100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Toetsvragen medische kennis/verpleegkundige kennis/ gedragswetenschappen €3,49
In winkelwagen

Tentamen (uitwerkingen)

Toetsvragen medische kennis/verpleegkundige kennis/ gedragswetenschappen

1 beoordeling
 151 keer bekeken  7 keer verkocht

De toetsvragen voor het vak medische kennis/verpleegkundige kennis en gedragswetenschappen in een. Voor periode 3.2. Week 1 tot en met 7. De toetsvragen komen uit de theorie boeken, pokerpoints en verplichte literatuur elo.

Voorbeeld 4 van de 50  pagina's

  • 19 januari 2021
  • 50
  • 2020/2021
  • Tentamen (uitwerkingen)
  • Vragen en antwoorden
Alle documenten voor dit vak (117)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: Ilsedragt • 1 jaar geleden

avatar-seller
21Verpleegkundige
Toetsvragen week 1

1. Wat is een organischpsychosyndroom?
Het is een psychiatrische stoornis ten gevolge van een somatische lichamelijke ziekte waardoor werking van hersenen
ontregeld raken. Kenmerkend voor het organische psychosyndroom:
Acuut, voorbij als ontregelde factor weg is, kan er verval optreden door beschadiging of afsterven van hersencellen bv.
Dementie dit is een onomkeerbaar proces.

2. Wat is kenmerkend stemmingsstoornissen, angststoornissen, psychose en een neurocognitieve stoornis?
Stemmingsstoornissen: vele oorzaken o.a hormonale ontregeling, schildklier veelvoorkomend, leverziekten,
bloedarmoede, vitamine B12 te kort, drugs, bijwerkingen van geneesmiddelen, begin van een neurologische ziekte zoals
ziekte van Parkinson of Huntington, hersentumor of een niet erkend hartinfarct
Angststoornis: alcohol, drugs, hormonale ontregeling, schildklier is hier ook veel voorkomend, vitamine B12 te kort,
hartziekte Astma en COPD, begin van een neurologische ziekte zoals Parkinson, Huntington of Multipele Scelerose.
Psychose: hormoonschommelingen in kraambed, drugsgebruik
Neurocognitieve stoornis: altijd organische oorzaak! Cognitieve functies gestoord, maar conatieve en affectieve
functies kunnen ook verstoord zijn!

3. Wat is ambulante psychiatrie?
Focus ligt op patiënt met zijn problemen in relatie. Ambulante behandeling vindt plaats wanneer u psychische of
psychosociale problemen heeft waarvoor geen opname nodig is. Ook kan het zijn dat door de ambulante behandeling een
opname voorkomen kan worden, bijvoorbeeld door psychiatrische thuiszorg.

4. Wat is ACT?
ACT-teams richten zich op de moeilijkste 20% van de mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen. Dat gaat soms
gepaard met een verslaving en complexe maatschappelijke problemen, zoals dakloosheid en schulden. Dankzij ACT
worden patiënten geholpen bij hun problemen, verbetert hun kwaliteit van leven en kan hun ziekte en/of verslaving
worden behandeld. ACT wordt in de multidisciplinaire richtlijn schizofrenie aanbevolen als een organisatiemodel van
bewezen waarde (‘evidence-based’). ACT (Assertive Community Treatment) = gezamenlijke teambenadering van alle
patiënten (shared caseload) en brede multidisciplinaire aanpak. Alle teamleden hebben contact met alle patiënten. Het
richt zich op moeilijkste groep binnen groep langdurig zorgafhankelijke patiënten.

5. Wat is FACT?
FACT is een afkorting voor 'Flexible Assertive Community Treatment'. Het is een werkwijze waarbij er vanuit een team van
hulpverleners wijkgerichte ambulante behandeling en begeleiding worden geboden, dat wil zeggen zoveel mogelijk in uw
eigen omgeving. FACT = Nederlandse variant. FACT richt zich op groep patiënten buiten psychiatrisch ziekenhuis die vaak
worden aangeduid met term ‘langdurig zorgafhankelijke patiënten’. FACT richt zich op gehele groep. Binnen FACT is het
mogelijk dat patiënten begeleid worden door één FACT-teamlid

6. Wat zijn de hoofdproducten van FACT?
Hoofdproducten die FACT biedt:
 Cure (richtlijnconform behandelen)
 Care (zorg, verpleging, rehabilitatie)
 Crisisinterventie (opnamen voorkomen en verkorten, zorg en behandeling in thuissituatie opschalen, 24-
uursbereikbaarheid garanderen)
 Community support (maatschappelijk steunsysteem bouwen en benutten, arbeid mogelijk maken, deelname aan algemene
wijkactiviteiten stimuleren, helpen participeren in wijk)
 Cliëntdeskundigheid ondersteunen (ervaringswerkers, empowerment, herstel
 Controle (uitvoeren BOPZ-maatregelen, veiligheid in wijk)
 Check (evalueren van effecten van zorg op individueel en groepsniveau)

7. Wat is de biopsychosociaal model?
Gaat eruit van verschillende factoren:
Biologische invalshoek
 Brein, neurotransmitters, psychofarmaca
 Denk aan, aanleg, hersenziekte als MS, schildklieraandoening wat ook stemmingsproblemen kan geven
 Behandeld door arts
Psychologische invalshoek
 Psychotherapie, zoals gedragstherapie, cognitieve therapie etc
 Behandeld door psycholoog
Sociologische invalshoek
 Uit inrichting in maatschappij
 Hoe groot is sociaal steunsysteem, is er werk is er dagbesteding
 Deskundigen in multidisciplinair team die kunnen helpen om plek in maatschappij terug te krijgen

2. Wat is stress kwetsbaarheid model?
Ontwikkeld bij mensen met psychose. Basale kwetsbaarheid voor psychose + stress als trigger bb. Hoge EE, drugsgebruik,
overbelasting, life events + gebrekkige coping vaardigheden> psychotische decompensatie

3. Wat zijn psychotherapieën algemeen:
- Pscho-analytische psychotherapie
- Cliëntgerichte psychotherapie
- Cognitieve gedragstherapie
- Symsteemtherapie
- Integratieve psychotherapie

4. Wat is trais psychica? Benoem ook de symptomen
Cognitieve (denken), affectieve (voelen) en conatieve functies (willen)

,5. Leg de trias psychisch uit, cognitieve (denken), affectieve (voelen), en conatieve functies (willen)

Cognitieve functies (denken) Affectieve (voelen) Conatieve functies (willen)


- Bewustzijn: helder, somnolent, sopor, - Stemming: grondtoon van het - Psychomotoriek: het geheel aan
coma, vernauwd gevoelsleven, cijfer 0-10 bewegingen; houterig, rustig,
- Aandacht en concentratie: hypovigiliteit - Eufoor, depressief, anhedonie, onrustig, overmatig, traag, etc.
of hypervigiliteit, hypotenaciteit dysfoor en angstig - Motivatie: voor de behandeling.
- Oriëntatie: tijd, plaats en persoon - Affect: De zichtbare en hoorbare - Gedrag: Lethargie, initiatiefverlies,
- Geheugen: anterograde en retrograde, uitdrukking van de emotionele reactie apathie, impulsief gedrag, suïcidaal
confabulatie door de onderzoeker. gedrag, automutilatie, agressief
- Intellectuele functies: oordeel en Normaal wisselend, labiel, vlak of gedrag.
kritiekstoornissen, decorumverlies, inadequaat (dwanglachen of -
ziektebesef en –inzicht, executieve functies dwanghuilen bv) - Dwanghandelingen
- Waarneming: hallucinaties, illusionaire - heel hard (egodystoon = ik-vreemd)
vervalsingen - Dranghandelingen (egosyntoon
- Denken: inhoudelijk: wanen, dwang en = passend bij ik,
drang. handeling geeft lust,
vorm: tempo, coherentie. voldoening of opluchting)
-




6. Leer de begrippen: Psychomotoriek:
- Tics (ongewenst maar niet geheel onwillekeurig)
- Katatonie (bizarre motorische stoornissen) bizarre motorische stoornissen
- Katalepsie (ongewone lichaamshouding)
Spontaan langdurig volhouden van (ongewone) lichaamshoudingen
- Motorische manierismen (gekunstelde karikaturen van normale bewegingen)
- Motorische stereotypieën (repeterend of ritmische eigenaardige bewegingen)
- Stupor: (katatone bewegingsloosheid + mutisme)

7. Wat is een structuur diagnose?
De structuurdiagnose beschrijft de aard, ernst en het verloop van de psychiatrische symptomatologie en op welke
wijze het syndroom ontstaan is. Binnen de etiologie wordt er onderscheid gemaakt tussen predisponerende factoren
en luxerende (of precipiterende) factoren.

8. Wat zijn de volgende begrippen:
- Structuur diagnose: Doel is diagnose te verklaren en te begrijpen.
Syndroom + verloop van de klachten in de tijd + factoren invloed.
- Classificatie: Internationaal systeem waarbij sommige dingen aanwezig moeten zijn en anderen juist niet aanwezig mogen
zijn.
- DSM V (psychiatrie specifiek)
- ICD (internationale lijst van ziekte)

9. Wat is de ACT therapie? MBCT en CBASP
- Acceptance Commitment Therapie (ACT)is een vorm van therapie waarbij het aanvaarden van jouw (onverkaarde)
klachten centraal staat (acceptatie). Je leert om het zinloze gevecht met (vervelende) emoties, gedachten en lichamelijke
sensaties waar mogelijk te stoppen. Dit wordt bij cognitieve gedragstherapie gebruikt. Het doel is de psychologische
flexibiliteit van patiënt te vergroten, waardoor deze bewuster in contact komt met eigen belevingswereld en wereld om
hem heen
- MBCT (Mindfulness-based cognitieve therapie). MBCT is een behandeling die meditatietechnieken combineert met
cognitieve gedragstherapie. Het is een effectieve behandeling bij mensen met terugkerende depressieve klachten
ontwikkeld als preventie interventie ter voorkoming van terugval in depressie na gedachten en lichamelijke sensaties en
om er mindful mee om te gaan.
- CBASP: De methode CBASP integreert interpersoonlijke psychotherapie, cognitieve gedragstherapie en psychodynamische
psychotherapie. De behandeldoelen zijn:
1) patiënten laten inzien welk effect hun gedrag op anderen heeft. 2) patiënten nieuwe coping-strategieën aanleren
en 3) het verbeteren van de sociale vaardigheden van patiënten.

10. Wat is de RET-therapie die wordt gegeven binnen de cognitieve therapie?
RET, ook wel Rationele Therapie genoemd, is een vorm van cognitieve gedragstherapie, waarbij de nadruk ligt op
gedachten en overtuigingen van de cliënt. De irrationele opvattingen van zijn patiënt en premissen waarop die opvattingen
gebaseerd zijn, en helpt hij patiënt om alternatieve passendere opvattingen te ontwikkelen.

11. Onderstaande stellingen zijn juist:
- Hoe sterker de diathese des te minder stress is er nodig om de stoornis te ontkennen. Diathese = Bijzondere aanleg of
vatbaarheid voor een bepaalde aandoening

12. Er zijn 4 basistypen van cognitieve vervormingen die bedragen aan emotioneel lijden volgens de cognitieve
theoreticus Aaron Beck wat gevolg kan zijn van denkfouten.
- Selectieve abstractie: mensen kunnen selectieve abstractie toepassen zich volledig bindstraten op die delen van
ervaring die hun tekortkomingen weerspiegelen. Je besteedt overmatig veel aandacht aan een negatief detail en laat het
volledig beeld buiten beschouwing. Bv. Het feit dat ik een laag cijfer heb gekregen andere onderdelen worden goed
beoordeeld betekent dat ik zijn werk niet goed heb gedaan.

,- Overgeneralisatie: mensen kunnen overgeneraliseren op grond van enkele geïsoleerde ervaringen. Je trekt een
versterkende negatieve conclusie die in geen enkele verhouding staat tot wat er gebeurde. Bv. Ik kan geen vrienden
maken omdat je je niet op je gemak voelde tijdens een bijeenkomst
- Uitvergrotingen: mensen kunnen belang van onfortuinlijke gebeurtenis enorm overdrijven of uitvergroten.
- Absoluut denken: je ziet de wereld in zwart wit ipv in grijstinten. Bijvoorbeeld als ik iets niet uittekent presenteer ben ik
een mislukking

13. Waarom is het belangrijk om afwijkend gedrag te classificeren?
1. Op basis van classificatiesystemen worden belangrijke beslissingen genomen -> welke therapie, welke
Medicatie is het best passend bij patiënt
2. Classificatie kan behandelaars helpen beloop van ziekte te voorspellen
3. Classificatie vormt basis van wetenschap
4. Classificatie kan onderzoekers helpen populaties met gelijksoortige patronen van afwijkend gedrag en
afwijkende emoties en cognities te onderscheiden

14. Wat zijn de kenmerken DSM-5:
- DSM5 beschrijft, maar geeft geen verklaring: handboek is ‘atheoretisch’ -> het is opsomming van diagnostische
kenmerken en symptomen van afwijkend gedrag, emoties of gedachten
- Behandelaar komt tot diagnose door gedrag van patiënt te vergelijken met criteria die DSM- classificatiesystemen geeft
voor specifieke patronen van psychische stoornissen
- DSM5 omvat twintig algemene categorieën van psychische stoornissen
- Onderzoekend clinicus bepaalt of iemands symptomen of probleemgedrag voldoen aan criteria voor bepaalde psychische
stoornis
- Diagnose kan alleen worden gesteld wanneer er minimumaantal symptomen of kenmerken in spel zijn die aan
diagnostische criteria van specifieke diagnose voldoen
- DSM is gebaseerd op categoriaal classificatiemodel -> clinici moeten per categorie beoordelen of in een bepaald geval
stoornis zich al dan niet voordoet

15. Benoem de volgende begrippen
Predisponerende factoren: lichamelijke factoren en aanleg. Bijv. stemmingsstoornis. Iemand is kwetsbaarder. Traumatisering.
Langer bestaande factoren voor het ontwikkelen van een stoornis.
Luxerende factoren: Traumatische ervaring, voorgeschiedenis, gebeurtenissen, omstandigheden, maatschappij en
omstandigheden. Bijv. een relatie die uit gaan, iemand krijgt een ziekte, wordt ontslagen, raakt zijn benen kwijt. Overlijden van
vader. Niet meer meemogen doen met ballerina academie.
Onderhoudende factoren: waardoor herstel belemmerd wordt, mensen blijven ziek, factoren die een belemmering zijn waardoor
herstel niet op gang kom. Mensen met alcoholproblemen. Een stoornis die aanhouden. Bijv. alleenstaande vrouw,
persoonlijksheidstrekken, doorgaan, groot verantwoordelijkheidsgevoel, (allemaal te verklaren vanuit haar voorgeschiedenis)

16. Verschil hallucinaties en wanen?
Hallucinaties= zichttuigen, stemmen
Wanen = gedachten wat niet correct is

17. Psychofarmaca grijpen in op neurotransmitter:
- Stimuleren van receptor
Remming van de activatie van neurotransmitter
Remming van heropname van neurotransmitter
- Remming van receptor
Remming van aanmaak van neurotransmitter

18. Opdracht 1: Onder welke merknamen zijn de volgende generieke middelen in de handel:


 Diazepam -> Valium -> anxiolytica werk rustgevend en angstremmend
 Midazolam ->hypnotica -> Midazolam is een snelwerkende benzodiazepine met sterke angstremmende, amnestische,
slaapopwekkende, anti-epileptische, spierontspannende en kalmerende eigenschappen
 Haloperidol -> Haldol -> antipsychotica remt wanen en hallucinaties
 Olanzapine -> Zyprexa -> antippsychotica of Zalasta Olanzapine is een medicijn dat gebruikt wordt bij mensen die aan
onder andere psychose, schizofrenie, manie, onrust, tics, posttraumatische stressstoornis of ernstige misselijkheid lijden
 Fluoxetine -> Prozac -> antidepressiva: verbetert de stemming en vermindert angsten en angstverschijnselen zoals
piekeren, slaapproblemen, prikkelbaarheid en trillen.
 Lithium -> Camcolit, Priadel en als het merkloze Lithiumcarbonaat -> stemmingssabilisatoren: vermindert hevige
stemmingswisselingen
 Metylfenidaat -> Ritalin -> psychostimulantia: is een stimulerend medicijn. Het verbetert de aandacht en de stemming
 Acetylcholine-> Acetylcholine is de ester van azijnzuur en choline. De stof is een neurotransmitter, die vooral betrokken
is bij de impulsoverdracht van zenuwcellen naar skeletspiercellen
 Serotonine -> depressie
 Dopamine-> zorgt voor communicatie in de hersenen en is belangrijk voor bepaalde functies van het zenuwstelsel, zoals
beweging, genot, aandacht en motivatie.
 Norepinefrine-> (ook norepinefrine of levarterenol) is een in het lichaam voorkomende neurotransmitter en een
hormoon. Noradrenaline is een catecholamine die vaak verward wordt met adrenaline (=N-methyl-noradrenaline), die een
sterk opwekkende werking geeft.
 GABA -> slaapstoornissen
 Glutamaat -> neurotransmitter stimuleert het geheugen
 Endorfine-> pijnstillend, wordt er vrolijk ervan




19. Wat is extramuralisering?

, Dat men ernaar streeft om patiënten buiten de muren van kliniek dezelfde zorg te bieden als erbinnen. Gevolg voor vpk.
Verbreding van werkterrein van vpk.

20. Beschrijven wat de rol is van DSM V classificatie en wat bruikbaarheid daarvan is voor verpleegkundige
praktijk?
DSM-III is overzichtelijke en volledige lijst van alle psychiatrische stoornissen, met als bijzonderheid dat voor elke
toestand voorwaarden (criteria) worden gegeven. Aan die criteria moet voldaan zijn om van betreffende stoornis te mogen
spreken. Elke stoornis kreeg codenummer. Dat nummer komt overeen met het nummer van internationale lijst van
ziekten die Wereldgezondheidsorganisatie hanteert, de ICD. Elke diagnose is opgebouwd uit vijf categorieën, vijf assen.
- As I Klinische stoornissen en andere aandoeningen en problemen die een reden voor zorg kunnen zijn
- As II Persoonlijkheidsstoornissen en zwakzinnigheid
- As III Somatische aandoeningen
- As IV Psychosociale en omgevingsproblemen
- As V Algehele beoordeling van functioneren

21. Benoem de geschiedenis van de psychiatrie?
Oudheid: Hippocrates stelde dat psychische stoornissen werden bepaald door verstoord evenwicht in de humores
(slijm, zwarte gal, bloed en gele gal). Behandeling door aderlating
Middeleeuwen; gevolg van bovennatuurlijke krachten, demonen of boze geesten, gezien als straf of bezetenheid.
Behandeling door: uitdrijving (excorcisten), verbranding, uitsluiting
Rond 1600 werd er geen onderscheid in gehouden tussen psychiatrie of verstandelijke beperkten.

22. Wat is klinische psychologie?
Een klinisch psycholoog is in staat om complexe psychische aandoeningen te diagnosticeren en te behandelen. Tak van
psychologie die zich bezighoudt met beschrijving, oorzaken en behandeling van verschillende psychische stoornissen.

23. Wat is de criteria die professionals gebruiken bij het bepalen of gedrag afwijkend?
Uitzonderlijk:
- Dingen “zien” en “horen”, misschien met uitzondering van bepaalde spirituele ervaringen of cultuur -> in sommige
culturen beschouwt men stemmen horen en andere vormen van hallucinatie onder bepaalde omstandigheden niet als
uitzonderlijk
- Gevoelens van intense paniek bij het betreden van een supermarkt of een drukke lift sociaal afwijkend
- Gedrag dat buiten de normen, die bepalen welke vormen van gedrag acceptabel zijn in een bepaalde context van een
samenleving valt
Foute perceptie of interpretatie van realiteit
- Onze zintuigen en cognitieve processen vormen een accurate mentale representatie van onze omgeving
- Voor bepaalde culturen is het normaal dat iemand die met stemmen praat of dingen ziet hallucineert. In onze westerse
cultuur wordt dit opgevat als teken van een onderliggende psychiatrische stoornis
- In grote delen van wereld is het heel normaal om via gebed met een god ‘te praten’. Als iemand echter beweert God
werkelijk gezien te hebben of zijn stem heeft gehoord rijst het vermoeden dat diegene psychisch afwijkend ziek is
Aanzienlijk emotioneel lijden van persoon
- Persoonlijk lijden als gevolg van problematische emoties als angst, vrees en depressie kan afwijkend zijn
- Maar soms zijn angst, vrees en depressie normale reacties op een situatie. Soms word je werkelijk bedreigd of raak je
mensen of dingen kwijt die je dierbaar zijn. In dat geval zou afwezigheid van emotionele reactie juist als afwijkend kunnen
worden aangemerkt
- Heftige emoties zijn afwijkend als ze lang aanhouden nadat de aanleiding van emoties verdwenen is en/of zo hevig zijn dat
betrokkene niet goed meer kan functioneren
Ongepast of contraproductief gedrag
- Gedrag dat onprettige gevoelens oproept i.p.v. bevrediging vinden we over het algemeen afwijkend
- Gedrag dat ons beperkt in ons vermogen om bepaalde rollen te vervullen of dat ons ervan weerhoudt om ons aan onze
omgeving aan te passen, kan ook als afwijkend worden opgevat. Volgens deze criteria is zwaar alcoholgebruik, dat gezondheid
ondermijnt en sociale en beroepsmatige functioneren verstoort afwijkend
- Agorafobie, intense angst om zich in openbare ruimten te bevinden, noemen we afwijkend omdat het zowel zeldzaam als
ongepast is
Gevaar
- Gedrag dat gevaar oplevert voor zichzelf of voor anderen: bv. mensen die proberen zelfdoding te plegen, omdat ze de
druk van het dagelijks leven niet aankunnen/mensen die als gevolge van stoornis mensen doden
- Elke vorm van extremisme, los van cultuur, geloof of politieke overtuiging, waarbij mensen worden vervolgd of vermoord

24. Benoem de 5 stromingen:
Psychotherapie: psychodynamische therapie
Uitgangspunt, probleem veroorzaakt door onbewuste (verdrongen-niet verwerkte) conflicten uit vroege jeugd.
Technieken: vrije associatie, droomanalyse, analyse overdracht tijdens therapie en tegenoverdracht.
Humanistische cliëntgerichtheid therapie
- Uitgangspunt: mensen willen zich ontplooien/ postief mensbeeld. Echter:
Blokkades (maskers/acades) voorwaardelijke liefde door anderen.
Therapie: non directief, onvoorwaardelijke positieve waardering, empathie. Aanmoedigen diepere gevoelens verder te
onderzoeken. Niets is gek, stop met plaesen van anderen.
- Gedragstherapie
Uitgangspunt: al het gedraag is aangeleerd. Klassiek en operante conditionering.
Therapie: systematische desensitisatie, vitro, vivo, modeling, token economy/andere beloningssytematieken,
aversieve stimuli (verslaafden, verstandelijk, beperken.)
- Cognitieve therapie
Uitgangspunt: mensen geven betekenis op grond van verworven schema’s. Deze betekenissen zijn soms irrationeel,
foutief, contraproductief, etc Therapie; achterhalen. Ze proberen irrationele gedachten proberen ze boven tafel te
krijgen.
- Systeemgerichte benadering:
Gezinstherapie; probleemgedrag individu is symptoom functioneren communicatie/structuur gezin.

25. Historische visies op afwijkend gedrag benoemen ? Visies vanaf de middeleeuwen.
¢ Bezeten (geestuitdrijving)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper 21Verpleegkundige. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 51662 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49  7x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd