een sammenvatting van alle stof van concomitant scheelzien 2. bevat ook alle antwoorden op de vragen van de werkcolleges. ook samenvatting van ansons en davis.
Inhoud
INFANTIEL SCHEELZIEN..........................................................................................................................2
INFANTIEL ESOTROPIE.......................................................................................................................2
ESSENTIELE INFANTIELE ESOTROPIE..............................................................................................2
NYSTAGMUS BLOCKAGE SYNDROOM............................................................................................3
ACCOMMODATIEVE ESOTROPIE....................................................................................................3
N.VI PARESE...................................................................................................................................4
SECUNDAIRE ESOTROPIE...............................................................................................................4
INFANTIEL EXOTROPIE.......................................................................................................................4
Dissocieerde strabismus complex..........................................................................................................5
Dissociated vertical deviation............................................................................................................5
Real vertical deviatie......................................................................................................................5
Dissociated horizontal deviation........................................................................................................6
Heteroforien..........................................................................................................................................7
Incomitant.........................................................................................................................................7
Concomitant......................................................................................................................................7
Anomalieen...........................................................................................................................................9
Anomalieen van de convergentie......................................................................................................9
Convergentie insufficientie............................................................................................................9
Convergentie paralyse.................................................................................................................10
Divergentie paralyse....................................................................................................................10
Spasme van de near reflex (SNR).................................................................................................11
Anomalieen van de accommodatie.................................................................................................12
Accommodatie insufficientie.......................................................................................................12
Accommodatie zwakte (fatigue)..................................................................................................12
Accommodatie vermoeidheid (inertia)........................................................................................12
Accommodatie paralyse..............................................................................................................12
Exotropie.............................................................................................................................................14
Primair.............................................................................................................................................14
Intermitterende exotropie...........................................................................................................14
Constant exotropie......................................................................................................................15
Consecutieve...................................................................................................................................16
Spontane consecutieve exotropie................................................................................................16
Postoperatieve consecutieve exotropie.......................................................................................16
Dosis respons.......................................................................................................................................18
,Concomitant scheelzien 2
INFANTIEL SCHEELZIEN
INFANTIEL ESOTROPIE
Manifeste deviatie die in de eerste 6 maanden na de geboorte ontstaat.
ESSENTIELE INFANTIELE ESOTROPIE
Kenmerken
Constante esotropie meestal groter dan 30^
o hoek kan ook onstabiel zijn en vergroten of verkleinen
patiënten zijn meestal emmetroop en S+3.00 heeft geen invloed op de deviatie
DV
Onset tussen 3e en 4e maand
Vaak alternerende esotropie
Vaak LMLN
o Nystagmus wordt groter bij afdekken van een oog en verminderd wanneer beide
ogen open zijn.
Vaak DVD
o Onset 2 jaar na OK
o Vaak uni/bilaterale overactie van MOI met of zonder onderactie van MOS
Asymmetrie van de unioculaire horizontale OKN
o Temporaal naar nasaal beweging mogelijk
o Nasaal naar temporaal beweging afwezig
o Na 4-6 maanden symmetrisch
Torticollis
o Hoofd naar fixerend oog gedraaid om nystagmus te verminderen en abductie
beperking te compenseren.
o Bij DVD kanteling naar kant van fixerend oog. infantiele
Esotropie
Behandeling
hoek >35^ hoek < 35^
Refractie corrigeren
o Vanaf S+2.00 hypermetropie chirugie stabiel variable
o Myopie en astigmatisme is belangrijk om te corrigeren
o Verandering in deviatie moet beoordeeld worden voor OK chirurgie <8/12 jaar >8/
Visus herstellen
o Ambylopie occlusie botox observeren
Niet operatief
o Observeren botox
Vaak herstel vanzelf bij hoeken kleiner dan 40^, intermitterend of variabel
o Botox
Injectie is mrm spieren
Esotropie ondercorrigeren om persistente XT te voorkomen
Operatie
o Vooral bij een hoek groter dan 40^
, o Symmetrische bilaterale rectus medialis recessie (voorkeur)
o asymmetrische unilaterale rectus medialis recessie en rectus lateralis resectie
o specifiek
deviatie van 25-45^: bilaterale rectus medialis recessie 3-6mm
deviatie van 50-65^: bilaterale rectus medialis recessie 5mm + unilaterale
rectus lateralis resectie 5-7mm
esotropie >70^: als eerste behandelen met botox in beide recti medialis
NYSTAGMUS BLOCKAGE SYNDROOM
Esotropie die ontstaat doordat het convergentie mechanisme wordt gebruikt om een nystagmus te
blokkeren en gezichtsscherpte te verbeteren.
Kenmerken
infantiele nystagmus aanwezig die gelijk is mono en binoculair
o de nystagmus wordt erger wanneer het oog in abductie staat en verminderd
wanneer oog in adductie staat
torticollis
o hoofd draai naar kant van fixerend oog
o convergentie mechanisme wordt gebruikt om het fixerend oog in adductie te
houden waardoor beide ogen convergent lijken te staan
meestal unilaterale esotropie
strabismus amblyopie komt vaak voor
pupil miosis kan aanwezig zijn tijdens esotropie
slechte oog bliijft in adductie wanneer prisma BT voor het fixerend oog wordt gehouden
neurologische aandoeningen komen vaak voor
resultaten van operatie zijn onvoorspelbaar
Differentiaal Diagnosis
Grootste verschil met een essentiele infantile esotropie is dat er bij een infantiele ET een latente
nystagmus aanwezig is en bij NBS is een infantele nystagmus aanwezig. Ook komt amblyopie vaker
oor bij NBS.
behandeling
refractie corrigeren
o contact lenzen overwegen i.v.m tts
amblyopie behandeling
OK als de esotropie constant is en zwak
o Bilaterale rectus medialis recessie en posterior fixatie hechtingen
ACCOMMODATIEVE ESOTROPIE
Een volledig accommodatieve esotropie met een matige hypermetropie en onset voor 6 maanden is
zeldzaam.
Kenmerken
Zwak BEZ
Is te verwachten bij een hypermetropie hoger dan S+2.50
Geven van een bril kan genoeg zijn om de deviatie te compenseren
Behandeling
Door zwak BEZ zijn de patiënten makkelijk vatbaar voor consecutieve exotropie
Belangrijk om visus gelijk te houden en hypermetropie volledig te corrigeren
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ccdman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.