schreef het eerste boek waarin adolescentie als aparte
ontwikkelingsperiode werd gezien
— Een kind kan systematisch bestudeerd worden
— Kind is in ontwikkeling en daarbij afhankelijk van omgeving
— Ontwikkeling kan verstoord raken
— Veel verschillen tussen kinderen en volwassenen, zoals: psyche, communicatie

Actuele thema’s: ontwikkeling continu of niet? Verstoorde ontwikkeling stabiel of niet? Wat zijn
kritieke perioden?

De student kan beschrijven waar de ontwikkelingspsychologie zich mee bezig houdt, inclusief de
verschillende ontwikkelingsgebieden en ontwikkelingsfasen, en weet waarom kennis van dit
relevant is voor een verpleegkundige
Ontwikkelingspsychologie (of levenslooppsychologie) is de wetenschappelijke studie naar de
patronen van groei, verandering en stabiliteit die zich voordoen bij toenemende leeftijd, dus vanaf de
geboorte via de babyjaren, peuterjaren, kleuterjaren, schooljaren, adolescentie, volwassenheid tot
aan de ouderdom
— Levensfasen
— Invloed van opvoeding of levenservaringen op individu
— Invloed van culturele of etnische verschillen
— Universele overeenkomsten
— Ontwikkelfasen en stabiele fasen?

Onderzoek naar kinderen is onder te verdelen in 5 centrale thema’s of benaderingen:
— Fysieke ontwikkeling: de invloed van het lichaam op ons gedrag
— Cognitieve ontwikkeling: de beïnvloeding van gedrag door groei en verandering in
intellectuele vermogens
— Sociale/sociaal-emotionele ontwikkeling: kijkt naar de manier waarop interacties van mensen
met elkaar en hun sociale relaties in de loop van hun leven blijven groeien, veranderen en
stabiel blijven
— Persoonlijkheidsontwikkeling: kijkt naar stabiliteit en veranderingen in de eigenschappen die
de ene persoon van de andere onderscheiden
— Morele ontwikkeling

Ontwikkelingspsychologen verdelen kindertijd en adolescentie meestal in:

, — De prenatale periode (de periode van conceptie tot geboorte)
— De baby- en peutertijd (van geboorte tot drie jaar)
— De kleutertijd (van drie tot zes jaar)
— De basisschooltijd (van zes tot twaalf jaar)
— De adolescentie (van twaalf tot twintig jaar)

Belang kennis van ontwikkelingspsychologie voor de verpleegkundige, onder andere:
— Zorg en begeleiding voor verschillende doelgroepen, jong en oud
— Verschil zien tussen gezond en afwijkend
— Vergroting inlevingsvermogen

De student begrijpt de invloed van onderdeel uitmaken van een cohort op de ontwikkeling
 Ieder mens behoort tot een specifieke cohort: een groep mensen die rond dezelfde tijd en op
dezelfde plek is geboren
 Belangrijke sociale gebeurtenissen zoals oorlogen, economische oplevingen en depressies,
hongersnoden en epidemieën hebben een bepaalde invloed op een cohort
 Mensen die tot een bepaalde cohort behoren, zijn onderhevig aan bepaalde normatieve
gebeurtenissen: gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep op
dezelfde manier voltrekken (biologisch, sociaal of cultureel – bv. bereiken van de puberteit)
 Cohorteffecten treden bijvoorbeeld op als gevolg van normatieve historisch bepaalde
invloeden, biologische en omgevingsinvloeden die verbonden zij aan een specifiek historisch
moment (bv. kinderen in de wijk Roombeek in Enschede tijdens de vuurwerkramp werden
geconfronteerd met biologische en omgevingseffecten als gevolg hiervan)
 Leeftijdgebonden invloeden zijn biologische en omgevingsinvloeden die gelijk zijn voor
mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar of wanneer ze opgroeien (bv.
puberteit, menopauze)
 Ontwikkeling wordt ook bepaald door normatieve invloeden, zoals etnische afkomst, sociale
klasse, lidmaatschap van een subcultuur en andere factoren. Leiden tot conformiteit, omdat
men de gevolgen van afwijkend gedrag vreest (bv. hand opsteken als iedereen het doet)
 Niet-normatieve gebeurtenissen: specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van
een specifiek persoon op een tijdstip dat zulke gebeurtenissen de meeste andere mensen
niet overkomen (bv. eerste kind ter wereld via ivf, wedstrijd winnen)

De student begrijpt de visie óp en de belangrijkste uitgangspunten van het cognitieve
ontwikkelingsmodel van Piaget
De grondlegger van het cognitieve ontwikkelingsmodel is psycholoog Jean Piaget. Hij beschouwde
intelligentie als een levensfunctie van de mens die hem in staat stelt zich aan de eisen van de
omgeving aan te passen. Hij wilde onderzoeken hoe dit proces bij kinderen van verschillende
leeftijden verliep.

De student kan het belang van adaptatie uitleggen en kan de verwante begrippen accommodatie
en assimilatie omschrijven en met voorbeelden concretiseren
De bouwstenen van de intelligentie zijn de zogenoemde schema’s: een flexibel actie- of
gedachtepatroon dat bedoeld is om vat te krijgen op een ervaring

Functies intelligentie:
1. Het organiseren van de beschikbare schema’s in samenhangende, complexere systemen of
kennisgebieden
2. De adaptie of aanpassing aan de omgeving  doel: een staat van evenwicht handhaven of
herstellen
Deze aanpassing komt via 2 complementaire processen tot stand: assimilatie en accommodatie.

, Assimilatie is het proces waarin nieuwe ervaringen worden geïnterpreteerd op basis van de
bestaande schema’s. De nieuwe ervaring wordt binnen het beschikbare schema ingepast
Voorbeeld: als de karbonade (nieuwe ervaring) niet in de pan (ons schema) past, ‘assimileren’ we
door een stuk van de karbonade af te snijden.
Accommodatie is het proces waarin onder invloed van nieuwe ervaringen onze schema’s worden
veranderd. Het schema, onze denkwijze, wordt dusdanig aangepast dat de ervaring erin opgenomen
kan worden. Voorbeeld: karbonade heel laten en ‘accommoderen’ door een grotere pan te pakken.

De student kent de verschillende stadia van het cognitieve ontwikkelingsmodel van Piaget,
inclusief de verschillende begrippen per stadium en deze begrippen illustreren aan de hand van
voorbeelden
Vier stadia van cognitieve ontwikkeling:
1. Het sensomotorische stadium (0-2 jaar)
2. Het preoperationele stadium (2-6 jaar)
3. Het concreet operationele stadium (6-12 jaar)
4. Het formeel operationele stadium (vanaf 12 jaar)

Het sensomotorisch stadium (0-2 jaar)
 Denkontwikkeling: reflex  reflectie (denken ontstaat door doen)
 Taalontwikkeling: koppeling van woorden aan objecten (en mensen)
 2 jaar: eerste begin van symboolgebruik en probleemoplossend vermogen
 Sensomotorisch: het belang van zintuiglijke indrukken en motorische handelingen die de
zuigeling in staat stellen het effect van zijn eigen activiteit op de omgeving te ontdekken en
ermee te experimenteren
 Naarmate de baby ervaart dat verschil in handelen een verschil in effect oplevert, worden de
handelingen doelgericht
 Vorming schema’s:
o Reflexen worden handelingen  doelgericht organiseren (eerst zien, dan pakken,
dan in mond stoppen)
o Leert zichzelf onderscheiden van voorwerpen en mensen
o Voorwerpen en mensen blijven bestaan ook als ze uit beeld zijn 
objectpermanentie (rond 1,5 jaar)
 Intelligentieontwikkeling vindt basis in de sensomotorische fase
 Overgang preoperationele stadium wordt ingeluid door de komst van mentale
representaties: het kind gaat zich ergens een voorstelling van maken. Tussen 1,5-2 jaar:
o Taalwerving
o Fantasiespel: ‘doen alsof’-spel, bv. de pop te eten geven
o Indirecte imitatie
o Objectpermanentie: een kind kan zich een voorstelling maken van een object als iets
tastbaars wat buiten hemzelf bestaat en niet zomaar ophoudt te bestaan, ook al is
het object uit het zich verdwenen, bv. door een knuffel te zoeken

Het preoperationele stadium (2-6 jaar)
 Uitbreiding en verfijning van het vermogen tot representatie
 Afnemend egocentrisme. Egocentrisme is het denken vanuit het eigen perspectief, je kunt je
nog niet in anderen verplaatsen (bv. verstoppen door hun handen voor hun ogen slaan).
 Centratie: een kind laat zijn redeneringen en conclusies leiden door het meest opvallende
aspect van een probleem
 Snelle taalontwikkeling
 Rijke fantasie:
o Symbolische representatie (iets kan voor iets anders staan)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper verpleegkunde_student. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52928 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99  17x  verkocht
  • (8)
In winkelwagen
Toegevoegd