Samenvatting Toegepaste Psychologie H1, H3 t/m H6
Hoofdstuk 1:
1.1 Wat is psychologie en wat is het niet?
Psychologie is de wetenschap van gedrag en mentale processen. Het terrein van de
psychologie beslaat zowel interne geestelijke processen die we alleen indirect waarnemen
(zoals denken, voelen en begeren), als externe waarneembare gedragingen (zoals praten,
glimlachen en lopen. De wetenschap van de psychologie is gebaseerd op objectieve,
verifieerbare gebeurtenissen.
Psychologie beslaat een groter terrein dan de meeste mensen beseffen. Ruwweg vallen
psychologen in drie grote groepen uiteen:
Experimenteel psychologen: (ook wel onderzoekspsychologen) Vormt de kleinste
groep. Ze voeren echter het meeste onderzoek uit dat nieuwe psychologische kennis
creëert. De meeste zijn werkzaam aan universiteiten, waar ze tevens lesgeven.
Docenten psychologie: Werken in Nederland en België binnen een grote diversiteit aan
opleidingen en aan universiteiten. Op universiteiten doen ze ook wetenschappelijk
onderzoek. Soms behandelen ze daarbij ook nog mensen.
Toegepast psychologen: Gebruiken de kennis die door experimenteel psychologen is
vergaard om problemen van mensen op te lossen door middel van trainingen, het
ontwerpen van speciale gereedschappen of psychologische behandelingen. Ze werken
op de meest uitlopende plekken. Ongeveer twee derde van de psychologen met een
universitaire opleiding werken als toegepast psycholoog
Wat doen psychologen?
Arbeids- en organisatiepsychologen hebben zich gespecialiseerd in aanpassingen aan
de werkplek die de productiviteit en de arbeidsmoraal van werknemers moet
maximaliseren. Ze ontwikkelen programma’s om werknemers te motiveren of om de
leiderschapsvaardigheden van managers te verbeteren. Ook onderzoeken ze actuele
onderwerpen.
Sportpsychologen helpen atleten hun prestaties en motivatie te verbeteren, door
trainingssessies te plannen en door hen te leren hun emoties onder druk te beheersen.
Schoolpsychologen zijn deskundig op het gebied van lesgeven en leren. Ze
diagnosticeren leer- en gedragsproblemen en adviseren leraren, ouders en leerlingen.
Klinisch psychologen en counselors helpen mensen zich aan te passen op sociaal en
emotioneel gebied, of om moeilijke keuzes in relaties, hun carrière of opleiding te maken
de specialistenopleiding tot klinisch psycholoog duurt minimaal 10 jaar. In vlaanderen
doe je er minimaal 5 jaar over.
Forensisch psychologen leveren hun psychologische expertise aan het wets- en
rechtssysteem. Forensisch psychologen kunnen gevangenen in penitentiaire of tbs-
inrichtingen testen om vast te stellen of ze vrijgelaten kunnen worden of fit genoeg zijn
om voor de rechtbank te verschijnen. Ze beoordelen verklaringen in mogelijke gevallen
van verkrachting of kindermishandeling.
Omgevingspsychologen proberen de interactie met onze omgeving en het milieu te
verbeteren. Alles wat te maken heeft met het milieu en bijvoorbeeld duurzaamheid
Gerontopsychologen helpen ouderen met hun gezondheid en welzijn te behouden en
effectief te leren omgaan met leeftijd gerelateerde problemen. Gerontopsychologen
beoordelen het functioneren van ouderen en verstrekken begeleiding, in overleg met
cliënten, families, verzorgers en artsen, om ouderen te helpen hun potentieel maximaal
te benutten in de latere fases van hun leven.
,Psychiatrie is een medisch specialisme dat zich richt op de diagnose en behandeling van
mentale stoornissen. Zij hebben een medische opleiding genoten en hebben daarnaast een
gespecialiseerde opleiding in de behandeling van geestelijke en gedragsmatige problemen
gedaan. Zij zien de mensen als ‘patiënten met een medische ziekte’ en mogen ook medicijnen
uitschrijven.
Pseudopsychologie zijn niet-onderbouwde psychologische aannamen die als
wetenschappelijke waarheden worden gepresenteerd (bijvoorbeeld horoscopen en paranormale
fenomenen). Door kritisch na te denken kan de psychologie van pseudopsychologie
onderscheiden worden.
Vaardigheden voor kritisch denken gebaseerd op de volgende vragen
1. Wat is de bron? Hierbij kijken we of het gebaseerd is op feitelijke kennis. Hierbij moet je
je afvragen of de bron iets belangrijks te winnen heeft bij de bewering (financieel gewin).
2. Is de bewering redelijk of extreem? ‘Voor buitengewone beweringen is buitengewoon
bewijs nodig’. Ook moet er gekeken worden of de beweringen in strijd zijn met bestaande
beweringen.
3. Wat is het bewijsmateriaal? Er mag geen sprake zijn van anekdotische
bewijsmaterialen. Dit zijn getuigenissen die de ervaringen van iemand of enkele
personen scheten, maar ten onrechte voor wetenschappelijk bewijs worden aangezien.
Om zeker te weten of een bepaalde oplossing werkt is er wetenschappelijk
bewijsmateriaal nodig, waarvoor wetenschappelijk onderzoek moet worden verricht.
4. Kan de conclusie zijn beïnvloed door de bias? Bias is een vooroordeel, vervorming of
vertekening van een situatie, meestal op basis van persoonlijke ervaringen en waarden.
De emotionele bias is de neiging om oordelen te vellen op attitudes en gevoelens, in
plaats van op een rationele analyse van het bewijsmateriaal. Een ander veelvoorkomend
vooroordeel is confirmation bias (bevestigingsbias). Dit is de neiging om informatie
die niet bij je opvattingen aansluit te negeren of te bekritiseren en om in plaats daarvan
te zoeken waar je het wel mee eens bent. Er moet dus gezorgd worden dat de conclusie
niet beïnvloed is door de bias.
5. Worden veelvoorkomende denkfouten vermeden? Alleen een zorgvuldige analyse kan
bewijzen voor en tegen de stelling kan leiden tot een betrouwbaar antwoord. ‘Gezond
verstand’ is geen substituut voor wetenschappelijk bewijs. Ook moet er gelet worden op
correlatie-causaliteit-denkfouten. Dit is het leggen van verkeerde oorzaak-gevolg
verbanden.
6. Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig? Voor een
probleem dat uit meerdere facetten bestaat, is een complexere oplossing nodig. Hierbij
moet je een probleem vanuit verschillende invalshoeken bekijken (bijvoorbeeld leren,
sociale invloed, persoonlijkheidstrekken, financiële motieven)
1.2 Wat zijn de zes belangrijke perspectieven van de psychologie?
Psychologie is 25 eeuwen geleden ontstaan. In de middeleeuwen werd Europa gedomineerd
door de rooms-katholieke kerk. Voor middeleeuwse christenen was de menselijke geest, net als
de geest van god, een mysterie dat stervelingen niet in twijfel diende te trekken. (Voor handig
overzicht zie einde paragraaf)
Zes belangrijke perspectieven domineren het snel veranderende veld van de moderne
psychologie
1. Scheiding van lichaam en geest en het moderne biologische perspectief
De 17de-eeuwse Franse filosoof René Descartes stelde een scheiding tussen de spirituele geest
en het fysieke lichaam. Hierdoor kon de kerk de geest buiten het wetenschappelijk onderzoek
,houden, maar het bestuderen van menselijke gevoelens en gedragingen toch konden doorgaan,
omdat deze op lichamelijke activiteit in het zenuwstelsel waren gebaseerd. Descartes denkbeeld
sloot aan bij ontdekkingen over de biologie van zenuwbanen van dieren, waarbij
wetenschappers hadden aangetoond hoe zintuigen stimulatie omzetten in zenuwimpulsen en
spierreacties. Dankzij deze ontdekkingen samen met Descartes’ scheiding van lichaam en geest
konden wetenschappers aantonen dat er biologische processen ten grondslag liggen van
sensaties en eenvoudige reflexmatige gedragingen. Vierhonderd jaar later vormt Descartes’
perspectief de basis voor het biologische perspectief. Dit is het psychologische perspectief
dat de oorzaken van gedrag zoekt in het functioneren van de genen, de hersenen en het
zenuwstelsel en hormoonstelsel.
Er zijn twee variaties op het biologische thema. De eerste is de neurowetenschap, dit is het
vakgebied dat zich richt op begrip van hoe de hersenen gedachten, gevoelens, motieven,
bewustzijn, herinneringen en andere mentale processen creëren. Een andere belangrijke variant
op de biologische psychologie is evolutionaire psychologie. Dit is een relatief nieuw
specialisme in de psychologie dat gedrag en mentale processen beschouwt op basis van hun
genetische aanpassingen aan overleving en voortplanting.
2. Het begin van de wetenschappelijke psychologie en het moderne cognitieve perspectief
De ontdekking van het periodiek systeem bracht structuur aan in de chemie. De Duitse
wetenschapper Wilhelm Wundt dacht dat het mogelijk was om de menselijke geest op een
eenzelfde manier te simplificeren. Hoewel dit niet lukte, had hij wel een baanbrekend inzicht: de
wetenschappelijke methoden, zoals die in de schei- en natuurkunde werden toegepast, konden
ook gebruikt worden om zowel de geest al het lichaam te bestuderen. Wundt was een professor
die met zijn studenten sensorische en emotionele reacties op verschillende prikkels beschreef.
Dit is een techniek die introspectie wordt genoemd (beschrijving van je eigen innerlijk, bewuste
ervaringen).
Wundts pupil Edward Bradford Titchener bracht deze zoektocht naar de elementen van het
bewustzijn naar Amerika, waar hij het structuralisme begon te noemen. Dit is een historische
stroming binnen de psychologie die de basisstructuren van de geest en de gedachten trachtte te
ontrafelen. Structuralisten zochten de ‘elementen’ van de bewuste ervaring.
Een prominente groep theoretici had moeite met de nadruk die de structuralisten legden op de
elementen van bewustzijn, dit werden de Gestaltpsychologen genoemd. Zij concentreerden zich
meer op het geheel van onze bewustzijnservaringen als meer dan de som van delen en
probeerden te begrijpen hoe we ‘perceptuele gehelen’ vormen.
De Amerikaanse psycholoog William James beargumenteerde dat de benadering van Wundt
veel te beperkt was. De psychologie moest zich richten op de functie van het bewustzijn en niet
alleen de structuur ervan, dit leidde tot het functionalisme. Dit is een historische stroming
binnen de psychologie die meende dat psychische processen het beste begrepen kunnen
worden in het licht van hun adaptieve nut en functie. Over introspectie waren het structuralisme
en het functionalisme het eens, dit was ook hun kwetsbaarheid. De introspectieve methode was
subjectief en hierdoor niet wetenschappelijk. Het duurde meer dan een halve eeuw om dit
probleem te overwinnen.
Het Cognitieve perspectief is een van de belangrijkste psychologische perspectieven, waarbij
de nadruk ligt op mentale processen, zoals leren, geheugen, perceptie en denken als vormen
van informatieverwerking. Vroege aanhangers van de cognitieve theorie, zoals Wundt en James
baanden de weg voor nieuwe perspectieven, zoals behaviorisme (gedragsperspectief), dat
ernaar streefde de psychologie vanuit wetenschappelijke principes te bestuderen. De
gestaltpsychologie opende de deur voor nadere bestudering van menselijk gedrag vanuit een
meer holistisch standpunt.
, 3. Het behavioristische perspectief: Nadruk op waarneembaar gedrag
Rond 1900 werd een groep wetenschappers bekend, de behavioristen. Ze werden beroemd met
het idee dat het bestuderen van de geest helemaal geen deel van de psychologie zou moeten
uitmaken. Fysieke stimuli vanuit de omgeving en de waarneembare reacties van het organisme
daarop zou uitsluitend moeten worden bestudeerd. Het Behaviorisme is de wetenschap van het
gedrag en de meetbare omstandigheden in de omgeving die dit gedrag beïnvloeden. Het was
volgens de behavioristen niet mogelijk om een geest te bestuderen, omdat het niet te bewijzen
is dat je een geest hebt. Het behavioristische perspectief is een psychologische invalshoek
die de bron van onze handelingen zoekt in stimuli vanuit de omgeving, in plaats van innerlijke
mentale processen.
4. De perspectieven vanuit de gehele persoon: psychodynamisch, humanistisch, en
karaktertrekken en temperament
Aan het begin van de twintigste eeuw oefende Freud en zijn volgelingen ook kritiek uit op Wundt
en het structuralisme. Zij ontwikkelde een methode voor het behandelen van psychische
stoornissen. Zij stelde dat persoonlijkheid en psychische stoornissen voornamelijk bestaan uit
processen in de onbewuste geest, en niet in het bewustzijn. Psychodynamische psychologie
is een benadering die de nadruk legt op het begrijpen van het menselijk functioneren in termen
van onbewuste behoeften, verlangens, herinneringen en conflicten. De eerste
vertegenwoordiger van de psychodynamische benadering is Freud. Zijn systeem wordt
psychoanalyse genoemd (legt nadruk op onbewuste processen). Psychoanalytici leggen de
nadruk op de analyse van dromen. Freud en zijn volgelingen waren niet de enige die de gehele
mens wilden verklaren. De humanistische psychologie en de psychologie van karaktertrekken
en temperament waren hier ook in geïnteresseerd.
De humanistische psychologie is een klinische benadering die de nadruk legt op de
mogelijkheden, groei, potentie en vrije wil van de mens. De humanisten, onder aanvoering van
Carl Rogers en Abraham Maslow, ontwierpen een model dat mensen ziet als organismen met
een vrije wil. Op grond van die vrije wil kunnen ze keuzes maken en zo hun leven beïnvloeden.
De oude Grieken verklaarden dat de persoonlijkheid werd geregeerd door vier humores
(vloeistoffen): bloed (opgewerkt persoon), slijm (traag en behoudzaam), zwarte gal
(melancholiek) en gele gal (boos en agressief). Het idee van persoonlijkheidstrekken leeft nog
voort in de psychologie van karaktertrekken en temperament (gedrag en persoonlijkheid zijn
producten van fundamentele psychologische kenmerken). Het idee dat deze stroming van
anderen onderscheid is dat zij denken dat verschillen tussen mensen ontstaan uit verschillen in
stabiele kenmerken en neigingen, die karaktertrekken en temperamenten wordt genoemd.
5. Het ontwikkelingsperspectief: veranderingen die ontstaan door nature en nature
Ontwikkelingsperspectief onderscheid zich door de nadruk op erfelijkheid en omgeving, en op
voorspelbare veranderingen die zich voordoen tijdens de levensloop. Mensen veranderen op
voorspelbare wijze naarmate de invloeden van erfelijkheid en omgeving zich in de loop van tijd
ontplooien.
6. Het socioculturele perspectief: het individu in context
Het socioculturele perspectief legt de nadruk op het belang van sociale interactie, sociaal
leren en een cultureel perspectief. Socioculturele of crossculturele psychologen verdiepen zich
hierin en daarbij zijn ze geïnteresseerd in hoe de sociale processen per cultuur verschillen.
Cultuur is een complete mix van taal, opvattingen, gewoonten, waarden en tradities die wordt
ontwikkeld door een groep mensen en die wordt ingedeeld met anderen in dezelfde omgeving.
Een crossculturele psycholoog die werkt in dit specialisme is geïnteresseerd in de manieren
waarop psychologische processen verschillen tussen mensen van verschillende culturen.